Oscar van Dam, programmamanager Waterveiligheid STOWA (l) en Gerard Harmsen, Rijkswaterstaat (r)
Programma ‘Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen’ gaat volgende fase in
PIW 4 gaat ook zich ook nadrukkelijk bezighouden met de instandhouding van waterkeringen onder bijzondere klimatologische omstandigheden. Gerard Harmsen: “We hebben daar in het voorgaande programma al enige aandacht aan besteed, maar we willen hier nu veel meer werk van maken. Het gaat specifiek over de toenemende grilligheid van het weer met extreme uitschieters. In de zomer van 2021 kwam er ineens een enorme waterhoos de Maas af. Normaal gesproken is de zomer de tijd dat we onderhoud plegen, maar nu moesten we op enkele plekken weer noodmaatregelen nemen bij dijkverbeteringstrajecten. Daar moeten we over gaan nadenken. Maar we moeten ook nadenken over de vraag hoe we dijken en dijkbekledingen kunnen maken die beter bestand zijn tegen extreme droogte. ‘Dijkbekledingen’ is in relatie hiermee trouwens ook een belangrijk thema in PIW4.”
Tot slot crisisbeheersing, het laatste thema. Ook dit thema komt niet uit de lucht vallen. Van Dam: “We hebben de afgelopen jaren veel bijgeleerd op het gebied van crisisbeheersing. Onder meer in 2021 van de wateroverlast in Limburg, maar ook van de calamiteitenproeven in het Polder2C’s-project. We willen de daar geleerde lessen en opgedane ervaringen in PIW 4 gaan delen met de waterkeringbeheerders in het land.”
Oscar van Dam hoopt dat na afloop van fase 4 van het PIW-programma waterkeringbeheerders continu inzicht hebben in de toestand van hun dijken en kaden. Ook hoopt hij dat er aan het einde van het programma duurzame klimaatbestendige grasbekledingen zijn en dat de kennis over harde bekledingen van dijken (steen en asfalt) beter geborgd is. Gerard Harmsen sluit zich bij dat laatste aan: “De huidige waterkeringmedewerkers die deze kennis hebben, gaan de komende jaren bijna allemaal met pensioen. We moeten er absoluut voor zorgen dat die kennis behouden blijft.”
Meer weten?
Download het Programmaplan Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen 4 (2023-2027).
Een ander belangrijk thema in PIW 4 is graverij, iets wat in PIW 3 al voorzichtig aan bod kwam. Oscar van Dam: “Het gaat goed met de das en de bever in Nederland. Dat is mooi, want ze horen hier ook thuis. Maar we weten - bijvoorbeeld vanuit de overslagproeven in het Polder2C’s-project - dat graverij een serieuze bedreiging kan vormen voor de hoogwaterveiligheid. Dat roept de nodige vragen op: hoeveel gravers zijn er nu precies? Hoe spoor je ze op in je waterkering? Hoe herstel je graverijen en welke duurzame, preventieve maatregelen kun je nemen? En niet te vergeten: wat zijn je handelingsmogelijkheden bij hoog water, zoals we in 2021 in Limburg hebben gehad? Allemaal vragen waar we nu aandacht aan besteden.”
PIW 4 agendeert actuele ontwikkelingen in het waterkeringbeheer, maar begint niet helemaal blanco. Het programma neemt vanuit PIW 3 een aantal onderwerpen mee, aldus Van Dam en Harmsen. Dat programma stond vooral in het teken van ‘aantoonbaar in control zijn’ ten behoeve van de Zorgplicht. Er werden producten en instrumenten ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat waterkeringbeheerders op ieder moment weten, maar vooral: kunnen aantonen wat de toestand van hun keringen is, waar de zwakke plekken zitten en wat je kunt doen bij dreigende calamiteiten. Wat voor het thema ‘Zorgplicht’ geldt, geldt ook voor het thema ‘Risicogestuurd beheer en onderhoud’, een belangrijk instrument om ‘aantoonbaar in control te zijn’. Hiervoor is o.a. de NEN2767 waterkeringen nader uitgewerkt. Oscar van Dam: “De implementatie van de opgedane kennis en ontwikkelde tools in PIW3 was door Corona heel lastig. Dus dit aspect nemen we nadrukkelijk mee in PIW 4.”
PIW is volgens Oscar van Dam inmiddels een sterke merknaam geworden: “PIW staat in het waterkeringveld voor samen, praktisch, toegepast en ontmoeten. Allemaal redenen om er weer vijf jaar aan vast te knopen. Het is overigens goed dat we voor iedere periode opnieuw een programmaplan moeten schrijven. Juist om te kijken of het nog steeds urgentie heeft, maar ook om opnieuw keuzes te maken met elkaar en je goed te verantwoorden.” Gerard Harmsen voegt daaraan toe: “Rijkswaterstaat heeft als waterkeringbeheerder belang bij dit programma, maar we doen ook mee vanuit het belang voor BV waterkerend Nederland. En in de rol van adviseur van het ministerie van I&W, maar ook bij onderzoeksprogrammering, heeft Rijkswaterstaat op het gebied van beheer de samenwerking met STOWA en de waterschappen hard nodig. Vanuit die blik kijkt RWS ook naar het PIW-programma.” Het programmabudget voor de komende vijf jaar bedraagt een kleine 2 miljoen euro. STOWA en Rijkswaterstaat brengen ieder de helft van het geld in.
Klimaat
Graverij
Niet blanco
Sterke merknaam
Volgens van Dam en Harmsen weerspiegelen de subtiele aanpassingen van de naamgeving van het programma door de jaren heen het nu al 20 jaar durende succes. Het programma ging van ‘Verbetering Inspectie Waterkeringen’ via ‘Professionaliseren Inspectie Waterkeringen’ tot wat het nu is: ‘Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen’. Oscar van Dam: “Het programma heeft zich vanuit het verbeteren van de inspectie - bijvoorbeeld via de ontwikkeling van een digitale gids met schadebeelden (Digigids) - verder ontwikkeld. Het heeft zich ook steeds aangepast aan de vragen die er de afgelopen twintig jaar speelden op het gebied van inspectie en, in het verlengde daarvan: risicogestuurd beheer en onderhoud van waterkeringen.”
Dat zie je duidelijk terug in de huidige thema’s van PIW 4. Daarin spelen actuele waterkeringsthema’s een belangrijke rol, zoals graverij, instandhouding onder bijzondere klimatologische omstandigheden en crisisbeheersing. Volgens Harmsen zijn er ook een aantal dingen hetzelfde gebleven: “We hanteren vanaf het allereerste begin van het programma de drie O’s als basis: Ontwikkelen, Ontmoeten en Ondersteunen. Dat ontmoeten gebeurt vooral op de jaarlijkse Kennisdag die onlangs voor de twintigste keer plaatsvond. Daar worden opgedane kennis en inzichten uit het programma gedeeld en halen we ook weer nieuwe vragen op. Op deze dag komen niet alleen waterkeringbeheerders, maar ook vertegenwoordigers van kennisinstellingen, bedrijven en studenten. Het hele veld voor succesvolle kennisoverdracht en -uitwisseling is aanwezig.”
Na de beruchte veendijkdoorbraak in Wilnis (2003) besloten STOWA, de waterschappen en Rijkswaterstaat de krachten te bundelen om de inspectie en het beheer van waterkeringen te verbeteren. Het programma - dat oorspronkelijk ‘Verbetering Inspectie Waterkeringen’ (VIW) heette - loopt inmiddels meer dan twintig jaar. Onlangs werd een nieuw 5-jarig programmaplan goedgekeurd. Het betekent tevens een hernieuwde samenwerking tussen Rijkswaterstaat en STOWA. Gerard Harmsen (RWS) en Oscar van Dam (STOWA) blikken terug en kijken vooruit naar ‘PIW 4’.
Meer weten?
Download het Programmaplan Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen 4 (2023-2027).
PIW 4 gaat ook zich ook nadrukkelijk bezighouden met de instandhouding van waterkeringen onder bijzondere klimatologische omstandigheden. Gerard Harmsen: “We hebben daar in het voorgaande programma al enige aandacht aan besteed, maar we willen hier nu veel meer werk van maken. Het gaat specifiek over de toenemende grilligheid van het weer met extreme uitschieters. In de zomer van 2021 kwam er ineens een enorme waterhoos de Maas af. Normaal gesproken is de zomer de tijd dat we onderhoud plegen, maar nu moesten we op enkele plekken weer noodmaatregelen nemen bij dijkverbeteringstrajecten. Daar moeten we over gaan nadenken. Maar we moeten ook nadenken over de vraag hoe we dijken en dijkbekledingen kunnen maken die beter bestand zijn tegen extreme droogte. ‘Dijkbekledingen’ is in relatie hiermee trouwens ook een belangrijk thema in PIW4.”
Tot slot crisisbeheersing, het laatste thema. Ook dit thema komt niet uit de lucht vallen. Van Dam: “We hebben de afgelopen jaren veel bijgeleerd op het gebied van crisisbeheersing. Onder meer in 2021 van de wateroverlast in Limburg, maar ook van de calamiteitenproeven in het Polder2C’s-project. We willen de daar geleerde lessen en opgedane ervaringen in PIW 4 gaan delen met de waterkeringbeheerders in het land.”
Oscar van Dam hoopt dat na afloop van fase 4 van het PIW-programma waterkeringbeheerders continu inzicht hebben in de toestand van hun dijken en kaden. Ook hoopt hij dat er aan het einde van het programma duurzame klimaatbestendige grasbekledingen zijn en dat de kennis over harde bekledingen van dijken (steen en asfalt) beter geborgd is. Gerard Harmsen sluit zich bij dat laatste aan: “De huidige waterkeringmedewerkers die deze kennis hebben, gaan de komende jaren bijna allemaal met pensioen. We moeten er absoluut voor zorgen dat die kennis behouden blijft.”
Klimaat
Een ander belangrijk thema in PIW 4 is graverij, iets wat in PIW 3 al voorzichtig aan bod kwam. Oscar van Dam: “Het gaat goed met de das en de bever in Nederland. Dat is mooi, want ze horen hier ook thuis. Maar we weten - bijvoorbeeld vanuit de overslagproeven in het Polder2C’s-project - dat graverij een serieuze bedreiging kan vormen voor de hoogwaterveiligheid. Dat roept de nodige vragen op: hoeveel gravers zijn er nu precies? Hoe spoor je ze op in je waterkering? Hoe herstel je graverijen en welke duurzame, preventieve maatregelen kun je nemen? En niet te vergeten: wat zijn je handelingsmogelijkheden bij hoog water, zoals we in 2021 in Limburg hebben gehad? Allemaal vragen waar we nu aandacht aan besteden.”
Graverij
PIW 4 agendeert actuele ontwikkelingen in het waterkeringbeheer, maar begint niet helemaal blanco. Het programma neemt vanuit PIW 3 een aantal onderwerpen mee, aldus Van Dam en Harmsen. Dat programma stond vooral in het teken van ‘aantoonbaar in control zijn’ ten behoeve van de Zorgplicht. Er werden producten en instrumenten ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat waterkeringbeheerders op ieder moment weten, maar vooral: kunnen aantonen wat de toestand van hun keringen is, waar de zwakke plekken zitten en wat je kunt doen bij dreigende calamiteiten. Wat voor het thema ‘Zorgplicht’ geldt, geldt ook voor het thema ‘Risicogestuurd beheer en onderhoud’, een belangrijk instrument om ‘aantoonbaar in control te zijn’. Hiervoor is o.a. de NEN2767 waterkeringen nader uitgewerkt. Oscar van Dam: “De implementatie van de opgedane kennis en ontwikkelde tools in PIW3 was door Corona heel lastig. Dus dit aspect nemen we nadrukkelijk mee in PIW 4.”
Niet blanco
PIW is volgens Oscar van Dam inmiddels een sterke merknaam geworden: “PIW staat in het waterkeringveld voor samen, praktisch, toegepast en ontmoeten. Allemaal redenen om er weer vijf jaar aan vast te knopen. Het is overigens goed dat we voor iedere periode opnieuw een programmaplan moeten schrijven. Juist om te kijken of het nog steeds urgentie heeft, maar ook om opnieuw keuzes te maken met elkaar en je goed te verantwoorden.” Gerard Harmsen voegt daaraan toe: “Rijkswaterstaat heeft als waterkeringbeheerder belang bij dit programma, maar we doen ook mee vanuit het belang voor BV waterkerend Nederland. En in de rol van adviseur van het ministerie van I&W, maar ook bij onderzoeksprogrammering, heeft Rijkswaterstaat op het gebied van beheer de samenwerking met STOWA en de waterschappen hard nodig. Vanuit die blik kijkt RWS ook naar het PIW-programma.” Het programmabudget voor de komende vijf jaar bedraagt een kleine 2 miljoen euro. STOWA en Rijkswaterstaat brengen ieder de helft van het geld in.
Sterke merknaam
Volgens van Dam en Harmsen weerspiegelen de subtiele aanpassingen van de naamgeving van het programma door de jaren heen het nu al 20 jaar durende succes. Het programma ging van ‘Verbetering Inspectie Waterkeringen’ via ‘Professionaliseren Inspectie Waterkeringen’ tot wat het nu is: ‘Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen’. Oscar van Dam: “Het programma heeft zich vanuit het verbeteren van de inspectie - bijvoorbeeld via de ontwikkeling van een digitale gids met schadebeelden (Digigids) - verder ontwikkeld. Het heeft zich ook steeds aangepast aan de vragen die er de afgelopen twintig jaar speelden op het gebied van inspectie en, in het verlengde daarvan: risicogestuurd beheer en onderhoud van waterkeringen.”
Dat zie je duidelijk terug in de huidige thema’s van PIW 4. Daarin spelen actuele waterkeringsthema’s een belangrijke rol, zoals graverij, instandhouding onder bijzondere klimatologische omstandigheden en crisisbeheersing. Volgens Harmsen zijn er ook een aantal dingen hetzelfde gebleven: “We hanteren vanaf het allereerste begin van het programma de drie O’s als basis: Ontwikkelen, Ontmoeten en Ondersteunen. Dat ontmoeten gebeurt vooral op de jaarlijkse Kennisdag die onlangs voor de twintigste keer plaatsvond. Daar worden opgedane kennis en inzichten uit het programma gedeeld en halen we ook weer nieuwe vragen op. Op deze dag komen niet alleen waterkeringbeheerders, maar ook vertegenwoordigers van kennisinstellingen, bedrijven en studenten. Het hele veld voor succesvolle kennisoverdracht en -uitwisseling is aanwezig.”
Na de beruchte veendijkdoorbraak in Wilnis (2003) besloten STOWA, de waterschappen en Rijkswaterstaat de krachten te bundelen om de inspectie en het beheer van waterkeringen te verbeteren. Het programma - dat oorspronkelijk ‘Verbetering Inspectie Waterkeringen’ (VIW) heette - loopt inmiddels meer dan twintig jaar. Onlangs werd een nieuw 5-jarig programmaplan goedgekeurd. Het betekent tevens een hernieuwde samenwerking tussen Rijkswaterstaat en STOWA. Gerard Harmsen (RWS) en Oscar van Dam (STOWA) blikken terug en kijken vooruit naar ‘PIW 4’.
Oscar van Dam, programmamanager Waterveiligheid STOWA (l) en Gerard Harmsen, Rijkswaterstaat (r)