Het klimaat verandert, de omgeving verandert. Verandert het waterschap mee?
De klimaatrobuuste inrichting van stad en platteland is een enorme opgave. Die wordt nog vergroot omdat er tegelijkertijd een transitie nodig is in de landbouw en er veel extra woningen moeten worden gerealiseerd. Waterbeheerders omarmen bij deze opgave het concept ‘water als ordenend principe’. Maar hoe geef je dat concreet vorm? Onder leiding van Roel Bronda van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, tevens voorzitter van de STOWA commissie Waterlast, gingen de deelnemers in deze sessie op zoek naar antwoorden.
Bert Palsma (Programmamanager Waterketen) en Michelle Talsma (Programmamanager Watersystemen) gaven in deze sessie eerst gezamenlijk een toelichting op hun werk. Juist om te benadrukken dat het waterbeheer steeds integraler wordt en de onderzoeksprogramma’s van STOWA in- en extern om steeds meer samenwerking en verschillende disciplines vragen. Daarna lichtte Robert de Lenne van Waterschap Vechtstromen aan de hand van de praatplaat klimaatbestendig beeldallandschap toe wat de uitdagingen zijn in hoog Nederland en wat er gebeurt om meer klimaatbestendig te worden. Zo worden agrariërs gestimuleerd beter water vast te houden. Enkele aanwezigen vroegen zich na zijn toelichting af: is het niet hoog tijd om het motto ‘peil volgt functie’ te verruilen voor ‘functie volgt peil’? Wellicht, maar waterschappen zijn niet in de positie om de keuzes voor functieverandering te maken, wel om kennis te leveren die bijdraagt aan een klimaatrobuuste inrichting van de hogere zangronden.
Mia Süss van het Hoogheemraadschap van Delfland gaf daarna een toelichting op de situatie in laag Nederland (zie ook: de praatplaat Naar een klimaatbestendig Laag Nederland), meer specifiek Delfland. Het is een verstedelijkt gebied, met veel glastuinbouw. Hoe zorg je hier voor voldoende water van goede kwaliteit, en een mooie leefomgeving? Door samen te werken, aldus Süss, en dat is echt werken. Intern lukt dat volgens haar steeds beter, maar extern is soms lastig door botsende belangen. Volgens haar is het belangrijk om belangen goed te kunnen wegen, bijvoorbeeld via het doen van een zogenoemde Maatschappelijke Kosten Baten Analyse.
Aan de hand van stellingen daagde Roel Bronda aan het slot de zaal uit: is water inderdaad sturend? Ja, repliceert een deelnemer, het staat toch in het regeerakkoord?! Dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt van Delfland gaf aan dat hij blij is dat het in het regeerakkoord is opgenomen. Maar hij gaf ook aan dat het zaak is uit te vinden hoe we dat sturende karakter concreet invulling geven. Dat betekent volgens hem in ieder geval: eerder aan tafel komen en verantwoordelijkheden op tafel leggen. Waar gaat het waterschap over en waar gaat de provincie over?
Waterschappen zijn volgens enkele deelnemers nog te veel geneigd om mee te bewegen met locatiekeuzes. Ga de discussie aan, was de oproep. Een deelnemer riep de waterschappen in dit verband op om grenzen aan te geven, en dat is natuurlijk ‘heel eng’. Wat is er nodig om die grens te trekken? Kennis is hierbij een belangrijke pijler. Sessieleider Roel Bronda sloot af met de conclusie dat er een mooie taak ligt voor STOWA om met specifieke kennis het uitgangspunt ‘water en bodem sturend’ te helpen onderbouwen en vorm te geven.
Het klimaat verandert, de omgeving verandert. Verandert het waterschap mee?
De klimaatrobuuste inrichting van stad en platteland is een enorme opgave. Die wordt nog vergroot omdat er tegelijkertijd een transitie nodig is in de landbouw en er veel extra woningen moeten worden gerealiseerd. Waterbeheerders omarmen bij deze opgave het concept ‘water als ordenend principe’. Maar hoe geef je dat concreet vorm? Onder leiding van Roel Bronda van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, tevens voorzitter van de STOWA commissie Waterlast, gingen de deelnemers in deze sessie op zoek naar antwoorden.
Bert Palsma (Programmamanager Waterketen) en Michelle Talsma (Programmamanager Watersystemen) gaven in deze sessie eerst gezamenlijk een toelichting op hun werk. Juist om te benadrukken dat het waterbeheer steeds integraler wordt en de onderzoeksprogramma’s van STOWA in- en extern om steeds meer samenwerking en verschillende disciplines vragen. Daarna lichtte Robert de Lenne van Waterschap Vechtstromen aan de hand van de praatplaat klimaatbestendig beeldallandschap toe wat de uitdagingen zijn in hoog Nederland en wat er gebeurt om meer klimaatbestendig te worden. Zo worden agrariërs gestimuleerd beter water vast te houden. Enkele aanwezigen vroegen zich na zijn toelichting af: is het niet hoog tijd om het motto ‘peil volgt functie’ te verruilen voor ‘functie volgt peil’? Wellicht, maar waterschappen zijn niet in de positie om de keuzes voor functieverandering te maken, wel om kennis te leveren die bijdraagt aan een klimaatrobuuste inrichting van de hogere zangronden.
Mia Süss van het Hoogheemraadschap van Delfland gaf daarna een toelichting op de situatie in laag Nederland (zie ook: de praatplaat Naar een klimaatbestendig Laag Nederland), meer specifiek Delfland. Het is een verstedelijkt gebied, met veel glastuinbouw. Hoe zorg je hier voor voldoende water van goede kwaliteit, en een mooie leefomgeving? Door samen te werken, aldus Süss, en dat is echt werken. Intern lukt dat volgens haar steeds beter, maar extern is soms lastig door botsende belangen. Volgens haar is het belangrijk om belangen goed te kunnen wegen, bijvoorbeeld via het doen van een zogenoemde Maatschappelijke Kosten Baten Analyse.
Aan de hand van stellingen daagde Roel Bronda aan het slot de zaal uit: is water inderdaad sturend? Ja, repliceert een deelnemer, het staat toch in het regeerakkoord?! Dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt van Delfland gaf aan dat hij blij is dat het in het regeerakkoord is opgenomen. Maar hij gaf ook aan dat het zaak is uit te vinden hoe we dat sturende karakter concreet invulling geven. Dat betekent volgens hem in ieder geval: eerder aan tafel komen en verantwoordelijkheden op tafel leggen. Waar gaat het waterschap over en waar gaat de provincie over?
Waterschappen zijn volgens enkele deelnemers nog te veel geneigd om mee te bewegen met locatiekeuzes. Ga de discussie aan, was de oproep. Een deelnemer riep de waterschappen in dit verband op om grenzen aan te geven, en dat is natuurlijk ‘heel eng’. Wat is er nodig om die grens te trekken? Kennis is hierbij een belangrijke pijler. Sessieleider Roel Bronda sloot af met de conclusie dat er een mooie taak ligt voor STOWA om met specifieke kennis het uitgangspunt ‘water en bodem sturend’ te helpen onderbouwen en vorm te geven.