Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Kersverse Community of Practice stimuleert gebruik Sleutelfactor Toxiciteit

De Sleutelfactor Toxiciteit (SFTox) is een methode waarmee waterbeheerders en drinkwaterbedrijven chemische verontreiniging van het oppervlaktewater goed in kaart kunnen brengen. Het instrument laat zien wat de effecten van chemische verontreinigingen op het waterleven zijn.

De Sleutelfactor Toxiciteit is een alternatief voor de klassieke wijze waarop chemische waterkwaliteit voor de Kaderrichtlijn Water wordt bepaald en getoetst. Dat gebeurt aan de hand van normen voor een beperkt aantal prioritaire stoffen, volgens het ‘one out all out’ principe. Dankzij SFTox kun je - in vijf verschillende klassen - in beeld brengen wat de status van de chemische waterkwaliteit is, en in hoeverre die belemmerend werkt voor het halen van waterkwaliteitsdoelen.

In mei van dit jaar startte een nieuwe Community of Practice (CoP) met als doel het stimuleren van SFTox in de praktijk. Wij spraken met drie CoP-deelnemers en vroegen ze naar hun ervaringen.

CoP-trekker Milo de Baat:

SFTox biedt handvatten om toxische druk te verminderen

“Dankzij de CoP Sleutelfactor Toxiciteit krijgen waterschappen beter inzicht in de chemische waterkwaliteit en de gevolgen van toxische verontreinigingen op het waterleven. We kunnen met de methode de toxische druk en de effecten van stoffenmengsels bepalen. Met behulp van bioassays en chemische analyses zien we beter welke stoffen of vervuilingsbronnen de toxiciteit veroorzaken. Dit helpt bij het kiezen en nemen van passende maatregelen.”

Aan het woord is Milo de Baat, assistant-professor Waterkwaliteit en Ecotoxicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij startte dit jaar samen met STOWA-adviseur water en ecologie Veerle Tuijnman de Community of Practice. Half mei vond de eerste bijeenkomst plaats in Amersfoort. Er waren daarbij zo’n dertig gebruikers van de SFTox-methode aanwezig.  

“De Sleutelfactor Toxiciteit zorgt voor betere metingen en meer handelingsperspectief. Als je zeker weet dat het probleem zit bij specifieke industriële lozingen, een rwzi of landbouw, kun je daar iets aan doen. Tijdens de bijeenkomst hebben we de vragen die er bij de gebruikers leven, geïnventariseerd. Zo is er behoefte aan een standaardmethode om te meten en te monitoren. Welke bioassays (zie kader) gaan we gebruiken? Welke effect-signaalwaardes gaan we hanteren, de waardes waarbij het alarm afgaat? We zijn nu bezig met het instellen van werkgroepen die deze vragen gaan beantwoorden.”

Volgens Milo de Baat is er inmiddels sprake van een soort vliegwieleffect. “We bereiden een brede bijeenkomst voor, waar ook deelnemers zullen komen die nog geen ervaring met de methode hebben. We willen hen met behulp van een serious game uitleggen hoe SFTox precies werkt. En we willen ook in de praktijk gaan demonstreren hoe de methode werkt. Ik wil alle mogelijke gebruikers dan ook oproepen om contact met ons op te nemen en zich aan te sluiten bij deze CoP.”

Onderzoeker Thao Nguyen:

Effecten mengseltoxiciteit op waterorganismen in beeld

“De Sleutelfactor Toxiciteit is van toegevoegde waarde omdat we daarmee het toxiciteitseffect van een mengsel van stoffen op waterorganismen kunnen meten. We kijken bijvoorbeeld hoe algen, watervlooien en bacteriën reageren op bepaalde chemische verontreinigingen in het water”, vertelt Thao Nguyen. Zij werkt als projectonderzoekmedewerker voor het waterkwaliteitslaboratorium Stichting Waterproef.

“Wij doen onderzoek naar de effecten van mengseltoxiciteit voor onze opdrachtgevers Waternet en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Naast het algemene chemische onderzoek voeren we algemeen toxiciteitsonderzoek uit. Onderzoek naar de specifieke effecten van bijvoorbeeld hormonen besteden we uit aan een extern lab. Zij kijken naar genetische veranderingen in cellijnen.”

"Met de Sleutelfactor Toxiciteit wordt de waterkwaliteit op basis van toxiciteit beoordeeld en ingedeeld in vijf klassen. Die klassen worden vertaald in de kleuren blauw, geel, groen, oranje en rood. Bij blauw is er geen sprake van toxische druk en geen risico. Als de waterkwaliteit rood scoort, zijn de toxische druk en het risico heel hoog. Vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water is het niet verplicht om met deze methode te werken, maar er zijn meer landen die toxiciteitstesten gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan Duitsland en Zwitserland. Het geeft een beter inzicht in de waterkwaliteit dan als je alleen de aanwezigheid van individuele chemische stoffen bekijkt. Ik merk dat er een misvatting is dat bij toxiciteitsbeoordeling geen chemische analyse meer is vereist. Dat is niet het geval, omdat het nuttig is om zowel bioassaygegevens als chemische-analysegegevens te verkrijgen. De chemische-analysegegevens kunnen de toxische druk van de chemicaliën op waterorganismen in de omgeving verklaren.”

“De afgelopen jaren heb ik vragen gekregen van collega's hoe de bemonstering en de labopwerking moeten worden uitgevoerd, en hoe de gegevens moeten worden geïnterpreteerd. De CoP is een platform waarop deze vragen kunnen worden verzameld en besproken om te zoeken naar oplossingen. Ik neem deel aan de CoP-themagroepen ‘Effect Signaal Waarden’ en ‘Bemonstering methoden standaardiseren’.

tabel met een vergelijking van de huidige beoordeling KRW van de chemische toestand en een nieuw beoordelingssysteem op basis van vijf klassen.

Deze tabel illustreert het verschil tussen de huidige manier waarop voor de KRW de chemische toestand wordt beoordeeld en de Sleutelfactor Toxiciteit die werkt met een vijfklassensysteem. De huidige beoordeling is gebaseerd op het monitoren van de concentraties van een beperkt aantal specifiek verontreinigende stoffen. Als een van deze stoffen boven de norm komt, geldt het principe 'one out all out’: de chemische toestand voldoet niet. Bij de Sleutelfactor Toxiciteit wordt gekeken naar de zgn. toxische druk die alle (mengsels) van stoffen hebben op het waterleven. Dat gebeurt via msPAF, dat staat voor 'meer-soorten Potentieel Aangetaste Fractie’. De msPAF (te berekenen met een speciale msPAF-tool) geeft een indicatie over het deel van de organismen dat nadelige gevolgen kan ondervinden als gevolg van het aanwezige mengsel van verontreinigingen. Op basis van msPAF-grenswaarden is er een vijfklassensysteem ontwikkeld dat een duidelijke relatie heeft met de ecologische klassen van de KRW.

Waterschapper Djoline van der Gaag:

Waterkwaliteit met kleuren in kaart brengen

Djoline van der Gaag werkt als senior adviseur waterkwaliteit bij het Hoogheemraadschap van Delfland. “Ik draag bij aan het opstellen van monitoringplannen om de waterkwaliteit in het gebied in kaart te brengen. En ik geef advies over verbetermaatregelen.”

De waterkwaliteit in het beheersgebied staat al jaren onder druk, met name in het Westland. Zo troffen handhavers van het hoogheemraadschap in 2023 in totaal vijftien bestrijdingsmiddelen aan in concentraties boven de waterkwaliteitsnorm. De toxische druk op het water door de mix van bestrijdingsmiddelen is het hoogst op de meetlocaties in het glastuinbouwgebied.

De toxiciteit neemt de afgelopen de afgelopen twee jaar geleidelijk af, blijkt uit de waterkwaliteitsrapportage 2023 van het hoogheemraadschap. “We hebben verschillende maatregelen genomen”, licht Van der Gaag toe. “Zo zijn we vorig jaar begonnen met de risicogestuurde aanpak in het glastuinbouwgebied.”

Het hoogheemraadschap heeft nu ook in iedere glastuinbouwpolder een meetpunt. “We meten hier maandelijks de concentratie bestrijdingsmiddelen. Wanneer de waterkwaliteitsnormen worden overschreden, gaan we met onze handhavers kijken waar de bron zit om maatregelen te nemen.” Het SFTox-instrument komt hierbij goed van pas. Het instrument gebruikt Van der Gaag om in kaart te brengen waar de toxische druk en het risico voor de waterkwaliteit het hoogst zijn. “Aan de hand hiervan bepalen we onder andere waar we aan de slag gaan met de risicogestuurde aanpak.”

Wanneer de concentraties zijn gemeten, geeft SFTox het effect op de waterkwaliteit in vijf klassen in kleur weer. “Sommige stoffen zorgen voor een acuut probleem en andere stoffen hebben op langere termijn pas effect”, licht Van der Gaag toe. “Daar kunnen we onze maatregelen op afstemmen.”

De Community of Practice Sleutelfactor Toxiciteit, waaraan zij deelneemt, heeft online drie keer vergaderd. Ook is er een fysieke bijeenkomst geweest. Van der Gaag vindt het prettig en leerzaam om kennis en ervaringen uit te wisselen en samen het instrument verder te brengen. “Het gaat om complexe materie en bestuurders willen graag weten of het met de waterkwaliteit de goede kant uitgaat. Daarom heb ik in de laatste waterkwaliteitsrapportage van Delfland de kleuren van de SFTox gebruikt. Zo zien ze in één oogopslag welke kant we met de waterkwaliteit uitgaan.”

Communities of Practice bij STOWA

STOWA ontwikkelt, vergaart, verspreidt en implementeert toegepaste kennis die de waterbeheerders nodig hebben om de opgaven waar zij in hun werk voor staan, goed uit te voeren. Maar we fungeren ook nadrukkelijk als kennismakelaar. Daarvoor brengen we waterschappers bij elkaar rond bepaalde actuele waterthema’s. Dat gebeurt in zogenoemde Communities of Practice. Sommige van deze communities bestaan al erg lang, zoals de CoP ‘Beken en Rivieren’ en de CoP ‘Nieuwe en Decentrale Sanitatie’. Andere hebben een meer tijdelijk karakter. Dat hangt erg af van het onderwerp.

De CoP’s van STOWA bestrijken het gehele waterbeheer. Voorbeelden van huidige CoP’s zijn ‘Waterkwaliteit en klimaat’, ‘Ecologische data-analyse’, ‘Emissies van lachgas vanuit rwzi’s’, ‘Online Sensoring’, ‘Effluentkwaliteit’, ‘Afvalwatertransport’ en  ‘Afvalwaterprognoses’.

Meer weten? Ga naar stowa.nl en zoek op ‘community’

Wat zijn bioassays?

Bioassays maken gebruik van levende organismen en cellen om de effecten van stoffen op mens en milieu (ecotoxiciteit) te kunnen meten. Veel gebruikte organismen zijn watervlooien. Deze watervlooien worden blootgesteld aan een watermonster en na 24 uur en 48 uur wordt er gekeken hoe het met de watervlooien gaat. Op die manier kan de toxiciteit van het watermonster worden vastgesteld. Bioassays meten het gezamenlijke effect van in het mengsel aanwezige stoffen, zonder dat er informatie beschikbaar hoeft te zijn over welke stoffen in welke concentraties in het watermonster aanwezig zijn.

Kijk een korte video over bioassays >

Kersverse Community of Practice stimuleert gebruik Sleutelfactor Toxiciteit

Volgens Milo de Baat is er inmiddels sprake van een soort vliegwieleffect. “We bereiden een brede bijeenkomst voor, waar ook deelnemers zullen komen die nog geen ervaring met de methode hebben. We willen hen met behulp van een serious game uitleggen hoe SFTox precies werkt. En we willen ook in de praktijk gaan demonstreren hoe de methode werkt. Ik wil alle mogelijke gebruikers dan ook oproepen om contact met ons op te nemen en zich aan te sluiten bij deze CoP.”

Effecten mengseltoxiciteit op waterorganismen in beeld

“De Sleutelfactor Toxiciteit is van toegevoegde waarde omdat we daarmee het toxiciteitseffect van een mengsel van stoffen op waterorganismen kunnen meten. We kijken bijvoorbeeld hoe algen, watervlooien en bacteriën reageren op bepaalde chemische verontreinigingen in het water”, vertelt Thao Nguyen. Zij werkt als projectonderzoekmedewerker voor het waterkwaliteitslaboratorium Stichting Waterproef.

“Wij doen onderzoek naar de effecten van mengseltoxiciteit voor onze opdrachtgevers Waternet en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Naast het algemene chemische onderzoek voeren we algemeen toxiciteitsonderzoek uit. Onderzoek naar de specifieke effecten van bijvoorbeeld hormonen besteden we uit aan een extern lab. Zij kijken naar genetische veranderingen in cellijnen.”

"Met de Sleutelfactor Toxiciteit wordt de waterkwaliteit op basis van toxiciteit beoordeeld en ingedeeld in vijf klassen. Die klassen worden vertaald in de kleuren blauw, geel, groen, oranje en rood. Bij blauw is er geen sprake van toxische druk en geen risico. Als de waterkwaliteit rood scoort, zijn de toxische druk en het risico heel hoog. Vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water is het niet verplicht om met deze methode te werken, maar er zijn meer landen die toxiciteitstesten gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan Duitsland en Zwitserland. Het geeft een beter inzicht in de waterkwaliteit dan als je alleen de aanwezigheid van individuele chemische stoffen bekijkt. Ik merk dat er een misvatting is dat bij toxiciteitsbeoordeling geen chemische analyse meer is vereist. Dat is niet het geval, omdat het nuttig is om zowel bioassaygegevens als chemische-analysegegevens te verkrijgen. De chemische-analysegegevens kunnen de toxische druk van de chemicaliën op waterorganismen in de omgeving verklaren.”

“De afgelopen jaren heb ik vragen gekregen van collega's hoe de bemonstering en de labopwerking moeten worden uitgevoerd, en hoe de gegevens moeten worden geïnterpreteerd. De CoP is een platform waarop deze vragen kunnen worden verzameld en besproken om te zoeken naar oplossingen. Ik neem deel aan de CoP-themagroepen ‘Effect Signaal Waarden’ en ‘Bemonstering methoden standaardiseren’.

STOWA ontwikkelt, vergaart, verspreidt en implementeert toegepaste kennis die de waterbeheerders nodig hebben om de opgaven waar zij in hun werk voor staan, goed uit te voeren. Maar we fungeren ook nadrukkelijk als kennismakelaar. Daarvoor brengen we waterschappers bij elkaar rond bepaalde actuele waterthema’s. Dat gebeurt in zogenoemde Communities of Practice. Sommige van deze communities bestaan al erg lang, zoals de CoP ‘Beken en Rivieren’ en de CoP ‘Nieuwe en Decentrale Sanitatie’. Andere hebben een meer tijdelijk karakter. Dat hangt erg af van het onderwerp.

De CoP’s van STOWA bestrijken het gehele waterbeheer. Voorbeelden van huidige CoP’s zijn ‘Waterkwaliteit en klimaat’, ‘Ecologische data-analyse’, ‘Emissies van lachgas vanuit rwzi’s’, ‘Online Sensoring’, ‘Effluentkwaliteit’, ‘Afvalwatertransport’ en  ‘Afvalwaterprognoses’.

Meer weten? Ga naar stowa.nl en zoek op ‘community’

De Sleutelfactor Toxiciteit (SFTox) is een methode waarmee waterbeheerders en drinkwaterbedrijven chemische verontreiniging van het oppervlaktewater goed in kaart kunnen brengen. Het instrument laat zien wat de effecten van chemische verontreinigingen op het waterleven zijn.

De Sleutelfactor Toxiciteit is een alternatief voor de klassieke wijze waarop chemische waterkwaliteit voor de Kaderrichtlijn Water wordt bepaald en getoetst. Dat gebeurt aan de hand van normen voor een beperkt aantal prioritaire stoffen, volgens het ‘one out all out’ principe. Dankzij SFTox kun je in vijf verschillende klassen in beeld brengen wat de status van de chemische waterkwaliteit is, en in hoeverre die belemmerend werkt voor het halen van waterkwaliteitsdoelen.

In mei van dit jaar startte een nieuwe Community of Practice (CoP) met als doel het stimuleren van SFTox in de praktijk. Wij spraken met drie CoP-deelnemers en vroegen ze naar hun ervaringen.

Aan het woord is Milo de Baat, assistant-professor Waterkwaliteit en Ecotoxicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij startte dit jaar samen met STOWA-adviseur water en ecologie Veerle Tuijnman de Community of Practice. Half mei vond de eerste bijeenkomst plaats in Amersfoort. Er waren daarbij zo’n dertig gebruikers van de SFTox-methode aanwezig.  

“De Sleutelfactor Toxiciteit zorgt voor betere metingen en meer handelingsperspectief. Als je zeker weet dat het probleem zit bij specifieke industriële lozingen, een rwzi of landbouw, kun je daar iets aan doen. Tijdens de bijeenkomst hebben we de vragen die er bij de gebruikers leven, geïnventariseerd. Zo is er behoefte aan een standaardmethode om te meten en te monitoren. Welke bioassays (zie kader) gaan we gebruiken? Welke effect-signaalwaardes gaan we hanteren, de waardes waarbij het alarm afgaat? We zijn nu bezig met het instellen van werkgroepen die deze vragen gaan beantwoorden.”

“Dankzij de CoP Sleutelfactor Toxiciteit krijgen waterschappen beter inzicht in de chemische waterkwaliteit en de gevolgen van toxische verontreinigingen op het waterleven. We kunnen met de methode de toxische druk en de effecten van stoffenmengsels bepalen. Met behulp van bioassays en chemische analyses zien we beter welke stoffen of vervuilingsbronnen de toxiciteit veroorzaken. Dit helpt bij het kiezen en nemen van passende maatregelen.”

SFTox biedt handvatten om toxische druk te verminderen

CoP-trekker Milo de Baat:

Onderzoeker Thao Nguyen:

Deze tabel illustreert het verschil tussen de huidige manier waarop voor de KRW de chemische toestand wordt beoordeeld en de Sleutelfactor Toxiciteit die werkt met een vijfklassensysteem. De huidige beoordeling is gebaseerd op het monitoren van de concentraties van een beperkt aantal specifiek verontreinigende stoffen. Als een van deze stoffen boven de norm komt, geldt het principe 'one out all out’: de chemische toestand voldoet niet. Bij de Sleutelfactor Toxiciteit wordt gekeken naar de zgn. toxische druk die alle (mengsels) van stoffen hebben op het waterleven. Dat gebeurt via msPAF, dat staat voor 'meer-soorten Potentieel Aangetaste Fractie’. De msPAF (te berekenen met een speciale msPAF-tool) geeft een indicatie over het deel van de organismen dat nadelige gevolgen kan ondervinden als gevolg van het aanwezige mengsel van verontreinigingen. Op basis van msPAF-grenswaarden is er een vijfklassensysteem ontwikkeld dat een duidelijke relatie heeft met de ecologische klassen van de KRW.

De waterkwaliteit in het beheersgebied staat al jaren onder druk, met name in het Westland. Zo troffen handhavers van het hoogheemraadschap in 2023 in totaal vijftien bestrijdingsmiddelen aan in concentraties boven de waterkwaliteitsnorm. De toxische druk op het water door de mix van bestrijdingsmiddelen is het hoogst op de meetlocaties in het glastuinbouwgebied.

De toxiciteit neemt de afgelopen de afgelopen twee jaar geleidelijk af, blijkt uit de waterkwaliteitsrapportage 2023 van het hoogheemraadschap. “We hebben verschillende maatregelen genomen”, licht Van der Gaag toe. “Zo zijn we vorig jaar begonnen met de risicogestuurde aanpak in het glastuinbouwgebied.”

Het hoogheemraadschap heeft nu ook in iedere glastuinbouwpolder een meetpunt. “We meten hier maandelijks de concentratie bestrijdingsmiddelen. Wanneer de waterkwaliteitsnormen worden overschreden, gaan we met onze handhavers kijken waar de bron zit om maatregelen te nemen.” Het SFTox-instrument komt hierbij goed van pas. Het instrument gebruikt Van der Gaag om in kaart te brengen waar de toxische druk en het risico voor de waterkwaliteit het hoogst zijn. “Aan de hand hiervan bepalen we onder andere waar we aan de slag gaan met de risicogestuurde aanpak.”

Djoline van der Gaag werkt als senior adviseur waterkwaliteit bij het Hoogheemraadschap van Delfland. “Ik draag bij aan het opstellen van monitoringplannen om de waterkwaliteit in het gebied in kaart te brengen. En ik geef advies over verbetermaatregelen.”

Waterkwaliteit met kleuren in kaart brengen

Waterschapper

Djoline van der Gaag:

Wanneer de concentraties zijn gemeten, geeft SFTox het effect op de waterkwaliteit in vijf klassen in kleur weer. “Sommige stoffen zorgen voor een acuut probleem en andere stoffen hebben op langere termijn pas effect”, licht Van der Gaag toe. “Daar kunnen we onze maatregelen op afstemmen.”

De Community of Practice Sleutelfactor Toxiciteit, waaraan zij deelneemt, heeft online drie keer vergaderd. Ook is er een fysieke bijeenkomst geweest. Van der Gaag vindt het prettig en leerzaam om kennis en ervaringen uit te wisselen en samen het instrument verder te brengen. “Het gaat om complexe materie en bestuurders willen graag weten of het met de waterkwaliteit de goede kant uitgaat. Daarom heb ik in de laatste waterkwaliteitsrapportage van Delfland de kleuren van de SFTox gebruikt. Zo zien ze in één oogopslag welke kant we met de waterkwaliteit uitgaan.”

Communities of Practice bij STOWA

Wat zijn bioassays?

Bioassays maken gebruik van levende organismen en cellen om de effecten van stoffen op mens en milieu (ecotoxiciteit) te kunnen meten. Veel gebruikte organismen zijn watervlooien. Deze watervlooien worden blootgesteld aan een watermonster en na 24 uur en 48 uur wordt er gekeken hoe het met de watervlooien gaat. Op die manier kan de toxiciteit van het watermonster worden vastgesteld. Bioassays meten het gezamenlijke effect van in het mengsel aanwezige stoffen, zonder dat er informatie beschikbaar hoeft te zijn over welke stoffen in welke concentraties in het watermonster aanwezig zijn.

Kijk een korte video over bioassays >

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm