STOWATERINFOOTJES
WATER
AI-zoekassistent voor doorzoeken eigen publicaties
STOWA heeft samen met het Waterschapshuis een AI-zoekassistent ontwikkeld. Deze zoekassistent helpt gebruikers op weg bij het vinden van alle antwoorden op kennisvragen over regionaal waterbeheer. De assistent doorzoekt daarvoor alle Deltafacts en publicaties die STOWA in haar bestaan heeft uitgebracht.
STOWA ontwikkelt en verzamelt al decennialang praktisch toepasbare kennis voor het beantwoorden van de vragen van regionale waterbeheerders. Veel van die kennis is nog steeds bruikbaar. Maar hoe kunnen we die kennis beter ontsluiten dan we nu doen? “Deze vraag was de aanleiding om met het Waterschapshuis deze zoekassistent te ontwikkelen”, aldus STOWA-directeur Mark van der Werf. Van der Werf hecht eraan te zeggen dat de zoekassistent vooral is bedoeld om gebruikers snel en kundig op weg te helpen bij het vinden van antwoorden op inhoudelijke vragen. “Wil je zeker weten of het antwoord juist is, ga dan altijd terug naar de bron.” Dat kan overigens heel eenvoudig, want de zoekassistent geeft bij het gegeven antwoord altijd één of meer bronvermeldingen. Deze verwijzen naar de publicatie op basis waarvan het antwoord wordt gegeven. De betreffende publicatie kun je vervolgens ook direct downloaden.
De reikwijdte van de zoekresultaten is beperkt tot de publicaties en Deltafacts die in de publicatiedatabase van STOWA zijn opgenomen. Met een reden: “We beperken ons tot het doorzoeken van die informatie die STOWA feitelijk kan verantwoorden.” In sommige gevallen verwijst de zoekassistent wel naar satellietwebsites van STOWA. Hier kun je in dat geval je zoektocht vervolgen.
Kay Schmidt werkt als procestechnoloog bij Haskoning. In een reactie op de lancering van de zoekassistent zegt hij: “Het prettige aan deze AI-zoekassistent is dat er alleen wordt verwezen naar relevante STOWA-publicaties, die bovendien direct zichtbaar zijn. Zo kun je als gebruiker zelf beoordelen of een publicatie relevant is of niet. Een mogelijke aanvulling zou zijn om scherper te kijken naar synoniemen en het gebruik van vaktechnische afkortingen. Maar sowieso een mooie ontwikkeling in openbaar onderzoek.”
STOWA heeft op de website een uitgebreide verantwoording opgenomen voor het gebruik. Die kun je hier lezen (PDF, 67KB).
STOWA en HWH brengen brochure uit over AI in het waterbeheer
De mogelijkheden van kunstmatige intelligentie (AI) lijken eindeloos, ook voor het regionale waterbeheer. Maar wat is AI nu precies, welke mogelijkheden biedt het en wat zijn de valkuilen? Om daar meer duidelijkheid over te scheppen, heeft STOWA samen met het Waterschapshuis de brochure ‘AI aan zet in het waterbeheer’ gemaakt.
De snelheid waarmee kunstmatige intelligentie zich ontwikkelt, is indrukwekkend. AI lijkt klaar voor gebruik in het (regionale) waterbeheer. Het biedt kortom talloze kansen, maar roept ook de nodige vragen op. Worden we straks overspoeld met informatie waarvan we niet weten hoe betrouwbaar die is? Begrijpen we straks nog waarom we doen wat we doen? Hoe verandert ons werk en ons werkveld door AI en hoe geven we deze veranderingen goed vorm? Hoe duurzaam is het gebruik van AI eigenlijk? De brochure gaat dieper in op al deze vragen.
Aan de hand van een aantal voordelen krijgt de lezer ook een beeld van de interessante mogelijkheden die deze technologie biedt voor het waterbeheer. Denk aan het sneller herkennen van patronen in waterdata, het beter voorspellen van droogte of wateroverlast, of het slimmer aansturen van polder- en boezemgemalen en rioolwaterzuiveringen. In een tijd waarin waterschappen steeds vaker geconfronteerd worden met droogte, wateroverlast en afnemende waterkwaliteit, kunnen slimme AI-oplossingen helpen bij het analyseren van grote datastromen, het sneller signalen herkennen en proactief handelen.
SandTracer: monitoren van duindynamiek met satellietdata en AI
De Nederlandse duinen vormen een uniek en dynamisch landschap dat van groot belang is voor kustveiligheid en biodiversiteit. Om dit dynamische landschap effectief te beheren, is nauwkeurige monitoring nodig. Maar traditionele monitoringmethoden zijn vaak tijdrovend en kostbaar. Kan dat niet anders? STOWA en Rijkswaterstaat hebben met de ‘Sandtracer’ een mogelijk antwoord gevonden.
De SandTracer maakt het mogelijk om veranderingen in het duinlandschap frequent en gebiedsdekkend te volgen. Door gebruik te maken van geavanceerde AI-technieken voor beeldverwerking en een slim datamanagementsysteem, kunnen beheerders nu maandelijks inzicht krijgen in zandverstuivingen en hun effecten op natuur en infrastructuur.
De resultaten van dit onderzoek zijn niet alleen relevant voor het Nederlandse duinbeheer. De ontwikkelde methodiek biedt ook perspectief voor internationale toepassingen en kan bijdragen aan het monitoren van andere dynamische kustsystemen. De geplande doorontwikkeling en het komende leerjaar voor praktijkvalidatie vormen de opmaat naar een bredere implementatie van de methodiek.
Het onderzoek is deels gefinancierd vanuit het programma Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen (PIW), een gezamenlijk programma van STOWA en Rijkswaterstaat.
Bètaversie EBEO 2.0 gelanceerd
Eind 2025 werd de bètaversie opgeleverd van de EBEO2.0 tool. Deze online tool ondersteunt waterbeheerders bij het uitvoeren van een beoordeling van de ecologische waterkwaliteit aan de hand van aanwezige soorten en hun milieu- en habitatvoorkeuren (EBEO 2.0). Daarmee geeft de nieuwe beoordelingsmethode EBEO 2.0 – samen met de Ecologische Sleutelfactoren – uitstekende handvatten voor het nemen van de juiste, kosteneffectieve verbetermaatregelen en voor het beoordelen van de effectiviteit van genomen maatregelen.
Bas van der Wal van STOWA is erg blij met de bètaversie. “De methodiek werd het afgelopen jaar in verscheidene Living Labs – gebieden met uiteenlopende watertypen – ontwikkeld. Ik heb grote verwachtingen van het vervolg.” Hoe ziet dat vervolg eruit? Na oplevering wordt de methodiek eerst getoetst door een selecte groep waterbeheerders die betrokken waren bij de Living Labs. Op basis van hun bevindingen kunnen er mogelijk nog aanpassingen worden gedaan. In januari en februari 2026 gaat het projectteam de regio in. In regionale sessies kunnen waterbeheerders hands-on met de methodiek en datasets voor hun eigen watertypen aan de gang.
Het is de bedoeling dat er voor de zomer van 2026, mede op basis van de bevindingen uit de regiosessies, een eerste voldragen versie wordt gelanceerd. Daarna wil STOWA de methodiek breed gaan uitrollen. Daarvoor wordt een opleidingstraject ontworpen en zal een symposium worden georganiseerd. Bas van der Wal: “We willen heel graag dat deze nieuwe methodiek, samen met de Ecologische Sleutelfactoren, de vanzelfsprekende en geaccepteerde standaard wordt voor ecologische toestandsbepaling en diagnose. En dat het systeem wordt toegepast voor het in beeld brengen van ecologische knelpunten in komende stroomgebiedsbeheerplannen.”
Wat maakt de nieuwe methodiek nu zo bijzonder? Van der Wal: “Door te kijken naar de samenstelling van de soorten en wat die soorten zeggen over het milieu en de habitat waarin ze voorkomen, krijgen we een uitstekend beeld van alle drukken op het systeem. Dus niet alleen van de drukken zoals die zijn weergegeven in de negen sleutelfactoren. We brengen hiermee eigenlijk veel meer mogelijke (combinaties van) drukken/knelpunten in beeld. In totaal ongeveer vijfentwintig. Van eutrofiëring en droogval tot verslibbing, verzuring en toxiciteit. Met deze methodiek halen we dus veel meer informatie uit de monitoringdata die waterschappen jaar in jaar uit verzamelen. Daarbij zijn vooral de soorten van belang die strikte voorwaarden scheppen aan hun aanwezigheid. Juist hun aan- of afwezigheid ergens geeft heel veel informatie over de ecologische waterkwaliteit ter plekke.”
Meer weten? Ga naar www.stowa.nl/ebeo
Update Ecologische Sleutelfactoren gestart
STOWA werkt aan een actualisatie van de Ecologische Sleutelfactoren (ESF’s). De waterbeheerders gebruiken de ESF’s voor het doorgronden en analyseren van de ecologische waterkwaliteit in zowel stilstaand als stromend water.
De Ecologische Sleutelfactoren geven waterbeheerders inzicht in de vraag in hoeverre er wordt voldaan aan de belangrijkste abiotische (niet-levende) voorwaarden die nodig zijn voor een goede ecologische waterkwaliteit. Voor stilstaande wateren is dat bijvoorbeeld de hoeveelheid nutriënten in het water. Maar ook het lichtklimaat en de mate waarin die het water geschikte leefgebieden heeft voor levende organismen. Voor stromende wateren speelt bijvoorbeeld het stromingsvermogen een rol. Bekijk alle sleutelfactoren op www.ecologischesleutelfactoren.nl.
“Om de kwaliteit en de toepasbaarheid verder te verbeteren, gaan we de methodiek inhoudelijk actualiseren. Ook gaan we het gebruiksgemak, de toekomstbestendigheid en de communicatie rond de sleutelfactoren verbeteren,” aldus Veerle Tuijnman, die het project namens STOWA inhoudelijk trekt. Er wordt gestart met het helder uitwerken van het gedachtegoed van de ecologische sleutelfactoren, zodanig dat dit toepasbaar is op stilstaande én stromende wateren. Bart Reeze (Bart Reeze Water & Ecologie) en Sebastiaan Schep (Witteveen+Bos) voeren deze opdracht uit. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met STOWA en de begeleidingscommissie van het project. De uitwerking leidt volgens Tuijnman mogelijk tot een nieuwe structuur voor de indeling van de sleutelfactoren.
In het project wordt veel aandacht besteed aan het creëren van draagvlak voor het gebruik door samen met gebruikers en wetenschappers goed te kijken naar toepasbaarheid en kwaliteit. Tuijnman: “In de lente van 2026 verwachten we een basis te hebben voor het vervolgtraject: een verdere uitwerking en detaillering van de ESF-systematiek. Dat gebeurt via vervolgopdracht(en) met de markt.”
Heb je vragen? Neem dan contact op met Veerle Tuijnman.
Hoe beweeg je boeren, burgers en bedrijven maatregelen te nemen om wateroverlast te beperken?
Waterschappen doen hun uiterste best om (regionale) wateroverlast te voorkomen. Ze kunnen echter niet alles oplossen. Ook boeren, burgers en bedrijven moeten in actie komen. Maar hoe beweeg je ze om ook zelf overlastbeperkende maatregelen te nemen? STOWA laat het uitzoeken. En gaat daarvoor ook te rade bij boeren, burgers en bedrijven zelf.
Buitendorpels verhogen tegen wateroverlast. Kwetsbare, elektrische apparaten op een hoge(re) plek neerzetten. Een noodpakket aanschaffen. Een evacuatieplan opstellen. Boeren, burgers en bedrijven kunnen zelf veel doen om schade door wateroverlast te beperken. Ze kunnen daarvoor niet meer geheel vertrouwen op het werk van de waterschappen en andere overheden. Want door het veranderende klimaat treden er steeds vaker zulke extreme situaties op, dat die ondanks genomen overheidsmaatregelen wateroverlast geven. Burgers, bedrijven en boeren zijn in dat geval zelf aan zet. Er is echter nog weinig kennis over de motieven, barrières en triggers die maken dat mensen wel of juist niet in actie komen. En zonder die kennis is effectieve gedragsbeïnvloeding niet goed mogelijk.
In dit project laat STOWA onderzoeken welke factoren bepalen of, en in hoeverre, boeren, burgers en bedrijven bereid zijn zelf actie te ondernemen om de effecten van wateroverlast te verminderen. Met dit onderzoek wil STOWA inzicht krijgen in effectieve gedragsinterventies om doelgroepen te bewegen in actie te komen en ze veerkrachtiger te maken tegen wateroverlast. Daarbij zijn de kennis en ervaring van de doelgroepen zelf cruciaal. Zij worden in dit onderzoek dan ook uitgebreid bevraagd. De resultaten zijn bekend in het voorjaar van 2026.
Meer weten? Bekijk de projectpagina van dit project.
STOWATERINFOOTJES
AI-zoekassistent voor doorzoeken eigen publicaties
STOWA en HWH brengen brochure uit over AI in het waterbeheer
SandTracer: monitoren van duindynamiek met satellietdata en AI
Betaversie EBEO 2.0 gelanceerd
Update Ecologische Sleutelfactoren gestart
Hoe beweeg je boeren, burgers en bedrijven ertoe maatregelen te nemen om wateroverlast te beperken?
WATER
AI-zoekassistent voor doorzoeken eigen publicaties
STOWA heeft samen met het Waterschapshuis een AI-zoekassistent ontwikkeld. Deze zoekassistent helpt gebruikers op weg bij het vinden van alle antwoorden op kennisvragen over regionaal waterbeheer. De assistent doorzoekt daarvoor alle Deltafacts en publicaties die STOWA in haar bestaan heeft uitgebracht.
STOWA ontwikkelt en verzamelt al decennialang praktisch toepasbare kennis voor het beantwoorden van de vragen van regionale waterbeheerders. Veel van die kennis is nog steeds bruikbaar. Maar hoe kunnen we die kennis beter ontsluiten dan we nu doen? “Deze vraag was de aanleiding om met het Waterschapshuis deze zoekassistent te ontwikkelen”, aldus STOWA-directeur Mark van der Werf. Van der Werf hecht eraan te zeggen dat de zoekassistent vooral is bedoeld om gebruikers snel en kundig op weg te helpen bij het vinden van antwoorden op inhoudelijke vragen. “Wil je zeker weten of het antwoord juist is, ga dan altijd terug naar de bron.” Dat kan overigens heel eenvoudig, want de zoekassistent geeft bij het gegeven antwoord altijd één of meer bronvermeldingen. Deze verwijzen naar de publicatie op basis waarvan het antwoord wordt gegeven. De betreffende publicatie kun je vervolgens ook direct downloaden.
De reikwijdte van de zoekresultaten is beperkt tot de publicaties en Deltafacts die in de publicatiedatabase van STOWA zijn opgenomen. Met een reden: “We beperken ons tot het doorzoeken van die informatie die STOWA feitelijk kan verantwoorden.” In sommige gevallen verwijst de zoekassistent wel naar satellietwebsites van STOWA. Hier kun je in dat geval je zoektocht vervolgen.
Kay Schmidt werkt als procestechnoloog bij Haskoning. In een reactie op de lancering van de zoekassistent zegt hij: “Het prettige aan deze AI-zoekassistent is dat er alleen wordt verwezen naar relevante STOWA-publicaties, die bovendien direct zichtbaar zijn. Zo kun je als gebruiker zelf beoordelen of een publicatie relevant is of niet. Een mogelijke aanvulling zou zijn om scherper te kijken naar synoniemen en het gebruik van vaktechnische afkortingen. Maar sowieso een mooie ontwikkeling in openbaar onderzoek.”
STOWA heeft op de website een uitgebreide verantwoording opgenomen voor het gebruik. Die kun je hier lezen (PDF, 67KB).
STOWA en HWH brengen brochure uit over AI in het waterbeheer
De mogelijkheden van kunstmatige intelligentie (AI) lijken eindeloos, ook voor het regionale waterbeheer. Maar wat is AI nu precies, welke mogelijkheden biedt het en wat zijn de valkuilen? Om daar meer duidelijkheid over te scheppen, heeft STOWA samen met het Waterschapshuis de brochure ‘AI aan zet in het waterbeheer’ gemaakt.
De snelheid waarmee kunstmatige intelligentie zich ontwikkelt, is indrukwekkend. AI lijkt klaar voor gebruik in het (regionale) waterbeheer. Het biedt kortom talloze kansen, maar roept ook de nodige vragen op. Worden we straks overspoeld met informatie waarvan we niet weten hoe betrouwbaar die is? Begrijpen we straks nog waarom we doen wat we doen? Hoe verandert ons werk en ons werkveld door AI en hoe geven we deze veranderingen goed vorm? Hoe duurzaam is het gebruik van AI eigenlijk? De brochure gaat dieper in op al deze vragen.
Aan de hand van een aantal voordelen krijgt de lezer ook een beeld van de interessante mogelijkheden die deze technologie biedt voor het waterbeheer. Denk aan het sneller herkennen van patronen in waterdata, het beter voorspellen van droogte of wateroverlast, of het slimmer aansturen van polder- en boezemgemalen en rioolwaterzuiveringen. In een tijd waarin waterschappen steeds vaker geconfronteerd worden met droogte, wateroverlast en afnemende waterkwaliteit, kunnen slimme AI-oplossingen helpen bij het analyseren van grote datastromen, het sneller signalen herkennen en proactief handelen.
SandTracer: monitoren van duindynamiek met satellietdata en AI
De Nederlandse duinen vormen een uniek en dynamisch landschap dat van groot belang is voor kustveiligheid en biodiversiteit. Om dit dynamische landschap effectief te beheren, is nauwkeurige monitoring nodig. Maar traditionele monitoringmethoden zijn vaak tijdrovend en kostbaar. Kan dat niet anders? STOWA en Rijkswaterstaat hebben met de ‘Sandtracer’ een mogelijk antwoord gevonden.
De SandTracer maakt het mogelijk om veranderingen in het duinlandschap frequent en gebiedsdekkend te volgen. Door gebruik te maken van geavanceerde AI-technieken voor beeldverwerking en een slim datamanagementsysteem, kunnen beheerders nu maandelijks inzicht krijgen in zandverstuivingen en hun effecten op natuur en infrastructuur.
De resultaten van dit onderzoek zijn niet alleen relevant voor het Nederlandse duinbeheer. De ontwikkelde methodiek biedt ook perspectief voor internationale toepassingen en kan bijdragen aan het monitoren van andere dynamische kustsystemen. De geplande doorontwikkeling en het komende leerjaar voor praktijkvalidatie vormen de opmaat naar een bredere implementatie van de methodiek.
Het onderzoek is deels gefinancierd vanuit het programma Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen (PIW), een gezamenlijk programma van STOWA en Rijkswaterstaat.
Bètaversie EBEO 2.0 gelanceerd
Eind 2025 werd de bètaversie opgeleverd van de EBEO2.0 tool. Deze online tool ondersteunt waterbeheerders bij het uitvoeren van een beoordeling van de ecologische waterkwaliteit aan de hand van aanwezige soorten en hun milieu- en habitatvoorkeuren (EBEO 2.0). Daarmee geeft de nieuwe beoordelingsmethode EBEO 2.0 – samen met de Ecologische Sleutelfactoren – uitstekende handvatten voor het nemen van de juiste, kosteneffectieve verbetermaatregelen en voor het beoordelen van de effectiviteit van genomen maatregelen.
Bas van der Wal van STOWA is erg blij met de bètaversie. “De methodiek werd het afgelopen jaar in verscheidene Living Labs – gebieden met uiteenlopende watertypen – ontwikkeld. Ik heb grote verwachtingen van het vervolg.” Hoe ziet dat vervolg eruit? Na oplevering wordt de methodiek eerst getoetst door een selecte groep waterbeheerders die betrokken waren bij de Living Labs. Op basis van hun bevindingen kunnen er mogelijk nog aanpassingen worden gedaan. In januari en februari 2026 gaat het projectteam de regio in. In regionale sessies kunnen waterbeheerders hands-on met de methodiek en datasets voor hun eigen watertypen aan de gang.
Het is de bedoeling dat er voor de zomer van 2026, mede op basis van de bevindingen uit de regiosessies, een eerste voldragen versie wordt gelanceerd. Daarna wil STOWA de methodiek breed gaan uitrollen. Daarvoor wordt een opleidingstraject ontworpen en zal een symposium worden georganiseerd. Bas van der Wal: “We willen heel graag dat deze nieuwe methodiek, samen met de Ecologische Sleutelfactoren, de vanzelfsprekende en geaccepteerde standaard wordt voor ecologische toestandsbepaling en diagnose. En dat het systeem wordt toegepast voor het in beeld brengen van ecologische knelpunten in komende stroomgebiedsbeheerplannen.”
Wat maakt de nieuwe methodiek nu zo bijzonder? Van der Wal: “Door te kijken naar de samenstelling van de soorten en wat die soorten zeggen over het milieu en de habitat waarin ze voorkomen, krijgen we een uitstekend beeld van alle drukken op het systeem. Dus niet alleen van de drukken zoals die zijn weergegeven in de negen sleutelfactoren. We brengen hiermee eigenlijk veel meer mogelijke (combinaties van) drukken/knelpunten in beeld. In totaal ongeveer vijfentwintig. Van eutrofiëring en droogval tot verslibbing, verzuring en toxiciteit. Met deze methodiek halen we dus veel meer informatie uit de monitoringdata die waterschappen jaar in jaar uit verzamelen. Daarbij zijn vooral de soorten van belang die strikte voorwaarden scheppen aan hun aanwezigheid. Juist hun aan- of afwezigheid ergens geeft heel veel informatie over de ecologische waterkwaliteit ter plekke.”
Meer weten? Ga naar www.stowa.nl/ebeo
Update Ecologische Sleutelfactoren gestart
STOWA werkt aan een actualisatie van de Ecologische Sleutelfactoren (ESF’s). De waterbeheerders gebruiken de ESF’s voor het doorgronden en analyseren van de ecologische waterkwaliteit in zowel stilstaand als stromend water.
De Ecologische Sleutelfactoren geven waterbeheerders inzicht in de vraag in hoeverre er wordt voldaan aan de belangrijkste abiotische (niet-levende) voorwaarden die nodig zijn voor een goede ecologische waterkwaliteit. Voor stilstaande wateren is dat bijvoorbeeld de hoeveelheid nutriënten in het water. Maar ook het lichtklimaat en de mate waarin die het water geschikte leefgebieden heeft voor levende organismen. Voor stromende wateren speelt bijvoorbeeld het stromingsvermogen een rol. Bekijk alle sleutelfactoren op www.ecologischesleutelfactoren.nl.
“Om de kwaliteit en de toepasbaarheid verder te verbeteren, gaan we de methodiek inhoudelijk actualiseren. Ook gaan we het gebruiksgemak, de toekomstbestendigheid en de communicatie rond de sleutelfactoren verbeteren,” aldus Veerle Tuijnman, die het project namens STOWA inhoudelijk trekt. Er wordt gestart met het helder uitwerken van het gedachtegoed van de ecologische sleutelfactoren, zodanig dat dit toepasbaar is op stilstaande én stromende wateren. Bart Reeze (Bart Reeze Water & Ecologie) en Sebastiaan Schep (Witteveen+Bos) voeren deze opdracht uit. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met STOWA en de begeleidingscommissie van het project. De uitwerking leidt volgens Tuijnman mogelijk tot een nieuwe structuur voor de indeling van de sleutelfactoren.
In het project wordt veel aandacht besteed aan het creëren van draagvlak voor het gebruik door samen met gebruikers en wetenschappers goed te kijken naar toepasbaarheid en kwaliteit. Tuijnman: “In de lente van 2026 verwachten we een basis te hebben voor het vervolgtraject: een verdere uitwerking en detaillering van de ESF-systematiek. Dat gebeurt via vervolgopdracht(en) met de markt.”
Heb je vragen? Neem dan contact op met Veerle Tuijnman.
Hoe beweeg je boeren, burgers en bedrijven maatregelen te nemen om wateroverlast te beperken?
Waterschappen doen hun uiterste best om (regionale) wateroverlast te voorkomen. Ze kunnen echter niet alles oplossen. Ook boeren, burgers en bedrijven moeten in actie komen. Maar hoe beweeg je ze om ook zelf overlastbeperkende maatregelen te nemen? STOWA laat het uitzoeken. En gaat daarvoor ook te rade bij boeren, burgers en bedrijven zelf.
Buitendorpels verhogen tegen wateroverlast. Kwetsbare, elektrische apparaten op een hoge(re) plek neerzetten. Een noodpakket aanschaffen. Een evacuatieplan opstellen. Boeren, burgers en bedrijven kunnen zelf veel doen om schade door wateroverlast te beperken. Ze kunnen daarvoor niet meer geheel vertrouwen op het werk van de waterschappen en andere overheden. Want door het veranderende klimaat treden er steeds vaker zulke extreme situaties op, dat die ondanks genomen overheidsmaatregelen wateroverlast geven. Burgers, bedrijven en boeren zijn in dat geval zelf aan zet. Er is echter nog weinig kennis over de motieven, barrières en triggers die maken dat mensen wel of juist niet in actie komen. En zonder die kennis is effectieve gedragsbeïnvloeding niet goed mogelijk.
In dit project laat STOWA onderzoeken welke factoren bepalen of, en in hoeverre, boeren, burgers en bedrijven bereid zijn zelf actie te ondernemen om de effecten van wateroverlast te verminderen. Met dit onderzoek wil STOWA inzicht krijgen in effectieve gedragsinterventies om doelgroepen te bewegen in actie te komen en ze veerkrachtiger te maken tegen wateroverlast. Daarbij zijn de kennis en ervaring van de doelgroepen zelf cruciaal. Zij worden in dit onderzoek dan ook uitgebreid bevraagd. De resultaten zijn bekend in het voorjaar van 2026.
Meer weten? Bekijk de projectpagina van dit project.