Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Internationaal Project Polder2C’s afgerond

De Deltadijk is super robuust

én kwetsbaar

De Hedwige-Prosperpolder was de afgelopen jaren een uniek living lab. Veldproeven, uitgevoerd in het kader van het Interreg-project Polder2C’s, bewezen dat onze dijken nog jaren meekunnen, mits ze geen afwijkingen hebben. Ook werd driftig geëxperimenteerd en geoefend met noodmaatregelen en calamiteitenbestrijding: hoe moeten we reageren op bijna-doorbraken en wat zijn effectieve maatregelen? Patrik Peeters: “Soms dacht ik: wat doen ze nu? Maar het werkte regelmatig verrassend goed.”

“Een gat van zeker vier bij vier meter. Binnen tien minuten.” De verbazing en zorg klinken nog door in de stem van Patrik Peeters, dijkonderzoeker bij het Vlaamse Waterbouwkundig Laboratorium en projectleider van Polder2C’s. Want de dijk had die dag in 2021 nog geen krimp gegeven. Terwijl er vanaf ‘s ochtends vroeg voortdurend water overheen was gespoeld. “Maar net toen we wilden gaan opbreken omdat het bijna donker was, was daar plots dat enorme, zwarte gat.”

Medeprojectleider Ludolph Wentholt van STOWA benadrukt juist eerst het goede nieuws van Polder2C’s: “Onze standaarddijken blijken echt super robuust”. Maar er is inderdaad die essentiële ‘mits’. De dijk mag geen anomalieën hebben, zoals een vossen- of konijnenhol, of een meer verborgen stelsel van mollengangen dat soms tot diep in de dijk loopt. Dan kan het opeens misgaan. Beide projectleiders noemen die wat paradoxale combinatie van robuustheid en kwetsbaarheid de belangrijkste conclusie van het Polder2C’s-project. Wentholt: “Ik zie het als een soort kortsluiting.”

Standaard

Aan het Interreg-project Polder2C’s nam een bont gezelschap deel van onderzoekers, experts, trainees en studenten uit Nederland, Vlaanderen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ze waren afkomstig van universiteiten, hogescholen en andere kennisinstellingen, maar ook van waterschappen, Defensie, Rijkswaterstaat en milieutoezicht. Ze deden in verschillende teams veldproeven op echte ‘Hollandse’ dijken in het ontpolderingsgebied de Hedwige-Prosperpolder op de grens van België en Nederland. Dat gebeurde in de periode tussen december 2019 en september 2022. Uniek is dat het onderzoek destructief mocht zijn; de dijk is inmiddels grotendeels verdwenen (zie ook kader). Belangrijk is dat de betreffende dijk exemplarisch is voor alle dijken van na 1953, “want zo bouwen we ze nu nog”, vertelt Wentholt. Na de watersnoodramp zijn vrijwel alle dijken langs de Noordzeekust en rivieren op dezelfde wijze aangelegd of opgehoogd. Ze bestaan uit een basis van zand met daarop een laag klei bedekt met gras. Wentholt: “Je ziet dat ook ter plekke duidelijk. Achter die hoge, brede Scheldedijk waar wij veldproeven uitvoerden, liggen meer landinwaarts nog de lagere, oudere dijken.”

De nieuwe dijken werden destijds zo gedimensioneerd, dat ze het land erachter zeker honderd jaar droog zouden moeten houden. Zelfs tijdens een storm zoals in 1953. Maar een stormvloed uit die buitencategorie heeft zich sindsdien niet meer voorgedaan. In de praktijk zijn de dijken uit het Deltaplan dus nooit tot het uiterste getest, vertelt Wentholt. “Onze experimenten waren erop gericht meer inzicht te krijgen in de grenzen en hoe te reageren op calamiteiten.”

Emergency response

Het living lab heeft duidelijk gemaakt dat de dijken inderdaad nog zeker twintig jaar meekunnen. “Super robuust”, noemt Wentholt ze herhaaldelijk. “In de berekeningen namen ontwerpers een veiligheidsmarge mee. Die zien we in de praktijk echt terug.” Maar wel onder de belangrijke voorwaarde dat de dijk goed onderhouden wordt, voegt Peeters toe. Regelmatige inspectie en herstel zijn essentieel om te weten waar zwakke plekken kunnen zitten. En bij hoogwater zijn er ‘ogen op de dijk’ nodig, zodat snel kan worden gehandeld mocht er ergens een gat ontstaan. Want die blijken prima provisorisch te dichten, te ‘bepleisteren’. Ook zonder zware machines. “Je legt een noodverband aan tot na de storm. Daarna kun je de dijk dan echt herstellen”, aldus Peeters. Cruciaal is dat de ‘pleisterploeg’ tijdig aan de slag kan. Daarom is visuele inspectie van de dijk nodig en dient zo’n ploeg paraat te staan. Peeters: “Je moet echt locatie-specifiek denken. Is een stuk dijk lastig bereikbaar? Dan moet je daar extra investeren in onderhoud en prioritair de dijk versterken.”

Ook Wentholt wijst op het belang van een meer proactieve houding in emergency response. Dat betekent: een doorlopende kennisuitwisseling binnen de veiligheidsregio met onder meer bestuur, brandweer en Defensie en regelmatige praktijkoefeningen. Zodat iedereen weet wat er aan materieel en gereedschap klaar moet liggen, wie er nodig is in crisissituaties en wie welke taak op zich neemt. Mensen en organisaties moeten elkaar kennen, daar draait het om. “Een crisisoperatie mislukt als de lokale beheerder of aannemer niet weet hoe je in de beginfase van dijkbezwijking noodmaatregelen toepast om erger te voorkomen.”

Twintig jaar

Slapen de projectleiders zorgelozer na alle dijkproeven van Polder2C’s? Zijn we veilig? “Polder2C’s heeft de dijken natuurlijk niet hoger gemaakt”, reageert Peeters. “Wel hebben we door de samenwerking veel bijgeleerd en elkaar geïnspireerd. Dan gaat het om heel concrete zaken zoals welke folie het handigst is om een gat af te dekken in stormwind. Maar toch vooral ook om bewustzijn te creëren over nodige verbeteringen. Want de kwetsbaarheid van dijken is een zorg voor iedereen.” Peeters zou bijvoorbeeld graag meer aandacht zien voor gravers en graverij. “We willen allemaal natuurlijkere dijken voor meer biodiversiteit en zijn verheugd dat de bever na honderd jaar terug is. Maar de realiteit is dat gravers je dijk kwetsbaarder maken.” Wat te doen? Afschieten? Wegvangen? Peeters: “Dat kan met vossen en konijnen eventueel, maar ook mollen en de Chinese wolhandkrab maken gangenstelsels. Al die dieren wegvangen is haast onbegonnen werk.”

Met vlag en wimpel

Binnen Polder2C’s zijn visuele en technische technieken getest om gaten en holen op te sporen. Tips & tricks op dit gebied zullen onderdeel uitmaken van de toolbox die Polder2C’s gaat opleveren (zie ook kader). “Dit is echt een thema waarmee iedereen serieus aan de slag moet”, stelt Peeters. Nadenken en discussiëren over de mogelijke oplossingen. Die kunnen variëren van monitoren tot een rigoureuze aanpak als de gehele toplaag van een dijk afgraven, gaas aanbrengen en weer afdekken.

Wentholts vertrouwen in onze dijken is desondanks groot. “Ik vind dat de dijk met vlag en wimpel is geslaagd voor de APK. En we zien dat je met goede emergency response die dijken in feite nog langer op sterkte kunt houden.” Die kennis kunnen we volgens Wentholt en Peeters ook benutten voor klimaatadaptatie. De klassieke reactie op hogere waterstanden is de dijken ophogen. Maar meer veiligheid is ook te bereiken via goede inspectie en emergency response, benadrukt Wentholt. We moeten die alternatieven de komende twintig tot dertig jaar goed onderzoeken, aldus Peeters. “Tijdens veldproeven dacht ik soms echt: wat doen zij nou? Maar regelmatig werkte creatieve oplossingen verrassend goed.”

Afronden

Voor Wentholt betekende Polder2C’s de ‘kers op de taart’ van zijn loopbaan. “Ik heb gevraagd of ik me hierop mocht richten tot mijn pensioen. Dit is ontzettend boeiende materie. En het was genieten om te werken met zo’n enthousiast team en zoveel partners, in die omgeving. Draai boven op die dijk een rondje om je eigen as en je ziet zo’n verscheidenheid aan landschappen. Van puur natuur, schorren en slikken, via het weidse water, naar de glimmende industrietorens, de havens, de kerncentrales van Doel en terug naar de natuur. Zo bijzonder.”

Ook Peeters is lovend. “Je denkt soms: laat ons dit stukje maar regelen en dan doen jullie dat. Want overleg en afstemmen met veel partners kost tijd. Maar dan merk je dat de verschillen in achtergrond, maar ook leeftijd, je blik openen. Ik denk bijvoorbeeld: we schrijven een hoofdstuk voor het Internationale Levee Handbook. Maar de studenten van onze Summer en Winter Schools zetten een vlog op YouTube die ten minste zo nuttig is. Zo’n living lab zorgt voor extra energie en creativiteit. Echt een verrijking voor iedereen.” Het living lab heeft daarom al een plek in een van zijn volgende projecten aan de kust bij Raversijde. “Als het aan mij ligt, wordt dit een soort standaard aanpak.”

Luchtfoto van de Hedwige-Prosperfolder

De Hedwige-Prosperpolder op de grens van België en Nederland is teruggegeven aan de natuur. Eb en vloed hebben er weer vrij spel. Het gebied is onderdeel van het Sigmaplan in Vlaanderen en Natuurpakket Westerschelde in Nederland. Voordat de Scheldedijk begin 2023 werd doorgebroken en deels afgegraven, konden dijksterkteproeven worden gedaan. Het gebied werd een living lab. De dijk mocht daarbij belast worden tot daadwerkelijk falen, een unieke situatie. “Alleen in 1986 is bij ’t Zwin ooit een bresproef op een duin gedaan”, aldus Ludolph Wentholt. “Dit was de eerste en wellicht enige gelegenheid om een standaarddijk tot het bittere eind te testen.”

Toolbox Polder2C’s

Het Polder2C’s-project resulteert in een toolbox met gereedschap voor dijkversterking, emergency response en kennisverspreiding. Met daarin onder meer:

Dijkinspectie app: App2C

Met deze app kunnen ook niet-experts, gewone burgers, schade aan dijken in de omgeving doorgeven.

Data portal

Alle data van de veldproeven van Polder2C’s zijn open source beschikbaar. Een toegankelijke interface gaat zorgen voor het makkelijk raadplegen van alle data.

Tips & tricks voor ‘management van dierlijke activiteit’ op dijken

In voorbereiding.

Het project Polder2C’s ontvangt een bijdrage van 3,9 miljoen euro uit het Europese Interreg 2 Zeeën programma 2014-2020, mede gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van subsidiecontract No [2S07-023]. Het totale budget bedraagt 6,5 miljoen euro. Interreg 2 Zeeën is bedoeld om het kustgebied langs Kanaal en Noordzee klimaatadaptiever te maken. https://polder2cs.eu

Uniek:
Scheldedijk mag stuk

Internationaal Project Polder2C’s afgerond

De Deltadijk is super robuust

én kwetsbaar

De Hedwige-Prosperpolder was de afgelopen jaren een uniek living lab. Veldproeven, uitgevoerd in het kader van het Interreg-project Polder2C’s, bewezen dat onze dijken nog jaren meekunnen, mits ze geen afwijkingen hebben. Ook werd driftig geëxperimenteerd en geoefend met noodmaatregelen en calamiteitenbestrijding: hoe moeten we reageren op bijna-doorbraken en wat zijn effectieve maatregelen? Patrik Peeters: “Soms dacht ik: wat doen ze nu? Maar het werkte regelmatig verrassend goed.”

“Een gat van zeker vier bij vier meter. Binnen tien minuten.” De verbazing en zorg klinken nog door in de stem van Patrik Peeters, dijkonderzoeker bij het Vlaamse Waterbouwkundig Laboratorium en projectleider van Polder2C’s. Want de dijk had die dag in 2021 nog geen krimp gegeven. Terwijl er vanaf ‘s ochtends vroeg voortdurend water overheen was gespoeld. “Maar net toen we wilden gaan opbreken omdat het bijna donker was, was daar plots dat enorme, zwarte gat.”

Medeprojectleider Ludolph Wentholt van STOWA benadrukt juist eerst het goede nieuws van Polder2C’s: “Onze standaarddijken blijken echt super robuust”. Maar er is inderdaad die essentiële ‘mits’. De dijk mag geen anomalieën hebben, zoals een vossen- of konijnenhol, of een meer verborgen stelsel van mollengangen dat soms tot diep in de dijk loopt. Dan kan het opeens misgaan. Beide projectleiders noemen die wat paradoxale combinatie van robuustheid en kwetsbaarheid de belangrijkste conclusie van het Polder2C’s-project. Wentholt: “Ik zie het als een soort kortsluiting.”

Standaard

Aan het Interreg-project Polder2C’s nam een bont gezelschap deel van onderzoekers, experts, trainees en studenten uit Nederland, Vlaanderen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ze waren afkomstig van universiteiten, hogescholen en andere kennisinstellingen, maar ook van waterschappen, Defensie, Rijkswaterstaat en milieutoezicht. Ze deden in verschillende teams veldproeven op echte ‘Hollandse’ dijken in het ontpolderingsgebied de Hedwige-Prosperpolder op de grens van België en Nederland. Dat gebeurde in de periode tussen december 2019 en september 2022. Uniek is dat het onderzoek destructief mocht zijn; de dijk is inmiddels grotendeels verdwenen (zie ook kader). Belangrijk is dat de betreffende dijk exemplarisch is voor alle dijken van na 1953, “want zo bouwen we ze nu nog”, vertelt Wentholt. Na de watersnoodramp zijn vrijwel alle dijken langs de Noordzeekust en rivieren op dezelfde wijze aangelegd of opgehoogd. Ze bestaan uit een basis van zand met daarop een laag klei bedekt met gras. Wentholt: “Je ziet dat ook ter plekke duidelijk. Achter die hoge, brede Scheldedijk waar wij veldproeven uitvoerden, liggen meer landinwaarts nog de lagere, oudere dijken.”

De nieuwe dijken werden destijds zo gedimensioneerd, dat ze het land erachter zeker honderd jaar droog zouden moeten houden. Zelfs tijdens een storm zoals in 1953. Maar een stormvloed uit die buitencategorie heeft zich sindsdien niet meer voorgedaan. In de praktijk zijn de dijken uit het Deltaplan dus nooit tot het uiterste getest, vertelt Wentholt. “Onze experimenten waren erop gericht meer inzicht te krijgen in de grenzen en hoe te reageren op calamiteiten.”

Emergency response

Het living lab heeft duidelijk gemaakt dat de dijken inderdaad nog zeker twintig jaar meekunnen. “Super robuust”, noemt Wentholt ze herhaaldelijk. “In de berekeningen namen ontwerpers een veiligheidsmarge mee. Die zien we in de praktijk echt terug.” Maar wel onder de belangrijke voorwaarde dat de dijk goed onderhouden wordt, voegt Peeters toe. Regelmatige inspectie en herstel zijn essentieel om te weten waar zwakke plekken kunnen zitten. En bij hoogwater zijn er ‘ogen op de dijk’ nodig, zodat snel kan worden gehandeld mocht er ergens een gat ontstaan. Want die blijken prima provisorisch te dichten, te ‘bepleisteren’. Ook zonder zware machines. “Je legt een noodverband aan tot na de storm. Daarna kun je de dijk dan echt herstellen”, aldus Peeters. Cruciaal is dat de ‘pleisterploeg’ tijdig aan de slag kan. Daarom is visuele inspectie van de dijk nodig en dient zo’n ploeg paraat te staan. Peeters: “Je moet echt locatie-specifiek denken. Is een stuk dijk lastig bereikbaar? Dan moet je daar extra investeren in onderhoud en prioritair de dijk versterken.”

Ook Wentholt wijst op het belang van een meer proactieve houding in emergency response. Dat betekent: een doorlopende kennisuitwisseling binnen de veiligheidsregio met onder meer bestuur, brandweer en Defensie en regelmatige praktijkoefeningen. Zodat iedereen weet wat er aan materieel en gereedschap klaar moet liggen, wie er nodig is in crisissituaties en wie welke taak op zich neemt. Mensen en organisaties moeten elkaar kennen, daar draait het om. “Een crisisoperatie mislukt als de lokale beheerder of aannemer niet weet hoe je in de beginfase van dijkbezwijking noodmaatregelen toepast om erger te voorkomen.”

Twintig jaar

Slapen de projectleiders zorgelozer na alle dijkproeven van Polder2C’s? Zijn we veilig? “Polder2C’s heeft de dijken natuurlijk niet hoger gemaakt”, reageert Peeters. “Wel hebben we door de samenwerking veel bijgeleerd en elkaar geïnspireerd. Dan gaat het om heel concrete zaken zoals welke folie het handigst is om een gat af te dekken in stormwind. Maar toch vooral ook om bewustzijn te creëren over nodige verbeteringen. Want de kwetsbaarheid van dijken is een zorg voor iedereen.” Peeters zou bijvoorbeeld graag meer aandacht zien voor gravers en graverij. “We willen allemaal natuurlijkere dijken voor meer biodiversiteit en zijn verheugd dat de bever na honderd jaar terug is. Maar de realiteit is dat gravers je dijk kwetsbaarder maken.” Wat te doen? Afschieten? Wegvangen? Peeters: “Dat kan met vossen en konijnen eventueel, maar ook mollen en de Chinese wolhandkrab maken gangenstelsels. Al die dieren wegvangen is haast onbegonnen werk.”

Met vlag en wimpel

Binnen Polder2C’s zijn visuele en technische technieken getest om gaten en holen op te sporen. Tips & tricks op dit gebied zullen onderdeel uitmaken van de toolbox die Polder2C’s gaat opleveren (zie ook kader). “Dit is echt een thema waarmee iedereen serieus aan de slag moet”, stelt Peeters. Nadenken en discussiëren over de mogelijke oplossingen. Die kunnen variëren van monitoren tot een rigoureuze aanpak als de gehele toplaag van een dijk afgraven, gaas aanbrengen en weer afdekken.

Wentholts vertrouwen in onze dijken is desondanks groot. “Ik vind dat de dijk met vlag en wimpel is geslaagd voor de APK. En we zien dat je met goede emergency response die dijken in feite nog langer op sterkte kunt houden.” Die kennis kunnen we volgens Wentholt en Peeters ook benutten voor klimaatadaptatie. De klassieke reactie op hogere waterstanden is de dijken ophogen. Maar meer veiligheid is ook te bereiken via goede inspectie en emergency response, benadrukt Wentholt. We moeten die alternatieven de komende twintig tot dertig jaar goed onderzoeken, aldus Peeters. “Tijdens veldproeven dacht ik soms echt: wat doen zij nou? Maar regelmatig werkte creatieve oplossingen verrassend goed.”

Afronden

Voor Wentholt betekende Polder2C’s de ‘kers op de taart’ van zijn loopbaan. “Ik heb gevraagd of ik me hierop mocht richten tot mijn pensioen. Dit is ontzettend boeiende materie. En het was genieten om te werken met zo’n enthousiast team en zoveel partners, in die omgeving. Draai boven op die dijk een rondje om je eigen as en je ziet zo’n verscheidenheid aan landschappen. Van puur natuur, schorren en slikken, via het weidse water, naar de glimmende industrietorens, de havens, de kerncentrales van Doel en terug naar de natuur. Zo bijzonder.”

Ook Peeters is lovend. “Je denkt soms: laat ons dit stukje maar regelen en dan doen jullie dat. Want overleg en afstemmen met veel partners kost tijd. Maar dan merk je dat de verschillen in achtergrond, maar ook leeftijd, je blik openen. Ik denk bijvoorbeeld: we schrijven een hoofdstuk voor het Internationale Levee Handbook. Maar de studenten van onze Summer en Winter Schools zetten een vlog op YouTube die ten minste zo nuttig is. Zo’n living lab zorgt voor extra energie en creativiteit. Echt een verrijking voor iedereen.” Het living lab heeft daarom al een plek in een van zijn volgende projecten aan de kust bij Raversijde. “Als het aan mij ligt, wordt dit een soort standaard aanpak.”

Luchtfoto van de Hedwige-Prosperfolder

Uniek: Scheldedijk mag stuk

De Hedwige-Prosperpolder op de grens van België en Nederland is teruggegeven aan de natuur. Eb en vloed hebben er weer vrij spel. Het gebied is onderdeel van het Sigmaplan in Vlaanderen en Natuurpakket Westerschelde in Nederland. Voordat de Scheldedijk begin 2023 werd doorgebroken en deels afgegraven, konden dijksterkteproeven worden gedaan. Het gebied werd een living lab. De dijk mocht daarbij belast worden tot daadwerkelijk falen, een unieke situatie. “Alleen in 1986 is bij ’t Zwin ooit een bresproef op een duin gedaan”, aldus Ludolph Wentholt. “Dit was de eerste en wellicht enige gelegenheid om een standaarddijk tot het bittere eind te testen.”

Het project Polder2C’s ontvangt een bijdrage van 3,9 miljoen euro uit het Europese Interreg 2 Zeeën programma 2014-2020, mede gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van subsidiecontract No [2S07-023]. Het totale budget bedraagt 6,5 miljoen euro. Interreg 2 Zeeën is bedoeld om het kustgebied langs Kanaal en Noordzee klimaatadaptiever te maken. https://polder2cs.eu

Toolbox Polder2C’s

Het Polder2C’s-project resulteert in een toolbox met gereedschap voor dijkversterking, emergency response en kennisverspreiding. Met daarin onder meer:

Dijkinspectie app: App2C

Met deze app kunnen ook niet-experts, gewone burgers, schade aan dijken in de omgeving doorgeven.

Data portal

Alle data van de veldproeven van Polder2C’s zijn open source beschikbaar. Een toegankelijke interface gaat zorgen voor het makkelijk raadplegen van alle data.

Tips & tricks voor ‘management van dierlijke activiteit’ op dijken

In voorbereiding.

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm