Boy Possen, senior-adviseur Ecohydrologie.
Boy Possen over bos in beekdalen:
“Denk goed na over wat het bos voor je moet doen”
Nieuwe bossen in beekdalen bieden water en natuur grote voordelen; naast schaduw zorgt het bos voor vastlegging van CO2 en draagt het bij aan de waterbalans, klimaatbestendigheid, waterkwaliteit en biodiversiteit. Waterschappen willen zeker 2.000 ha nieuw bos in beekdalen realiseren.
Eén afspraak uit het Klimaatakkoord betreft het vastleggen van extra CO2 in natuur en bos. Als invulling hiervan is in 2020 de Nationale Bossenstrategie gelanceerd: een onderdeel hiervan is de aanleg van 37.000 hectare nieuw bos in Nederland om extra CO2 vast te leggen. Waterschappen, die zich aan de bossenstrategie hebben gecommitteerd, hebben vervolgens de aanleg van bos in beekdalen als kansrijk bestempeld. Het streven is om in herstelde beekdalen de komende jaren 2.000 ha bos te laten verrijzen.
Voor beekherstel is veel aandacht; hierbij gaan rechtgetrokken ‘watergoten’ weer meer natuurlijk meanderen en houden ondiepe brede stroomstroken het water langer vast in het gebied. Een rijke vegetatie aan weerszijden van de beek, met name bos, draagt bij aan herstel van dit natuurlijke watersysteem. Hierbij verbetert bos de sponswerking van de bodem (doorworteling en meer organische bestanddelen) en daarmee de natuurlijke waterbalans. Door de schaduwwerking van de bladeren wordt het water koeler en verbetert de biodiversiteit. En tussen de wortels van bomen ontwikkelen zich nieuwe plekken voor planten en dieren.
Urgentie
Frans ter Maten, heemraad bij Waterschap Vallei en Veluwe, is namens de waterschappen bestuurlijk trekker van ‘bossen in beekdalen’, en deelnemer aan de landelijke werkgroep Bomen, bos en natuur. “Droogte, watertekorten én overstromingen in de zomer. Agrariërs die uit nood grondwaterputten slaan; ook dat grondwater is straks op. Elk weldenkend mens snapt dat het anders moet, dat we terug moeten naar een natuurlijker ecosysteem voor het landelijk gebied.” Deze urgentie wordt door divers (Europees) beleid onderschreven: “De Bossenstrategie, de Kaderichtlijn Water, het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn, waterveiligheidseisen. En daarbij de doelstelling van klimaatneutraliteit door waterschappen. Nu tikt Europa ons al op de vingers en mogelijk komt men straks geld terughalen. We moeten wat doen”, stelt Ter Maten. Volgens hem kunnen waterschappen vanuit hun water- en klimaatopgaven een goede rol vervullen bij uitvoering van het beleid: door beekdalen te herstellen en te herinrichten met zoveel mogelijk bos.
Verzameling bomen
Dat begint met een inventarisatie van de locaties waar bossen meerwaarde bieden. Waterschappen hebben hierbij ondersteuning; met bijdragen van onder meer STOWA, de Vereniging van bos- en natuurterreineigenaren (VBNE) en het Ministerie van LNV is een digitale viewer, een Kansenkaart, ontwikkeld. Hiermee is na te gaan waar bos in beekdalen een goed idee is en hoe dat past bij de doelen van de beheerder. Boy Possen was als senior-adviseur Ecohydrologie betrokken bij de totstandkoming van deze tool: “Een waterbeheerder kan met bos verschillende zaken nastreven. Wil je met bos vooral CO2 vastleggen, of wil je meerdere doelen stapelen? Zoals het voorkomen van overstromingen bij piekafvoeren? Wil je de waterkwaliteit verbeteren, biodiversiteit vergroten of natuurwaarden versterken? Die keuze moet de beheerder maken. Je kunt niet alles tegelijk met één bos. Bos is meer dan een verzameling bomen. Denk daarom vooraf goed na wat die bomen voor je moeten gaan doen.” Hij geeft een voorbeeld: “Om de waterbalans op hoge zandgronden te herstellen zijn er meerdere natuurlijke opties: heide zorgt op hogere delen van het beekdal voor een betere grondwateraanvulling dan bos, want heide verdampt minder water dan bos. Maar hoeveel water een bos precies verdampt, moeten we nog kwantificeren. Voor het vastleggen van CO2 werkt veen overigens nog beter dan bos. Alleen is voor veen vaak een gebiedsomvang nodig, die in Nederland meestal niet beschikbaar is. Een beekdalbos is dan een goed alternatief.” Hij vervolgt: “Kijk bij het bepalen van de locaties ook naar de inrichting en het gebruik van het gehele beekdal. Dat wil zeggen: naar het totale ‘intrekgebied’ van waaruit het water naar de beek stroomt, over de gehele lengte van de beek. Want hoe omvangrijker de bosstroken, hoe meer profijt voor het gehele gebied.”
Als voorbeelden van geslaagd herstel van beekdalen met bos noemt Possen de Tongelreep, Reusel en Groote Beerze (Waterschap De Dommel); heemraad Frans Ter Maten is enthousiast over de heringerichte Modderbeek bij Achterveld (Waterschap Vallei en Veluwe).
Gebiedsproces
Zijn de potentiële locaties helder, dan is een lokaal gebiedsproces de beste weg om het bos te kunnen realiseren, aldus Frans ter Maten: “De betrokken partijen moeten met elkaar om tafel. Grond is veelal eigendom van agrariërs, en zij hebben daardoor vaak de bepalende stem. Het is best een ingewikkeld proces.” Tegelijk merkt hij dat steeds meer agrariërs graag meewerken aan natuurlijker landschapsbeheer. “We bewegen ons in de richting van een natuurinclusieve landbouw. Ook biedt beekdalherstel soms andere voordelen: vrijgekomen grond kan worden ingezet voor het ophogen van landbouwpercelen.” Voor een verplichting om mee te doen voelt hij - nog - niet. “Dit moet via de weg van de vrijwilligheid gaan. Ik vind het zeer belangrijk dat iedereen aan de slag gaat vanuit een intrinsieke motivatie.”
Aanleg
Als de grondstroken beschikbaar komen, is de aanleg van bos niet per se ingewikkeld. De bovenste bodemlaag wordt verwijderd en dan kan de natuur zelf aan de slag. Ter Maten: “Het kan handig zijn om met aanplant een eerste boost te geven aan het bos. Toch is aanplant veelal niet nodig: bomen ontstaan vanzelf, inheemse soorten zoals els en wilg dienen zich aan door verspreiding van zaadjes. Een nadeel is dat het tijd kost voordat deze jonge bossen substantieel CO2 afvangen, maar dit bos is op termijn veel sterker en stabieler dan een aanplant van niet-inheems opgekweekte bomen van een kwekerij.
Waterschappen zijn intussen aan de slag met bos in beekdalen, en dat is ook nodig gezien het ambitieuze doel van 2.000 ha bos. Sinds de kansenkaart afgelopen jaar verscheen heeft Possen regelmatig de vraag gekregen of deze ook om te zetten is naar andere fysisch-geografische regio’s, zoals laagveengebied. Het antwoord is bevestigend: “Ook daar kan bos meerwaarde bieden.” Onderzoek is intussen al ingezet. Bos lijkt uit te groeien tot een krachtig wapen tegen klimaatverandering.
Meer weten? Bekijk het achtergrondrapport over Bos in beekdalen en de viewer op stowa.nl.
Nooit meer iets missen? Meld je dan aan voor de digitale uitgave van ons magazine via www.stowa.nl/aanmeldenmagazine
Boy Possen, senior-adviseur Ecohydrologie.
Boy Possen over bos in beekdalen:
“Denk goed na over wat het bos voor je moet doen”
Nieuwe bossen in beekdalen bieden water en natuur grote voordelen; naast schaduw zorgt het bos voor vastlegging van CO2 en draagt het bij aan de waterbalans, klimaatbestendigheid, waterkwaliteit en biodiversiteit. Waterschappen willen zeker 2.000 ha nieuw bos in beekdalen realiseren.
Eén afspraak uit het Klimaatakkoord betreft het vastleggen van extra CO2 in natuur en bos. Als invulling hiervan is in 2020 de Nationale Bossenstrategie gelanceerd: een onderdeel hiervan is de aanleg van 37.000 hectare nieuw bos in Nederland om extra CO2 vast te leggen. Waterschappen, die zich aan de bossenstrategie hebben gecommitteerd, hebben vervolgens de aanleg van bos in beekdalen als kansrijk bestempeld. Het streven is om in herstelde beekdalen de komende jaren 2.000 ha bos te laten verrijzen.
Voor beekherstel is veel aandacht; hierbij gaan rechtgetrokken ‘watergoten’ weer meer natuurlijk meanderen en houden ondiepe brede stroomstroken het water langer vast in het gebied. Een rijke vegetatie aan weerszijden van de beek, met name bos, draagt bij aan herstel van dit natuurlijke watersysteem. Hierbij verbetert bos de sponswerking van de bodem (doorworteling en meer organische bestanddelen) en daarmee de natuurlijke waterbalans. Door de schaduwwerking van de bladeren wordt het water koeler en verbetert de biodiversiteit. En tussen de wortels van bomen ontwikkelen zich nieuwe plekken voor planten en dieren.
Urgentie
Frans ter Maten, heemraad bij Waterschap Vallei en Veluwe, is namens de waterschappen bestuurlijk trekker van ‘bossen in beekdalen’, en deelnemer aan de landelijke werkgroep Bomen, bos en natuur. “Droogte, watertekorten én overstromingen in de zomer. Agrariërs die uit nood grondwaterputten slaan; ook dat grondwater is straks op. Elk weldenkend mens snapt dat het anders moet, dat we terug moeten naar een natuurlijker ecosysteem voor het landelijk gebied.” Deze urgentie wordt door divers (Europees) beleid onderschreven: “De Bossenstrategie, de Kaderichtlijn Water, het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn, waterveiligheidseisen. En daarbij de doelstelling van klimaatneutraliteit door waterschappen. Nu tikt Europa ons al op de vingers en mogelijk komt men straks geld terughalen. We moeten wat doen”, stelt Ter Maten. Volgens hem kunnen waterschappen vanuit hun water- en klimaatopgaven een goede rol vervullen bij uitvoering van het beleid: door beekdalen te herstellen en te herinrichten met zoveel mogelijk bos.
Verzameling bomen
Dat begint met een inventarisatie van de locaties waar bossen meerwaarde bieden. Waterschappen hebben hierbij ondersteuning; met bijdragen van onder meer STOWA, de Vereniging van bos- en natuurterreineigenaren (VBNE) en het Ministerie van LNV is een digitale viewer, een Kansenkaart, ontwikkeld. Hiermee is na te gaan waar bos in beekdalen een goed idee is en hoe dat past bij de doelen van de beheerder. Boy Possen was als senior-adviseur Ecohydrologie betrokken bij de totstandkoming van deze tool: “Een waterbeheerder kan met bos verschillende zaken nastreven. Wil je met bos vooral CO2 vastleggen, of wil je meerdere doelen stapelen? Zoals het voorkomen van overstromingen bij piekafvoeren? Wil je de waterkwaliteit verbeteren, biodiversiteit vergroten of natuurwaarden versterken? Die keuze moet de beheerder maken. Je kunt niet alles tegelijk met één bos. Bos is meer dan een verzameling bomen. Denk daarom vooraf goed na wat die bomen voor je moeten gaan doen.” Hij geeft een voorbeeld: “Om de waterbalans op hoge zandgronden te herstellen zijn er meerdere natuurlijke opties: heide zorgt op hogere delen van het beekdal voor een betere grondwateraanvulling dan bos, want heide verdampt minder water dan bos. Maar hoeveel water een bos precies verdampt, moeten we nog kwantificeren. Voor het vastleggen van CO2 werkt veen overigens nog beter dan bos. Alleen is voor veen vaak een gebiedsomvang nodig, die in Nederland meestal niet beschikbaar is. Een beekdalbos is dan een goed alternatief.” Hij vervolgt: “Kijk bij het bepalen van de locaties ook naar de inrichting en het gebruik van het gehele beekdal. Dat wil zeggen: naar het totale ‘intrekgebied’ van waaruit het water naar de beek stroomt, over de gehele lengte van de beek. Want hoe omvangrijker de bosstroken, hoe meer profijt voor het gehele gebied.”
Als voorbeelden van geslaagd herstel van beekdalen met bos noemt Possen de Tongelreep, Reusel en Groote Beerze (Waterschap De Dommel); heemraad Frans Ter Maten is enthousiast over de heringerichte Modderbeek bij Achterveld (Waterschap Vallei en Veluwe).
Gebiedsproces
Zijn de potentiële locaties helder, dan is een lokaal gebiedsproces de beste weg om het bos te kunnen realiseren, aldus Frans ter Maten: “De betrokken partijen moeten met elkaar om tafel. Grond is veelal eigendom van agrariërs, en zij hebben daardoor vaak de bepalende stem. Het is best een ingewikkeld proces.” Tegelijk merkt hij dat steeds meer agrariërs graag meewerken aan natuurlijker landschapsbeheer. “We bewegen ons in de richting van een natuurinclusieve landbouw. Ook biedt beekdalherstel soms andere voordelen: vrijgekomen grond kan worden ingezet voor het ophogen van landbouwpercelen.” Voor een verplichting om mee te doen voelt hij - nog - niet. “Dit moet via de weg van de vrijwilligheid gaan. Ik vind het zeer belangrijk dat iedereen aan de slag gaat vanuit een intrinsieke motivatie.”
Aanleg
Als de grondstroken beschikbaar komen, is de aanleg van bos niet per se ingewikkeld. De bovenste bodemlaag wordt verwijderd en dan kan de natuur zelf aan de slag. Ter Maten: “Het kan handig zijn om met aanplant een eerste boost te geven aan het bos. Toch is aanplant veelal niet nodig: bomen ontstaan vanzelf, inheemse soorten zoals els en wilg dienen zich aan door verspreiding van zaadjes. Een nadeel is dat het tijd kost voordat deze jonge bossen substantieel CO2 afvangen, maar dit bos is op termijn veel sterker en stabieler dan een aanplant van niet-inheems opgekweekte bomen van een kwekerij.
Waterschappen zijn intussen aan de slag met bos in beekdalen, en dat is ook nodig gezien het ambitieuze doel van 2.000 ha bos. Sinds de kansenkaart afgelopen jaar verscheen heeft Possen regelmatig de vraag gekregen of deze ook om te zetten is naar andere fysisch-geografische regio’s, zoals laagveengebied. Het antwoord is bevestigend: “Ook daar kan bos meerwaarde bieden.” Onderzoek is intussen al ingezet. Bos lijkt uit te groeien tot een krachtig wapen tegen klimaatverandering.
Meer weten? Bekijk het achtergrondrapport over Bos in beekdalen en de viewer op stowa.nl.
Nooit meer iets missen? Meld je dan aan voor de digitale uitgave van ons magazine via www.stowa.nl/aanmeldenmagazine