Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Waterketendirecteuren slaan handen ineen voor grootschalige rwzi-opgave

De helft van de 313 rioolwater­zuive­rings­installaties in Nederland moet de komende decennia worden vernieuwd of aangepast. Veroudering, strenger wordende Europese lozingseisen en verduurzamings­ambities maken de opgave urgent én omvangrijk. Om die reden zijn directeuren van water­schap­pen het directeuren­initiatief Water­keten gestart. Hun inzet: het organi­seren van vergaande samen­werking om de opgave uitvoer­baar te houden.

Het merendeel van de rwzi’s van de waterschappen is in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw gebouwd en nadert het einde van de economische en technische levensduur. Aanvullende zuiveringsstappen zijn nodig om straks te voldoen aan de aangescherpte lozingseisen die voortvloeien uit de nieuwe Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Deze wordt tussen 2033 en 2040 van kracht; eerst voor grote rwzi’s, later ook voor de kleinere. Ook de verduurzamingsopgave legt extra druk op de waterschappen. Denk aan energievoorziening en het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater in het kader van de beoogde circulaire economie. En er komen 900 duizend woningen bij, die ook moeten worden aangesloten op het riool. Maar niet alleen de rwzi's naderen het eind van hun levensduur. Hetzelfde geldt voor de afvalwatertransportinfrastructuur (onder andere persleidingen) die in dezelfde periode is aangelegd. Zicht op restlevensduur en planmatige vervanging zijn noodzakelijk om financiële, fysieke en organisatorische problemen voor te zijn.

Initiatiefgroep

Er komt kortom een forse hoeveelheid werk op de waterschappen af, en vrijwel allemaal tegelijk en in dezelfde periode. Het risico bestaat dat ieder waterschap afzonderlijk aan de slag gaat met dezelfde opgaven. Daardoor ontstaat er een enorme piek in de vraag, die de toch al smalle markt van ingenieursbureaus en aannemers extra onder druk zet. De personele capaciteit is beperkt, en ook binnen de waterschappen zelf is het een enorme opgave. “Daarom hebben wij begin 2024 met een aantal directeuren van waterschappen de koppen bij elkaar gestoken”, zegt Roland Vissers, directeur bij Waterschap Hollandse Delta. Binnen korte tijd groeide de groep naar elf directeuren, onder wie STOWA-directeur Mark van der Werf. “Het doel is dat we doorgroeien naar een volwaardig directeurenoverleg waarin ieder waterschap op directieniveau is vertegenwoordigd.”

Vijf invalshoeken

De directeuren willen de grote opgaven gezamenlijk via vijf invalshoeken aanpakken. Allereerst willen ze hun projecten beter op elkaar afstemmen, zodat er een stabiele en voorspelbare stroom aan opdrachten richting de markt ontstaat. Daarnaast moet standaardisatie meer centraal komen te staan. Nu gaat er veel engineeringscapaciteit verloren, omdat waterschappen telkens opnieuw het wiel uitvinden. Daarom wil de initiatiefgroep inzetten op standaardisatie, zowel in het proces als in het product. Per waterschap worden nu vaak unieke projecten ontwikkeld, terwijl de functionaliteit meestal hetzelfde is. Dat kost onnodig veel tijd en capaciteit.

Samen innoveren

Naast programmeren en standaardiseren zet het directeureninitiatief in op samen innoveren, samen uitvoeren en samen met de markt optrekken. Innovaties worden nu vaak in kleine verbanden door enkele waterschappen opgepakt. Maar door systematischer centraal te coördineren welke vernieuwingen waar worden getest, kunnen resultaten sneller en breder worden toegepast. STOWA wordt gezien als spil in de kennisdeling.

Ook in de uitvoering valt winst te boeken. Projectteams van waterschappen zouden flexibeler moeten kunnen meewerken aan elkaars projecten, zodat uitvoeringskracht efficiënter wordt benut en de time-to-market wordt versneld.

Ten slotte vraagt de opgave om een andere relatie met de markt. Met raamovereenkomsten en meerjarige portfolio’s kan de samenwerking verschuiven van een traditionele opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie naar een hechter en meerjarig partnerschap. Vissers: “Daarvoor kunnen we leren van Rijkswaterstaat, dat bij grote programma’s al wat verder is met deze verschuiving. Binnenkort gaan we onder meer met Bouwend Nederland in overleg over deze werkwijze.”

Verbindingen leggen

Om de vijf oplossingsrichtingen te laten slagen, moeten de waterschappen volgens Vissers verbindingen leggen tussen verschillende domeinen, behartigd door meerdere organisaties. Bestuurlijk kan dat via de Unie van Waterschappen, en procesmatig en data-gericht via Het Waterschapshuis, bijvoorbeeld voor standaardisatie van werkwijzen en specificaties. Wat betreft kennis, (bijvoorbeeld over modulair bouwen) kan de verbinding lopen via STOWA, als spil voor innovatie en kennisopbouw. Daarnaast is er de organisatorische en uitvoerende kant. Denk aan het inrichten van teams, het borgen van capaciteit en het programmeren in de planning- en controlcycli van afzonderlijke waterschappen, met daarbij de noodzakelijke politieke inbedding bij de besturen en een ketengerichte relatie met de markt. Daar is nu een begin mee gemaakt. Vissers benadrukt dat de marktbasis die deze opgave aankan, nu nog smal is, met slechts enkele gespecialiseerde partijen. Daarom wil de initiatiefgroep ook inzetten op marktontwikkeling, bijvoorbeeld door aannemers uit sectoren als de petrochemie te betrekken, die over vergelijkbare kennis en competenties beschikken.

Projectkosten globaal verdubbeld

Volgens Michel Dijk, directeur van de ADS Groep, draait de uitdaging om drie samenhangende factoren: betaalbaarheid, vergunbaarheid en timing. Het landelijk opererende bouwbedrijf bouwt en onderhoudt rwzi’s, drink­water­installaties en gemalen. Volgens Dijk zijn de projectkosten in vijf jaar tijd globaal verdubbeld, en is in de voor­be­rei­dings­kre­dieten van de water­schappen geen rekening gehouden met een dergelijke inflatie. Daar komen trage besluitvorming en moeizame vergunningstrajecten bij, dat laatste vaak door stikstof en de ligging van rwzi’s bij Natura 2000 gebieden. Hierdoor blijft beschikbare markt­capa­citeit volgens hem onbenut. ADS heeft momenteel te maken met leegloop en dalende omzet. “Wij hebben mensen aangenomen en ons voorbereid op groei. Onze fabriek staat klaar voor modulaire bouw. Maar zolang opdrachten uitblijven, wordt de piek die straks komt alleen maar groter,” waarschuwt Dijk. Net als het directeureninitiatief pleit hij ook voor standaardiseren en programmeren om projecten te versnellen. Verder maakt hij zich sterk voor vaste marktconsortia en projectoverstijgende samen­werking, zodat kennis en ervaring beter renderen en niet iedere keer het wiel opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Volgens hem kan de prijs van projecten zo fors naar beneden en het tempo fors omhoog.

Assets

De grootste uitdaging voor waterschappen is het goed in beeld krijgen van de de staat van hun assets goed, stelt Cora Uijterlinde, programmamanager Afvalwatersystemen bij STOWA. Het kennisplatform voor de waterschappen ontwikkelde hiervoor al de nodige tools. STOWA heeft bijvoorbeeld samen met stichting RIONED, Deltares en TNO een model ontwikkeld dat met behulp van AI de faalkansen en de resterende levensduur van persleidingen voorspelt. Deze en andere tools kunnen de waterschappen enorm helpen. Volgens haar kunnen die binnen het directeureninitiatief worden ingezet om de opgave helder te krijgen.

Verder zouden waterschappen levensduurverlengende innovaties kunnen toepassen of ontwikkelen. Een mooi voorbeeld is het project met continu aeroob korrelslib bij rwzi Wijk van Duurstede. Hiermee kan de zuiveringscapaciteit van rwzi’s mogelijk met 50 tot 100 procent uitgebreid worden, zonder grote ingrepen. Elders in dit magazine kunt u er meer over lezen. Het gaat ook om het inzetten van nieuwe meet- en regeltechnieken, zoals modellen die helpen meer uit de huidige assets te halen. Maar ook om het meten van situaties waarin bijvoorbeeld een slibgisting minder goed functioneert. “Misschien moet die een keer worden leeggehaald omdat er allerlei sedimenten in zitten, een kostbare aangelegenheid. Maar goed beheer van installaties verlengt de levensduur”, aldus Uijterlinde.

Prioriteren

Uijterlinde wijst erop dat er in het onderzoeksprogramma IPMV van STOWA al veel kennis is opgedaan over de verwijdering van medicijnresten. Sommige technologieën vragen forse bouwkundige voorzieningen, terwijl er ook relatief eenvoudige methoden zijn, zoals extra dosering van actief kool. Die kunnen tijdelijk helpen om de doelstellingen te halen en bovendien snel en met beperkte impact op de bestaande capaciteit worden gerealiseerd “Het is daarom belangrijk de opgave én de beschikbare mogelijkheden goed inzichtelijk te maken”, zegt Uijterlinde. Soms kunnen waterschappen maatregelen slim combineren. Een ingreep om nutriënten te verwijderen kan bijvoorbeeld tegelijk de uitstoot van broeikasgassen beperken. Volgens haar is het de kunst projecten zo op te zetten dat ze meerdere doelen dienen. Daarbij spelen deadlines een grote rol: sommige doelen vragen eerder actie dan andere. “Dat betekent prioriteren. Soms is het efficiënt om in één project veel tegelijk aan te pakken, maar vaak is het verstandiger eerst de meest urgente maatregelen te nemen”, besluit Uijterlinde.

Artikel in het kort

  • De helft van de 313 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland moet de komende decennia worden vernieuwd of aangepast. Het is zeer de vraag of er bij waterschappen en adviesbureaus voldoende capaciteit voorhanden is om dit in goede banen te leiden

  • Om capaciteitsproblemen voor te zijn, is het directeureninitiatief Waterketen gestart, met als doel het organiseren van vergaande samenwerking om de opgave uitvoerbaar te houden.

  • De samenwerking bestaat uit gezamenlijk programmeren, standaardiseren, samen innoveren, samen uitvoeren en samen met de markt optrekken.

Verdygo:

een gestandaardiseerde, modulaire ontwerp- en bouwfilosofie voor de (ver)bouw van rwzi’s

Verdygo is een innovatieve, modulaire en gestandaardiseerde aanpak voor de (ver)bouw van rwzi’s: de modules zijn bovengronds, flexibel, duurzaam inzetbaar en circulair. Verdygo is technologie- en fabrikant-onafhankelijk. Gestandaardiseerde ontwerpen besparen in de ontwikkelfase, verkorten de bouwtijd en bevorderen de uitwisselbaarheid.

Meer weten? Kijk op www.verdygo.com

Waterketendirecteuren slaan handen ineen voor grootschalige rwzi-opgave

De helft van de 313 rioolwater­zuive­rings­installaties in Nederland moet de komende decennia worden vernieuwd of aangepast. Veroudering, strenger wordende Europese lozingseisen en verduurzamings­ambities maken de opgave urgent én omvangrijk. Om die reden zijn directeuren van water­schap­pen het directeuren­initiatief Water­keten gestart. Hun inzet: het organi­seren van vergaande samen­werking om de opgave uitvoer­baar te houden.

Het merendeel van de rwzi’s van de waterschappen is in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw gebouwd en nadert het einde van de economische en technische levensduur. Aanvullende zuiveringsstappen zijn nodig om straks te voldoen aan de aangescherpte lozingseisen die voortvloeien uit de nieuwe Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Deze wordt tussen 2033 en 2040 van kracht; eerst voor grote rwzi’s, later ook voor de kleinere. Ook de verduurzamingsopgave legt extra druk op de waterschappen. Denk aan energievoorziening en het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater in het kader van de beoogde circulaire economie. En er komen 900 duizend woningen bij, die ook moeten worden aangesloten op het riool. Maar niet alleen de rwzi's naderen het eind van hun levensduur. Hetzelfde geldt voor de afvalwatertransportinfrastructuur (onder andere persleidingen) die in dezelfde periode is aangelegd. Zicht op restlevensduur en planmatige vervanging zijn noodzakelijk om financiële, fysieke en organisatorische problemen voor te zijn.

Initiatiefgroep

Er komt kortom een forse hoeveelheid werk op de waterschappen af, en vrijwel allemaal tegelijk en in dezelfde periode. Het risico bestaat dat ieder waterschap afzonderlijk aan de slag gaat met dezelfde opgaven. Daardoor ontstaat er een enorme piek in de vraag, die de toch al smalle markt van ingenieursbureaus en aannemers extra onder druk zet. De personele capaciteit is beperkt, en ook binnen de waterschappen zelf is het een enorme opgave. “Daarom hebben wij begin 2024 met een aantal directeuren van waterschappen de koppen bij elkaar gestoken”, zegt Roland Vissers, directeur bij Waterschap Hollandse Delta. Binnen korte tijd groeide de groep naar elf directeuren, onder wie STOWA-directeur Mark van der Werf. “Het doel is dat we doorgroeien naar een volwaardig directeurenoverleg waarin ieder waterschap op directieniveau is vertegenwoordigd.”

Vijf invalshoeken

De directeuren willen de grote opgaven gezamenlijk via vijf invalshoeken aanpakken. Allereerst willen ze hun projecten beter op elkaar afstemmen, zodat er een stabiele en voorspelbare stroom aan opdrachten richting de markt ontstaat. Daarnaast moet standaardisatie meer centraal komen te staan. Nu gaat er veel engineeringscapaciteit verloren, omdat waterschappen telkens opnieuw het wiel uitvinden. Daarom wil de initiatiefgroep inzetten op standaardisatie, zowel in het proces als in het product. Per waterschap worden nu vaak unieke projecten ontwikkeld, terwijl de functionaliteit meestal hetzelfde is. Dat kost onnodig veel tijd en capaciteit.

Samen innoveren

Naast programmeren en standaardiseren zet het directeureninitiatief in op samen innoveren, samen uitvoeren en samen met de markt optrekken. Innovaties worden nu vaak in kleine verbanden door enkele waterschappen opgepakt. Maar door systematischer centraal te coördineren welke vernieuwingen waar worden getest, kunnen resultaten sneller en breder worden toegepast. STOWA wordt gezien als spil in de kennisdeling.

Ook in de uitvoering valt winst te boeken. Projectteams van waterschappen zouden flexibeler moeten kunnen meewerken aan elkaars projecten, zodat uitvoeringskracht efficiënter wordt benut en de time-to-market wordt versneld.

Ten slotte vraagt de opgave om een andere relatie met de markt. Met raamovereenkomsten en meerjarige portfolio’s kan de samenwerking verschuiven van een traditionele opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie naar een hechter en meerjarig partnerschap. Vissers: “Daarvoor kunnen we leren van Rijkswaterstaat, dat bij grote programma’s al wat verder is met deze verschuiving. Binnenkort gaan we onder meer met Bouwend Nederland in overleg over deze werkwijze.”

Verbindingen leggen

Om de vijf oplossingsrichtingen te laten slagen, moeten de waterschappen volgens Vissers verbindingen leggen tussen verschillende domeinen, behartigd door meerdere organisaties. Bestuurlijk kan dat via de Unie van Waterschappen, en procesmatig en data-gericht via Het Waterschapshuis, bijvoorbeeld voor standaardisatie van werkwijzen en specificaties. Kennisgericht (bijvoorbeeld over modulair bouwen) kan via STOWA, als spil voor innovatie en kennisopbouw. Daarnaast is er de organisatorische en uitvoerende kant. Denk aan het inrichten van teams, het borgen van capaciteit en het programmeren in de planning- en controlcycli van afzonderlijke waterschappen, met daarbij de noodzakelijke politieke inbedding bij de besturen en een ketengerichte relatie met de markt. Daar is nu een begin mee gemaakt. Vissers benadrukt dat de marktbasis die deze opgave aankan nu nog smal is, met slechts enkele gespecialiseerde partijen. Daarom wil de initiatiefgroep ook inzetten op marktontwikkeling, bijvoorbeeld door aannemers uit sectoren als de petrochemie te betrekken, die over vergelijkbare kennis en competenties beschikken.

Projectkosten globaal verdubbeld

Volgens Michel Dijk, directeur van de ADS Groep, draait de uitdaging om drie samenhangende factoren: betaalbaarheid, vergunbaarheid en timing. Het landelijk opererende bouwbedrijf bouwt en onderhoudt rwzi’s, drink­water­installaties en gemalen. Volgens Dijk zijn de projectkosten in vijf jaar tijd globaal verdubbeld, en is in de voor­be­rei­dings­kre­dieten van de water­schappen geen rekening gehouden met een dergelijke inflatie. Daar komen trage besluitvorming en moeizame vergunningstrajecten bij, dat laatste vaak door stikstof en de ligging van rwzi’s bij Natura 2000 gebieden. Hierdoor blijft beschikbare markt­capa­citeit volgens hem onbenut. ADS heeft momenteel te maken met leegloop en dalende omzet. “Wij hebben mensen aangenomen en ons voorbereid op groei. Onze fabriek staat klaar voor modulaire bouw. Maar zolang opdrachten uitblijven, wordt de piek die straks komt alleen maar groter,” waarschuwt Dijk. Net als het directeureninitiatief pleit hij ook voor standaardiseren en programmeren om projecten te versnellen. Verder maakt hij zich sterk voor vaste marktconsortia en projectoverstijgende samen­werking, zodat kennis en ervaring beter renderen en niet iedere keer het wiel opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Volgens hem kan de prijs van projecten zo fors naar beneden en het tempo fors omhoog.

Assets

De grootste uitdaging voor waterschappen is het goed in beeld krijgen van de de staat van hun assets goed, stelt Cora Uijterlinde, programmamanager Afvalwatersystemen bij STOWA. Het kennisplatform voor de waterschappen ontwikkelde hiervoor al de nodige tools. STOWA heeft bijvoorbeeld samen met stichting RIONED, Deltares en TNO een model ontwikkeld dat met behulp van AI de faalkansen en de resterende levensduur van persleidingen voorspelt. Deze en andere tools kunnen de waterschappen enorm helpen. Volgens haar kunnen die binnen het directeureninitiatief worden ingezet om de opgave helder te krijgen.

Verder zouden waterschappen levensduurverlengende innovaties kunnen toepassen of ontwikkelen. Een mooi voorbeeld is het project met continu aeroob korrelslib bij rwzi Wijk van Duurstede. Hiermee kan de zuiveringscapaciteit van rwzi’s mogelijk met 50 tot 100 procent uitgebreid worden, zonder grote ingrepen. Elders in dit magazine kunt u er meer over lezen. Het gaat ook om het inzetten van nieuwe meet- en regeltechnieken, zoals modellen die helpen meer uit de huidige assets te halen. Maar ook om het meten van situaties waarin bijvoorbeeld een slibgisting minder goed functioneert. “Misschien moet die een keer worden leeggehaald omdat er allerlei sedimenten in zitten, een kostbare aangelegenheid. Maar goed beheer van installaties verlengt de levensduur”, aldus Uijterlinde.

Prioriteren

Uijterlinde wijst erop dat er in het onderzoeksprogramma IPMV van STOWA al veel kennis is opgedaan over de verwijdering van medicijnresten. Sommige technologieën vragen forse bouwkundige voorzieningen, terwijl er ook relatief eenvoudige methoden zijn, zoals extra dosering van actief kool. Die kunnen tijdelijk helpen om de doelstellingen te halen en bovendien snel en met beperkte impact op de bestaande capaciteit worden gerealiseerd “Het is daarom belangrijk de opgave én de beschikbare mogelijkheden goed inzichtelijk te maken”, zegt Uijterlinde. Soms kunnen waterschappen maatregelen slim combineren. Een ingreep om nutriënten te verwijderen kan bijvoorbeeld tegelijk de uitstoot van broeikasgassen beperken. Volgens haar is het de kunst projecten zo op te zetten dat ze meerdere doelen dienen. Daarbij spelen deadlines een grote rol: sommige doelen vragen eerder actie dan andere. “Dat betekent prioriteren. Soms is het efficiënt om in één project veel tegelijk aan te pakken, maar vaak is het verstandiger eerst de meest urgente maatregelen te nemen”, besluit Uijterlinde.

Artikel in het kort

  • De helft van de 313 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland moet de komende decennia worden vernieuwd of aangepast. Het is zeer de vraag of er bij waterschappen en adviesbureaus voldoende capaciteit voorhanden is om dit in goede banen te leiden

  • Om capaciteitsproblemen voor te zijn, is het directeureninitiatief Waterketen gestart, met als doel het organiseren van vergaande samenwerking om de opgave uitvoerbaar te houden.

  • De samenwerking bestaat uit gezamenlijk programmeren, standaardiseren, samen innoveren, samen uitvoeren en samen met de markt optrekken.

Verdygo:

een gestandaardiseerde, modulaire ontwerp- en bouwfilosofie voor de (ver)bouw van rwzi’s

Verdygo is een innovatieve, modulaire en gestandaardiseerde aanpak voor de (ver)bouw van rwzi’s: de modules zijn bovengronds, flexibel, duurzaam inzetbaar en circulair. Verdygo is technologie- en fabrikant-onafhankelijk. Gestandaardiseerde ontwerpen besparen in de ontwikkelfase, verkorten de bouwtijd en bevorderen de uitwisselbaarheid.

Meer weten? Kijk op www.verdygo.com

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm