Hoe krijgen we meer grip op grondwater?
Verhoog drinkwaterprijs huishoudens en belast bedrijven zwaarder
Financiële prikkels werken het best om huishoudens en industrie minder grondwater te laten gebruiken. Een wettelijk vastgelegde verdringingsreeks, die regelt hoe de verdeling in tijden van schaarste moet plaatsvinden, is voor grondwater alleen een geschikt instrument voor incidentele gevallen. Bijvoorbeeld in periodes van langdurige droogte. Neem eerst structurele maatregelen, zoals het aanvullen van het grondwater, betogen Herman Havekes en Peter de Putter. “Daar is nog veel winst te halen.”
De beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief goed grondwater staat de laatste jaren steeds meer onder druk. Door de groeiende bevolking en toenemende economische activiteiten is immers meer drinkwater nodig en voor sommige drinkwaterbedrijven is grondwater de belangrijkste bron om het te bereiden. Ook de industrie en de landbouw gebruiken grondwater, voor bedrijfsprocessen en om gewassen te besproeien. Tegelijkertijd neemt de kwaliteit van het grondwater in sommige gebieden af door vervuiling uit het verleden, bijvoorbeeld door zware metalen, olie en oude bestrijdingsmiddelen die niet meer zijn toegelaten. Medicijnresten die relatief slecht worden afgebroken onder natuurlijke omstandigheden (bijvoorbeeld carbamazepine), vormen ook nog eens een nieuwe bedreiging. Onderzoekers treffen ze vaak en in relatief hoge concentraties in grondwaterbronnen aan, stelt het RIVM.
Steviger waterbeprijzing onmisbaar
Beleids- en technische maatregelen volstaan niet meer om uitputting van onze grondwatervoorraden te voorkomen, vindt Herman Havekes, strategisch adviseur bestuur en directie van de Unie van Waterschappen en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Hij pleit ervoor om de drinkwaterprijs voor huishoudens te verhogen. Hoe? Door een basistarief van jaarlijks 60 kubieke meter drinkwater per persoon in te voeren voor de noodzakelijke behoefte aan drinkwater (ongeveer 82 liter per dag). Wie daar boven komt, betaalt twee keer zoveel. “Dat het werkt zien we in Vlaanderen, al speelt de verplichte regenwateropvang voor gebouwen daarbij ook een rol. In Vlaanderen is het verbruik ongeveer 100 liter per persoon per dag”, verduidelijkt Havekes. Dat is precies het verbruik waar Nederland naar toe wil. Het levert jaarlijks een aanzienlijke drinkwaterbesparing van 160 miljoen m3 op, waarvan een deel grondwater.
Grondwaterheffing sterk verhogen
Verder stelt Havekes voor om de belasting op leidingwater (BoL) uit te breiden naar bedrijven. Die betalen nu slechts het standaardvolume van 300 m3, terwijl zij soms miljoenen kubieke meters drinkwater verbruiken. Havekes ziet meer in een staffel, waarbij het tarief verder stijgt naarmate ondernemingen meer gebruiken. “Bedrijven komen nu wel heel goedkoop aan grondwater. Bovendien stimuleert deze financiële prikkel ook innovatie. Zoals het nu is geregeld, maakt het bedrijven alleen maar lui.” Hierin staat Havekes niet alleen. Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) pleit voor minder pamperen, maar uitdagen en motiveren van het bedrijfsleven. Verder zou het Rijk de provincies meer ruimte moeten geven om de grondwaterheffing sterk te verhogen. In 2014 adviseerde de OESO al om dit te doen, in het fameuze rapport ‘Water Governance in the Netherlands: Fit for the Future?’. Tot nu toe is hier niet veel van terechtgekomen. De opbrengsten kunnen de provincies bovendien wettelijk gezien maar beperkt inzetten, bijvoorbeeld voor onderzoek. De opbrengst kan volgens Havekes prima in het waterbeheer worden gestoken.
Financiële prikkels
Dat financiële prikkels goed werken blijkt onder meer in Denemarken. De overheid voerde jaren geleden een nieuwe grondwaterheffing in van 0,67 euro per m3. Met de jaarlijkse opbrengst van ongeveer 130 miljoen euro financiert de overheid een deel van de kosten van het Deense waterbeheer. Het leidde ertoe dat zowel huishoudens als bedrijven hun watergedrag aanpasten omdat dit financieel loont, bijvoorbeeld via regenwateropvang, schrijft Havekes in een artikel in Water Governance. Een ander voorbeeld is de verontreinigingsheffing die begin jaren zeventig van de vorige eeuw in Nederland werd geïntroduceerd en onder meer de aardappelmeelindustrie er toe bracht in korte tijd zijn verontreiniging van het oppervlaktewater met vele honderdduizenden vervuilingseenheden te reduceren. Die heffing werkte zeker in de beginjaren van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren van eind 1969 veel sneller dan het vergunningsinstrument.
Verdringingsreeks
Financiële prikkels voor huishoudens en bedrijven werken ook volgens waterjurist en consultant Peter de Putter van Sterk Consulting het best om ervoor te zorgen dat we tot in lengte van dagen grondwater kunnen gebruiken. “Het is een prima idee om een basistarief in te voeren voor de noodzakelijke behoefte aan drinkwater. En wie daar bovenkomt, betaalt steeds meer.”
Een wettelijk vastgelegde verdringingsreeks, die regelt hoe de verdeling van water in tijden van schaarste moet plaatsvinden (en die er is voor oppervlaktewater), is in zijn ogen voor grondwater alleen een geschikt instrument voor incidentele gevallen, bijvoorbeeld in periodes van langdurige droogte. Bovendien kunnen waterschappen nu al in deze periodes grondwateronttrekkingen verbieden, concludeert hij in een juridische verkenning naar een verdringingsreeks voor grondwater, in opdracht van Stroomgebied Rijn-West.
Structurele maatregelen
De Putter benadrukt dat er nog veel structurele maatregelen mogelijk zijn, zoals het vasthouden en aanvullen van grondwater. “In het actief grondwaterbeheer is nog veel winst te halen. Zo bereiken we hogere grondwaterstanden en is de kans veel kleiner dat we de verdringingsreeks moeten inzetten.” Hij geeft meerdere voorbeelden. Sommige akkerbouwers zijn al bezig om regenwaterbassins aan te leggen, of om water in de bodem op te slaan via zogeheten zoetwaterlenzen. De industrie kan ook meer drinkwater besparen, (afval)water hergebruiken en regenwater opslaan. Daardoor kan het eventuele gebruik van grondwater afnemen. De Putter vindt het onverkoopbaar dat grote zakelijke waterverbruikers momenteel zo weinig betalen. Verder zoeken steeds meer drinkwaterbedrijven naar alternatieven voor zoet grondwater, zoals brak grondwater, hemelwater, zeewater en effluent, om drinkwater te bereiden. Uiteindelijk komt het volgens hem op een goed evenwicht aan, zoals ook voorgeschreven in de Kaderrichtlijn Water: wat we onttrekken, moeten we ook weer aanvullen.
Meer weten?
Kijk voor meer informatie op www.stowa.nl/droogte
Bekijk Water Governance 2023-03 met het artikel over beprijzing van water
Lees de juridische verkenning van Peter de Putter over een verdringingsreeks voor grondwater
Waterschap Vechtstromen aan begin krachtiger grondwaterbeleid
Waterschap Vechtstromen heeft in Oost-Nederland in de winter met hoge grondwaterstanden te maken en in de zomer met lage grondwaterstanden. De schommelingen nemen toe door de klimaatverandering, stelt Robert de Lenne, strategisch beleidsadviseur bij het waterschap. Dat zorgt voor problemen, zoals ondergelopen kelders en agrariërs die pas ver in het voorjaar het land kunnen bewerken. Het waterschap heeft vooralsnog beperkte mogelijkheden om hier goed op in te spelen. Daarom stelde Vechtstromen in april 2024 het Integraal Beleidskader Grondwater op.
Het stuk gaat in op de taken, verantwoordelijkheden en ambities van het waterschap op het gebied van grondwater. Sinds de introductie van de Omgevingswet in januari 2024 is het waterschap immers medeverantwoordelijk voor de grondwaterkwaliteit. “Het kader is een vertrekpunt voor toekomstig beleid waar onze bestuurders zich aan committeren, zodat we doelen en indicatoren kunnen opstellen”, licht De Lenne toe. De volgende stap is om een beter beeld te krijgen welke partijen grondwater in welke hoeveelheden onttrekken. Het waterschap heeft volgens hem de locaties van de vergunningsplichtige en meldingsplichtige grondwateronttrekkingen vaak goed in beeld, maar weet niet hoeveel grondwater agrariërs, industrie en particulieren nu precies onttrekken. Daarom lanceert Vechtstromen in de zomer tijdens een pilot twee apps waarin agrariërs die meedoen realtime aangeven waar en hoeveel grondwater ze daadwerkelijk onttrekken. Het inzicht is belangrijk om eventueel het grondwateronttrekkingsbeleid aan te passen, bijvoorbeeld om te beoordelen of andere regels voor onttrekkingen en drainage in de nieuwe waterschapsverordening opgenomen moeten worden.
Het verhogen van de drinkwaterprijs voor particulieren kan er toe leiden dat particulieren juist meer grondwater gaan onttrekken met zelf geslagen grondwaterbronnen, bijvoorbeeld om de tuin te besproeien, waarschuwt De Lenne. Het waterschap heeft hier geen zicht op want onttrekkingen van 0-10 m3 per uur hoeven particulieren niet aan te melden. Neerslag en verdamping bepalen voor een groot deel de grondwaterstand in het gebied van het waterschap, benadrukt de strategisch adviseur. “Daar moeten we ook mee aan de slag. Denk bijvoorbeeld aan de introductie van nieuwe gewassen voor landbouwers en het vervangen van naaldbos voor loofbos.”
Het kennisprogramma DROOGTE! van STOWA
Is een verdringingsreeks voor het gebruik van grondwater – in navolging van zo’n reeks voor de verdeling van het beschikbare zoete oppervlaktewater bij watertekort – een bruikbaar instrument om het grondwatergebruik te beperken en/of zijn er andere fiscale en financiële instrumenten? Dit is een van de vragen uit het kennisprogramma DROOGTE! van STOWA waarin de organisatie werkt aan praktische kennis en inzichten om de effecten van droogte en verdroging te verminderen. Peter de Putter, waterjurist en consultant bij Sterk Consulting, onderzocht voor het Stroomgebied Rijn-West hoe zo’n verdringingsreeks voor grondwater eruit zou kunnen zien. Herman Havekes, strategisch adviseur bestuur en directie van de Unie van Waterschappen en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, publiceerde met Gert Dekker, directeur en adviseur van adviesbureau Ambient, het artikel ‘Stevigere waterbeprijzing onontbeerlijk om het (drink) waterverbruik terug te dringen’ in Water Governance.
Hoe krijgen we meer grip op grondwater?
Verhoog drinkwaterprijs huishoudens en belast bedrijven zwaarder
Financiële prikkels werken het best om huishoudens en industrie minder grondwater te laten gebruiken. Een wettelijk vastgelegde verdringingsreeks, die regelt hoe de verdeling in tijden van schaarste moet plaatsvinden, is voor grondwater alleen een geschikt instrument voor incidentele gevallen. Bijvoorbeeld in periodes van langdurige droogte. Neem eerst structurele maatregelen, zoals het aanvullen van het grondwater, betogen Herman Havekes en Peter de Putter. “Daar is nog veel winst te halen.”
De beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief goed grondwater staat de laatste jaren steeds meer onder druk. Door de groeiende bevolking en toenemende economische activiteiten is immers meer drinkwater nodig en voor sommige drinkwaterbedrijven is grondwater de belangrijkste bron om het te bereiden. Ook de industrie en de landbouw gebruiken grondwater, voor bedrijfsprocessen en om gewassen te besproeien. Tegelijkertijd neemt de kwaliteit van het grondwater in sommige gebieden af door vervuiling uit het verleden, bijvoorbeeld door zware metalen, olie en oude bestrijdingsmiddelen die niet meer zijn toegelaten. Medicijnresten die relatief slecht worden afgebroken onder natuurlijke omstandigheden (bijvoorbeeld carbamazepine), vormen ook nog eens een nieuwe bedreiging. Onderzoekers treffen ze vaak en in relatief hoge concentraties in grondwaterbronnen aan, stelt het RIVM.
Steviger waterbeprijzing onmisbaar
Beleids- en technische maatregelen volstaan niet meer om uitputting van onze grondwatervoorraden te voorkomen, vindt Herman Havekes, strategisch adviseur bestuur en directie van de Unie van Waterschappen en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Hij pleit ervoor om de drinkwaterprijs voor huishoudens te verhogen. Hoe? Door een basistarief van jaarlijks 60 kubieke meter drinkwater per persoon in te voeren voor de noodzakelijke behoefte aan drinkwater (ongeveer 82 liter per dag). Wie daar boven komt, betaalt twee keer zoveel. “Dat het werkt zien we in Vlaanderen, al speelt de verplichte regenwateropvang voor gebouwen daarbij ook een rol. In Vlaanderen is het verbruik ongeveer 100 liter per persoon per dag”, verduidelijkt Havekes. Dat is precies het verbruik waar Nederland naar toe wil. Het levert jaarlijks een aanzienlijke drinkwaterbesparing van 160 miljoen m3 op, waarvan een deel grondwater.
Grondwaterheffing sterk verhogen
Verder stelt Havekes voor om de belasting op leidingwater (BoL) uit te breiden naar bedrijven. Die betalen nu slechts het standaardvolume van 300 m3, terwijl zij soms miljoenen kubieke meters drinkwater verbruiken. Havekes ziet meer in een staffel, waarbij het tarief verder stijgt naarmate ondernemingen meer gebruiken. “Bedrijven komen nu wel heel goedkoop aan grondwater. Bovendien stimuleert deze financiële prikkel ook innovatie. Zoals het nu is geregeld, maakt het bedrijven alleen maar lui.” Hierin staat Havekes niet alleen. Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) pleit voor minder pamperen, maar uitdagen en motiveren van het bedrijfsleven. Verder zou het Rijk de provincies meer ruimte moeten geven om de grondwaterheffing sterk te verhogen. In 2014 adviseerde de OESO al om dit te doen, in het fameuze rapport ‘Water Governance in the Netherlands: Fit for the Future?’. Tot nu toe is hier niet veel van terechtgekomen. De opbrengsten kunnen de provincies bovendien wettelijk gezien maar beperkt inzetten, bijvoorbeeld voor onderzoek. De opbrengst kan volgens Havekes prima in het waterbeheer worden gestoken.
Financiële prikkels
Dat financiële prikkels goed werken blijkt onder meer in Denemarken. De overheid voerde jaren geleden een nieuwe grondwaterheffing in van 0,67 euro per m3. Met de jaarlijkse opbrengst van ongeveer 130 miljoen euro financiert de overheid een deel van de kosten van het Deense waterbeheer. Het leidde ertoe dat zowel huishoudens als bedrijven hun watergedrag aanpasten omdat dit financieel loont, bijvoorbeeld via regenwateropvang, schrijft Havekes in een artikel in Water Governance. Een ander voorbeeld is de verontreinigingsheffing die begin jaren zeventig van de vorige eeuw in Nederland werd geïntroduceerd en onder meer de aardappelmeelindustrie er toe bracht in korte tijd zijn verontreiniging van het oppervlaktewater met vele honderdduizenden vervuilingseenheden te reduceren. Die heffing werkte zeker in de beginjaren van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren van eind 1969 veel sneller dan het vergunningsinstrument.
Verdringingsreeks
Financiële prikkels voor huishoudens en bedrijven werken ook volgens waterjurist en consultant Peter de Putter van Sterk Consulting het best om ervoor te zorgen dat we tot in lengte van dagen grondwater kunnen gebruiken. “Het is een prima idee om een basistarief in te voeren voor de noodzakelijke behoefte aan drinkwater. En wie daar bovenkomt, betaalt steeds meer.”
Een wettelijk vastgelegde verdringingsreeks, die regelt hoe de verdeling van water in tijden van schaarste moet plaatsvinden (en die er is voor oppervlaktewater), is in zijn ogen voor grondwater alleen een geschikt instrument voor incidentele gevallen, bijvoorbeeld in periodes van langdurige droogte. Bovendien kunnen waterschappen nu al in deze periodes grondwateronttrekkingen verbieden, concludeert hij in een juridische verkenning naar een verdringingsreeks voor grondwater, in opdracht van Stroomgebied Rijn-West.
Structurele maatregelen
De Putter benadrukt dat er nog veel structurele maatregelen mogelijk zijn, zoals het vasthouden en aanvullen van grondwater. “In het actief grondwaterbeheer is nog veel winst te halen. Zo bereiken we hogere grondwaterstanden en is de kans veel kleiner dat we de verdringingsreeks moeten inzetten.” Hij geeft meerdere voorbeelden. Sommige akkerbouwers zijn al bezig om regenwaterbassins aan te leggen, of om water in de bodem op te slaan via zogeheten zoetwaterlenzen. De industrie kan ook meer drinkwater besparen, (afval)water hergebruiken en regenwater opslaan. Daardoor kan het eventuele gebruik van grondwater afnemen. De Putter vindt het onverkoopbaar dat grote zakelijke waterverbruikers momenteel zo weinig betalen. Verder zoeken steeds meer drinkwaterbedrijven naar alternatieven voor zoet grondwater, zoals brak grondwater, hemelwater, zeewater en effluent, om drinkwater te bereiden. Uiteindelijk komt het volgens hem op een goed evenwicht aan, zoals ook voorgeschreven in de Kaderrichtlijn Water: wat we onttrekken, moeten we ook weer aanvullen.
Meer weten?
Kijk voor meer informatie op www.stowa.nl/droogte
Bekijk Water Governance 2023-03 met het artikel over beprijzing van water
Lees de juridische verkenning van Peter de Putter over een verdringingsreeks voor grondwater
Waterschap Vechtstromen aan begin krachtiger grondwaterbeleid
Waterschap Vechtstromen heeft in Oost-Nederland in de winter met hoge grondwaterstanden te maken en in de zomer met lage grondwaterstanden. De schommelingen nemen toe door de klimaatverandering, stelt Robert de Lenne, strategisch beleidsadviseur bij het waterschap. Dat zorgt voor problemen, zoals ondergelopen kelders en agrariërs die pas ver in het voorjaar het land kunnen bewerken. Het waterschap heeft vooralsnog beperkte mogelijkheden om hier goed op in te spelen. Daarom stelde Vechtstromen in april 2024 het Integraal Beleidskader Grondwater op.
Het stuk gaat in op de taken, verantwoordelijkheden en ambities van het waterschap op het gebied van grondwater. Sinds de introductie van de Omgevingswet in januari 2024 is het waterschap immers medeverantwoordelijk voor de grondwaterkwaliteit. “Het kader is een vertrekpunt voor toekomstig beleid waar onze bestuurders zich aan committeren, zodat we doelen en indicatoren kunnen opstellen”, licht De Lenne toe. De volgende stap is om een beter beeld te krijgen welke partijen grondwater in welke hoeveelheden onttrekken. Het waterschap heeft volgens hem de locaties van de vergunningsplichtige en meldingsplichtige grondwateronttrekkingen vaak goed in beeld, maar weet niet hoeveel grondwater agrariërs, industrie en particulieren nu precies onttrekken. Daarom lanceert Vechtstromen in de zomer tijdens een pilot twee apps waarin agrariërs die meedoen realtime aangeven waar en hoeveel grondwater ze daadwerkelijk onttrekken. Het inzicht is belangrijk om eventueel het grondwateronttrekkingsbeleid aan te passen, bijvoorbeeld om te beoordelen of andere regels voor onttrekkingen en drainage in de nieuwe waterschapsverordening opgenomen moeten worden.
Het verhogen van de drinkwaterprijs voor particulieren kan er toe leiden dat particulieren juist meer grondwater gaan onttrekken met zelf geslagen grondwaterbronnen, bijvoorbeeld om de tuin te besproeien, waarschuwt De Lenne. Het waterschap heeft hier geen zicht op want onttrekkingen van 0-10 m3 per uur hoeven particulieren niet aan te melden. Neerslag en verdamping bepalen voor een groot deel de grondwaterstand in het gebied van het waterschap, benadrukt de strategisch adviseur. “Daar moeten we ook mee aan de slag. Denk bijvoorbeeld aan de introductie van nieuwe gewassen voor landbouwers en het vervangen van naaldbos voor loofbos.”
Het kennisprogramma DROOGTE! van STOWA
Is een verdringingsreeks voor het gebruik van grondwater – in navolging van zo’n reeks voor de verdeling van het beschikbare zoete oppervlaktewater bij watertekort – een bruikbaar instrument om het grondwatergebruik te beperken en/of zijn er andere fiscale en financiële instrumenten? Dit is een van de vragen uit het kennisprogramma DROOGTE! van STOWA waarin de organisatie werkt aan praktische kennis en inzichten om de effecten van droogte en verdroging te verminderen. Peter de Putter, waterjurist en consultant bij Sterk Consulting, onderzocht voor het Stroomgebied Rijn-West hoe zo’n verdringingsreeks voor grondwater eruit zou kunnen zien. Herman Havekes, strategisch adviseur bestuur en directie van de Unie van Waterschappen en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, publiceerde met Gert Dekker, directeur en adviseur van adviesbureau Ambient, het artikel ‘Stevigere waterbeprijzing onontbeerlijk om het (drink) waterverbruik terug te dringen’ in Water Governance.