Toxicologie door heel Nederland
Tijdens deze sessie liepen de deelnemers figuurlijk door Nederland om een indruk te krijgen van de invloed van chemische stoffen in het oppervlaktewater op mens en milieu, in de diverse regio’s. De deelnemers kregen ook technieken aangereikt die waterkwaliteitsbeheerders in staat stellen vast te stellen welke categorie van stoffen de grootste zorgen baren: een belangrijke stap naar effectieve maatregelen om de belasting van het oppervlaktewater met toxische stoffen te reduceren.
In de voorbereiding van deze sessie was een zogenoemde tape artist speciaal naar Groenekan gereisd om de landgrenzen van onze delta met witte tape aan te geven. Daarmee kregen de deelnemers aan deze sessie inzicht in de ruimtelijke uitdagingen van chemische stoffen in het oppervlaktewater op mens en milieu.
De sessie begon met enkele vragen/stellingen van Bas van der Wal van STOWA. De eerste: gaan we de KRW-doelen halen? Bijna de hele zaal steekt veelzeggend het rode kaartje op. Op twee na, van optimisten. Dan de tweede vraag/stelling: is meten echt weten? Het antwoord op deze vraag loopt meer uiteen. Met meten kun je weten, maar niet zonder interpretatie aan de juiste gebied specifieke omstandigheden, vinden veel deelnemers. En waar denken de deelnemers dat de toxische druk in Nederland het grootst is? De groep verdeelt zich over ‘Nederland’, waarbij velen samenklonteren in het Westland vanwege het hoge gehalte aan glastuinbouw en bollengebieden. Maar ook staan er mensen op de grens van Nederland, want “de toxiciteit gaat verder dan alleen in Nederland.”
Na een korte presentatie over hoe en waar toxische stoffen in Nederland worden gemeten, gingen de deelnemers uiteen in vier groepen. In de groepen werd voor vier regio’s - Groningen, Westland, Limburg en Zeeland - gezamenlijk gekeken naar de toxische druk, de diensten die daaronder lijden en de rol van de stakeholders. Aan het slot concludeerden de deelnemers dat het belangrijk is de gemeten stofconcentraties te duiden en te bezien welke ervan in de cocktail aan stoffen het meest belemmerend zijn voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. De sleutelfactor Toxiciteit van STOWA kan daarbij ingezet worden. Er werd vooruitgeblikt naar 2027, het moment waarop de Europese Commissie toetst of de KRW-doelen zijn gehaald. Het wettelijk bepaalde principe dat de waterkwaliteit niet mag verslechteren, kan tegen die tijd wel eens voor opschudding gaan zorgen en economische activiteiten en woningbouw belemmeren.
Toxicologie door heel Nederland
Tijdens deze sessie liepen de deelnemers figuurlijk door Nederland om een indruk te krijgen van de invloed van chemische stoffen in het oppervlaktewater op mens en milieu, in de diverse regio’s. De deelnemers kregen ook technieken aangereikt die waterkwaliteitsbeheerders in staat stellen vast te stellen welke categorie van stoffen de grootste zorgen baren: een belangrijke stap naar effectieve maatregelen om de belasting van het oppervlaktewater met toxische stoffen te reduceren.
In de voorbereiding van deze sessie was een zogenoemde tape artist speciaal naar Groenekan gereisd om de landgrenzen van onze delta met witte tape aan te geven. Daarmee kregen de deelnemers aan deze sessie inzicht in de ruimtelijke uitdagingen van chemische stoffen in het oppervlaktewater op mens en milieu.
De sessie begon met enkele vragen/stellingen van Bas van der Wal van STOWA. De eerste: gaan we de KRW-doelen halen? Bijna de hele zaal steekt veelzeggend het rode kaartje op. Op twee na, van optimisten. Dan de tweede vraag/stelling: is meten echt weten? Het antwoord op deze vraag loopt meer uiteen. Met meten kun je weten, maar niet zonder interpretatie aan de juiste gebied specifieke omstandigheden, vinden veel deelnemers. En waar denken de deelnemers dat de toxische druk in Nederland het grootst is? De groep verdeelt zich over ‘Nederland’, waarbij velen samenklonteren in het Westland vanwege het hoge gehalte aan glastuinbouw en bollengebieden. Maar ook staan er mensen op de grens van Nederland, want “de toxiciteit gaat verder dan alleen in Nederland.”
Na een korte presentatie over hoe en waar toxische stoffen in Nederland worden gemeten, gingen de deelnemers uiteen in vier groepen. In de groepen werd voor vier regio’s - Groningen, Westland, Limburg en Zeeland - gezamenlijk gekeken naar de toxische druk, de diensten die daaronder lijden en de rol van de stakeholders. Aan het slot concludeerden de deelnemers dat het belangrijk is de gemeten stofconcentraties te duiden en te bezien welke ervan in de cocktail aan stoffen het meest belemmerend zijn voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. De sleutelfactor Toxiciteit van STOWA kan daarbij ingezet worden. Er werd vooruitgeblikt naar 2027, het moment waarop de Europese Commissie toetst of de KRW-doelen zijn gehaald. Het wettelijk bepaalde principe dat de waterkwaliteit niet mag verslechteren, kan tegen die tijd wel eens voor opschudding gaan zorgen en economische activiteiten en woningbouw belemmeren.