Tips van waterschappers …
Waar vind ik de juiste kaart?
Samenwerking STOWA en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
STOWA en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werken al tien jaar samen om waterschappen te ondersteunen met historische kennis. Momenteel gebeurt dat in het programma Toekomstbestendig vanuit verbinding met verleden (2023-2027). De Rijksdienst werkt onder andere aan de digitale ontsluiting van historische kaarten en toponiemen, oude benamingen van plaatsen en streken die iets vertellen over het landschap. En er zijn regelmatig cursussen, webinars en presentaties over hoe ons erfgoed kan helpen bij het waterbeheer van vandaag en in de toekomst.
De komende tijd wordt een speciale versie van de website Topotijdreis gerealiseerd, gericht op het watersysteem. Het is dan mogelijk online de veranderingen in watersystemen in heel Nederland te volgen op kaarten vanaf 1820. Projectleider Ellen Vreenegoor: “Veel historische kaarten zijn digitaal ontsloten, door ons en anderen, maar nog niet altijd op de meest gebruikersvriendelijke manier.”
In 2018 resulteerde de samenwerking tussen STOWA en de Rijksdienst al in het Handboek beken en erfgoed. In 2021 werden het boek en de website Stadsgenese.nl gelanceerd. Hierin wordt de historische groei van acht steden besproken aan de hand van landschapsstructuren en watersystemen. Vreenegoor: “We werken inmiddels aan een uitbreiding van de Stadsgenese met steden in weer andere landschapstypen. De website kan als inspiratie dienen voor steden om zich in hun ontstaansgeschiedenis te verdiepen.”
Ik maak vooral gebruik van het eigen Kaartenhuis van het waterschap. Een intern digitaal systeem met alle GIS-data, waar historische lagen aan zijn toegevoegd, bijvoorbeeld een laag uit 1870.
De Waterstaatkaarten, gemaakt door Rijkswaterstaat, zijn fantastisch. Er zijn vijf edities, allemaal landsdekkend. De eerste dateert van omstreeks 1850, de laatste is uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. De waterschappen leverden de informatie voor de kaarten, ze bevatten elke sluis, stuw of dijkje, echt zeer gedetailleerd. En alle edities zijn inmiddels digitaal beschikbaar via het online Dataregister op Rijkswaterstaat.nl.
Wanneer ik een gebied bezoek of betrokken raak bij een project, duik ik eerst in Topotijdreis, een website van het Kadaster. Wil ik meer detail of nog dieper de geschiedenis in, dan raadpleeg ik de Rijksdienst, maar ga ook lokaal op zoek bij bijvoorbeeld de plaatselijke bibliotheek, de cultuurhistorische vereniging of IVN.
HH De Stichtse Rijnlanden
Waterschap De Dommel
Waterschap Vallei en Veluwe
Marcel Wijstma
Hein Elemans
Maarten Veldhuis
Tulderhof (Tuldense hoef) is een klassiek voorbeeld van een middeleeuwse landbouwontginning aan de Galrijt in Hilvarenbeek. Hier weergegeven op een 19e eeuwse kaart (BHIC) naar een ouder 17e eeuws voorbeeld in het kaartboek van de Abdij van Averbode (Rijksarchief Leuven).
Watermolenlandschappen behoren tot de oudste cultuurlandschappen van Nederland. Een voorbeeld is de vloed bij de watermolen en (voormalig) kasteel langs de Beerze bij Oirschot. Dit molenlandschap is recent aangekocht door stichting ARK en zal de komende jaren worden hersteld.
Halverwege de 19e eeuw waren de Brabantse heidevelden en vennen nog bijna ongerept. Ze vormen een inspiratiebron om in de toekomst water vast te houden op plaatsen waar we vergeten waren dat er ooit veel water was.
Van boven naar onder: De historische kaart van de tuin van het kasteel in Coldenhove, de hoogtekaart van het gebied (AHN) en beide kaarten over elkaar gelegd.
Waterstaatkaart uit 1877 van het gebied rond Valkenswaard
Pak er historische kaarten bij!
Water en bodem sturend?
Ellen Vreenegoor
Programmaleider Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Elemans merkt dat de belangstelling voor historische kaarten en landschapsverhalen toeneemt. “Misschien door de vergrijzing. Lang werd erfgoed helaas toch vooral gezien als problematisch.” Vreenegoor herkent dat: “Vaak kloppen mensen bij de Rijksdienst aan als er iets in de weg staat voor een plan. Maar wij doen dolgraag in een eerder stadium mee over plannen voor natuurontwikkeling, waterberging of bouw. Dan kunnen we onze historische kennis inbrengen. De ondergrond kan flink omgewoeld zijn en het watersysteem verlegd, maar in de regel gelden oude kaarten nog en kunnen ze je toekomstplannen helpen sturen. Het kan dus zorgen voor andere oplossingen, met minder graafwerk. Plannen kunnen ook ongewijzigd blijven, maar dan is er in ieder geval goed nagedacht vanuit een historische context.”
Over het ontstaan en herstel van sprengenbeken is het volgende Kennisfilmpje gemaakt:
Onlangs kwam een vuistdikke Dommelbiografie uit waaraan ook Elemans bijdroeg. “Voor het boek zijn veel oude kaarten gedigitaliseerd en soms zelfs voor het eerst ontsloten.” Waarvoor zijn de historische kaarten nu nuttig? “Heb je even”, vraagt Elemans. Net als Veldhuis raadt hij aan bij élk project oude kaarten te raadplegen. “Het landschap wordt logisch wanneer je de historie kent, ook in de huidige context.” Kaarten bewezen bijvoorbeeld hun nut voor het plan Landschapspark Pauwels van de gemeente Tilburg. Het effluent van de rwzi wordt daar in een waterharmonica nagezuiverd. In de toekomst zal al het afgekoppelde regenwater uit de stad ook in het park inunderen. Elemans: “Honderd jaar geleden was Tilburg de eerste stad die rioolwater ging zuiveren in vloeivelden. Inmiddels is er een nieuwe doelstelling, maar het idee is dus al oud. Waar die vloeivelden lagen, vertellen de oude kaarten.”
De zoektocht naar oude kaarten begon voor Hein Elemans, adviseur Beheer en erfgoedspecialist bij Waterschap de Dommel, al veertig jaar geleden. “Toen ging het om achtergrondkennis voor het hermeanderen van beken en vismigratie. Als jong ventje werd ik naar de kelder verwezen. Het archief zat weggestopt achter een dikke deur, nu is alles digitaal.” Het werd een ware ontdekkingstocht. Elemans: “Ik viel echt van de ene verbazing in de andere over zoveel informatie. De oudste kaarten zijn vierhonderd jaar oud. Niet nauwkeurig, want de landmeetkunde bestaat pas ruim tweehonderd jaar, maar wel informatief.” De eerste daad van het waterschap in 1863 was de Dommel rechttrekken. In totaal is de rivier veertig kilometer ingekort. “Maar alle kaarten van daarvoor vond ik terug in het archief.”
Ook Marcel Wijstma, coördinator Klimaatadaptatie bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden maakt gebruik van historische kaarten. En niet alleen omdat hij geograaf is. “Objecten liggen vaak ergens in het landschap met een reden. En die reden moet je kennen om die zo goed mogelijk te benutten.” Wijstma heeft graag die kennis in het achterhoofd wanneer met bodemkaarten naar nieuwbouwlocaties wordt gezocht. “We hebben net een kaart opgeleverd die in ‘vlekken’ aangeeft welke gebieden meer en minder geschikt zijn voor nieuwbouw.” Dankzij oude kaarten weet De Stichtse Rijnlanden bijvoorbeeld ook dat Fort Honswijk aan de Lek een inundatiesluis had die nu onder de dijk ligt. Wijstma: “Bij zusterfort Everdingen, aan de overzijde, is de sluis prachtig gerestaureerd. Het is nog onbekend hoeveel van de Honswijksluis bewaard is gebleven. We gaan dat onderzoeken en kijken of het mogelijk is de sluis weer zichtbaar te maken. Of restauratie mogelijk is, is onduidelijk. Het gaat om een primaire dijk en veiligheid staat voorop.”
Vanaf de 13e eeuw begonnen onze voorouders land en water naar hun hand te zetten. Eerst met kleine dijkjes tegen overstromingen. Later met sloten, vaarten en windmolens die land droog maalden. Met de kracht van stoommachines en later elektriciteit werd bijna alles mogelijk. Zeker vanaf de jaren ’60 hield nattigheid of slappe grond ruimtelijke plannen niet meer tegen. De ingenieurs zorgden wel voor een oplossing. Maar verstandig was en is het niet, wonen in uiterwaarden of boeren op dalende veenweiden. Zeker niet met de groeiende kans op piekbuien en hoog water door klimaatverandering. Vreenegoor: “In de zomer van 2021 hoorde ik op het nieuws dat verzorgingstehuis Oosterbeemd in Valkenburg werd ontruimd. Beemd, denk ik dan, wie bouwt er nu in een beemd? Dat is nat grasland in een beekdal. En dan een tehuis voor oude mensen, moeilijk ter been ...”
De conclusie? Kennis over oorspronkelijke waterlopen, natte gronden en landindeling kan de waterschappen helpen in water-en-bodemgestuurd beleid. Wat zijn de meest geschikte plekken voor waterberging of woningbouw? Historische kaarten wijzen de weg. Een mooi voorbeeld zag Vreenegoor onlangs op de Sallandse Heuvelrug. Staatsbosbeheer kocht er landbouwgrond voor natuurontwikkeling. Om meer water vast te houden is het waterafvoersysteem uit de ruilverkavelingstijd inmiddels deels gedempt. Maar bij piekbuien zou nu overlast kunnen ontstaan in lage delen zoals Nijverdal. Op oude kaarten werden greppels herontdekt aan de randen van terrassen op de heuvels, ooit juist gegraven om water vast te houden. Ze zijn weer in gebruik genomen. Op de hoge zandgronden in Overijssel werken waterschappen, landgoedeigenaren en overheid samen om natte bossen (rabatten) te herstellen, ‘vergeten’ vloeiweides weer in gebruik te nemen en waterpartijen te reconstrueren. Allemaal aan de hand van historische kaarten.
Herontdekken doet ook waterschapper Maarten Veldhuis ook graag. Hij is adviseur en accountmanager bij Waterschap Vallei en Veluwe. “Altijd als ik een nieuw gebied bezoek, pak ik er historische kaarten bij. Je leert het verhaal achter het landschap kennen en ziet hoe ze vroeger slim gebruik maakten van het watersysteem. Daar kun je nu profijt van hebben.” Historische kaarten hebben bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld bij het herstel van sprengenbeken* op de Veluwe. “Vooral in de lagere gebieden zijn delen van de beken verdwenen of vergraven, oude kaarten zijn dan onmisbaar.”
Op dit moment is Veldhuis vooral betrokken bij oude landgoederen en natuurorganisaties in het waterschapsgebied. Hij herontdekte resten van waterterrassen en lanen van een kasteeltuin bij Coldenhove dankzij historische kaarten. En ook oude kastanjes die langs een verdwenen weg over de Veluwe moeten hebben gestaan. “Ik vond twee rechte rijen van vijf kastanjes midden in een eikenhakhoutbos. Dat leek me geen toeval. Toen ik een kaart bekeek uit de Erfgoedatlas Gemeente Nunspeet vonden ik een kaart met historische wegen en zag dat precies daar ooit een weg liep. Echt een kippenvelmomentje.” De grote kastanjes ogen minstens tweehonderd jaar oud, maar zijn dus mogelijk nog ouder. Veldhuis: “We hebben geprobeerd ze te dateren, maar omdat ze nat en deels hol zijn vanbinnen, is dat helaas lastig.”
Inundatiepark
Vlekkenkaart voor nieuwbouw
Beemd
Kippenvelmoment
Water- en bodemgestuurd bouwen is het nieuwe devies om wateroverlast of juist langdurige droogte te bestrijden. Maar nieuw is dat niet, benadrukt archeoloog Ellen Vreenegoor, programmaleider Erfgoed, Water en Klimaat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “De Veluwe was ooit het eerste stukje bewoond Nederland: hoog en droog. Mensen woonden, boerden en handelden daar waar water en bodem het toelieten. Een andere optie was er niet. Kijk naar de oudste havens, Vlissingen of Katwijk. Die liggen allemaal op een plek waar eb en vloed van nature worden gedempt, bijvoorbeeld door een landtong.”
Water en bodem moeten weer sturend zijn in de ruimtelijke ordening. De geschiedenis kan je daarbij helpen, zo blijkt. STOWA werkt samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om historische kennis over watersystemen en bodemstructuren te ontsluiten voor de waterschappen. “Op oude kaarten zie je hoe vroeger slim gebruik werd gemaakt van het watersysteem. Daar kun je nu van profiteren.”
Overblijfsel van de oude vloeivelden van Tilburg.
STOWA en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werken al tien jaar samen om waterschappen te ondersteunen met historische kennis. Momenteel gebeurt dat in het programma Toekomstbestendig vanuit verbinding met verleden (2023-2027). De Rijksdienst werkt onder andere aan de digitale ontsluiting van historische kaarten en toponiemen, oude benamingen van plaatsen en streken die iets vertellen over het landschap. En er zijn regelmatig cursussen, webinars en presentaties over hoe ons erfgoed kan helpen bij het waterbeheer van vandaag en in de toekomst.
De komende tijd wordt een speciale versie van de website Topotijdreis gerealiseerd, gericht op het watersysteem. Het is dan mogelijk online de veranderingen in watersystemen in heel Nederland te volgen op kaarten vanaf 1820. Projectleider Ellen Vreenegoor: “Veel historische kaarten zijn digitaal ontsloten, door ons en anderen, maar nog niet altijd op de meest gebruikersvriendelijke manier.”
In 2018 resulteerde de samenwerking tussen STOWA en de Rijksdienst al in het Handboek beken en erfgoed. In 2021 werden het boek en de website Stadsgenese.nl gelanceerd. Hierin wordt de historische groei van acht steden besproken aan de hand van landschapsstructuren en watersystemen. Vreenegoor: “We werken inmiddels aan een uitbreiding van de Stadsgenese met steden in weer andere landschapstypen. De website kan als inspiratie dienen voor steden om zich in hun ontstaansgeschiedenis te verdiepen.”
Samenwerking STOWA en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Ik maak vooral gebruik van het eigen Kaartenhuis van het waterschap. Een intern digitaal systeem met alle GIS-data, waar historische lagen aan zijn toegevoegd, bijvoorbeeld een laag uit 1870.
De Waterstaatkaarten, gemaakt door Rijkswaterstaat, zijn fantastisch. Er zijn vijf edities, allemaal landsdekkend. De eerste dateert van omstreeks 1850, de laatste is uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. De waterschappen leverden de informatie voor de kaarten, ze bevatten elke sluis, stuw of dijkje, echt zeer gedetailleerd. En alle edities zijn inmiddels digitaal beschikbaar via het online Dataregister op Rijkswaterstaat.nl.
Wanneer ik een gebied bezoek of betrokken raak bij een project, duik ik eerst in Topotijdreis, een website van het Kadaster. Wil ik meer detail of nog dieper de geschiedenis in, dan raadpleeg ik de Rijksdienst, maar ga ook lokaal op zoek bij bijvoorbeeld de plaatselijke bibliotheek, de cultuurhistorische vereniging of IVN.
HH De Stichtse Rijnlanden
Waterschap De Dommel
Waterschap Vallei en Veluwe
Marcel Wijstma
Hein Elemans
Maarten Veldhuis
Herontdekken doet ook waterschapper Maarten Veldhuis ook graag. Hij is adviseur en accountmanager bij Waterschap Vallei en Veluwe. “Altijd als ik een nieuw gebied bezoek, pak ik er historische kaarten bij. Je leert het verhaal achter het landschap kennen en ziet hoe ze vroeger slim gebruik maakten van het watersysteem. Daar kun je nu profijt van hebben.” Historische kaarten hebben bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld bij het herstel van sprengenbeken* op de Veluwe. “Vooral in de lagere gebieden zijn delen van de beken verdwenen of vergraven, oude kaarten zijn dan onmisbaar.”
Op dit moment is Veldhuis vooral betrokken bij oude landgoederen en natuurorganisaties in het waterschapsgebied. Hij herontdekte resten van waterterrassen en lanen van een kasteeltuin bij Coldenhove dankzij historische kaarten. En ook oude kastanjes die langs een verdwenen weg over de Veluwe moeten hebben gestaan. “Ik vond twee rechte rijen van vijf kastanjes midden in een eikenhakhoutbos. Dat leek me geen toeval. Toen ik een kaart bekeek uit de Erfgoedatlas Gemeente Nunspeet vonden ik een kaart met historische wegen en zag dat precies daar ooit een weg liep. Echt een kippenvelmomentje.” De grote kastanjes ogen minstens tweehonderd jaar oud, maar zijn dus mogelijk nog ouder. Veldhuis: “We hebben geprobeerd ze te dateren, maar omdat ze nat en deels hol zijn vanbinnen, is dat helaas lastig.”
Kippenvelmoment
Van boven naar onder: De historische kaart van de tuin van het kasteel in Coldenhove, de hoogtekaart van het gebied (AHN) en beide kaarten over elkaar gelegd.
Halverwege de 19e eeuw waren de Brabantse heidevelden en vennen nog bijna ongerept. Ze vormen een inspiratiebron om in de toekomst water vast te houden op plaatsen waar we vergeten waren dat er ooit veel water was.
Watermolenlandschappen behoren tot de oudste cultuurlandschappen van Nederland. Een voorbeeld is de vloed bij de watermolen en (voormalig) kasteel langs de Beerze bij Oirschot. Dit molenlandschap is recent aangekocht door stichting ARK en zal de komende jaren worden hersteld.
Tips van waterschappers …
Waar vind ik de juiste kaart?
De zoektocht naar oude kaarten begon voor Hein Elemans, adviseur Beheer en erfgoedspecialist bij Waterschap de Dommel, al veertig jaar geleden. “Toen ging het om achtergrondkennis voor het hermeanderen van beken en vismigratie. Als jong ventje werd ik naar de kelder verwezen. Het archief zat weggestopt achter een dikke deur, nu is alles digitaal.” Het werd een ware ontdekkingstocht. Elemans: “Ik viel echt van de ene verbazing in de andere over zoveel informatie. De oudste kaarten zijn vierhonderd jaar oud. Niet nauwkeurig, want de landmeetkunde bestaat pas ruim tweehonderd jaar, maar wel informatief.” De eerste daad van het waterschap in 1863 was de Dommel rechttrekken. In totaal is de rivier veertig kilometer ingekort. “Maar alle kaarten van daarvoor vond ik terug in het archief.”
Inundatiepark
Elemans merkt dat de belangstelling voor historische kaarten en landschapsverhalen toeneemt. “Misschien door de vergrijzing. Lang werd erfgoed helaas toch vooral gezien als problematisch.” Vreenegoor herkent dat: “Vaak kloppen mensen bij de Rijksdienst aan als er iets in de weg staat voor een plan. Maar wij doen dolgraag in een eerder stadium mee over plannen voor natuurontwikkeling, waterberging of bouw. Dan kunnen we onze historische kennis inbrengen. De ondergrond kan flink omgewoeld zijn en het watersysteem verlegd, maar in de regel gelden oude kaarten nog en kunnen ze je toekomstplannen helpen sturen. Het kan dus zorgen voor andere oplossingen, met minder graafwerk. Plannen kunnen ook ongewijzigd blijven, maar dan is er in ieder geval goed nagedacht vanuit een historische context.”
Over het ontstaan en herstel van sprengenbeken is het volgende Kennisfilmpje gemaakt:
Overblijfsel van de oude vloeivelden van Tilburg.
Onlangs kwam een vuistdikke Dommelbiografie uit waaraan ook Elemans bijdroeg. “Voor het boek zijn veel oude kaarten gedigitaliseerd en soms zelfs voor het eerst ontsloten.” Waarvoor zijn de historische kaarten nu nuttig? “Heb je even”, vraagt Elemans. Net als Veldhuis raadt hij aan bij élk project oude kaarten te raadplegen. “Het landschap wordt logisch wanneer je de historie kent, ook in de huidige context.” Kaarten bewezen bijvoorbeeld hun nut voor het plan Landschapspark Pauwels van de gemeente Tilburg. Het effluent van de rwzi wordt daar in een waterharmonica nagezuiverd. In de toekomst zal al het afgekoppelde regenwater uit de stad ook in het park inunderen. Elemans: “Honderd jaar geleden was Tilburg de eerste stad die rioolwater ging zuiveren in vloeivelden. Inmiddels is er een nieuwe doelstelling, maar het idee is dus al oud. Waar die vloeivelden lagen, vertellen de oude kaarten.”
Ook Marcel Wijstma, coördinator Klimaatadaptatie bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden maakt gebruik van historische kaarten. En niet alleen omdat hij geograaf is. “Objecten liggen vaak ergens in het landschap met een reden. En die reden moet je kennen om die zo goed mogelijk te benutten.” Wijstma heeft graag die kennis in het achterhoofd wanneer met bodemkaarten naar nieuwbouwlocaties wordt gezocht. “We hebben net een kaart opgeleverd die in ‘vlekken’ aangeeft welke gebieden meer en minder geschikt zijn voor nieuwbouw.” Dankzij oude kaarten weet De Stichtse Rijnlanden bijvoorbeeld ook dat Fort Honswijk aan de Lek een inundatiesluis had die nu onder de dijk ligt. Wijstma: “Bij zusterfort Everdingen, aan de overzijde, is de sluis prachtig gerestaureerd. Het is nog onbekend hoeveel van de Honswijksluis bewaard is gebleven. We gaan dat onderzoeken en kijken of het mogelijk is de sluis weer zichtbaar te maken. Of restauratie mogelijk is, is onduidelijk. Het gaat om een primaire dijk en veiligheid staat voorop.”
Vlekkenkaart voor nieuwbouw
Tulderhof (Tuldense hoef) is een klassiek voorbeeld van een middeleeuwse landbouwontginning aan de Galrijt in Hilvarenbeek. Hier weergegeven op een 19e eeuwse kaart (BHIC) naar een ouder 17e eeuws voorbeeld in het kaartboek van de Abdij van Averbode (Rijksarchief Leuven).
Vanaf de 13e eeuw begonnen onze voorouders land en water naar hun hand te zetten. Eerst met kleine dijkjes tegen overstromingen. Later met sloten, vaarten en windmolens die land droog maalden. Met de kracht van stoommachines en later elektriciteit werd bijna alles mogelijk. Zeker vanaf de jaren ’60 hield nattigheid of slappe grond ruimtelijke plannen niet meer tegen. De ingenieurs zorgden wel voor een oplossing. Maar verstandig was en is het niet, wonen in uiterwaarden of boeren op dalende veenweiden. Zeker niet met de groeiende kans op piekbuien en hoog water door klimaatverandering. Vreenegoor: “In de zomer van 2021 hoorde ik op het nieuws dat verzorgingstehuis Oosterbeemd in Valkenburg werd ontruimd. Beemd, denk ik dan, wie bouwt er nu in een beemd? Dat is nat grasland in een beekdal. En dan een tehuis voor oude mensen, moeilijk ter been ...”
De conclusie? Kennis over oorspronkelijke waterlopen, natte gronden en landindeling kan de waterschappen helpen in water-en-bodemgestuurd beleid. Wat zijn de meest geschikte plekken voor waterberging of woningbouw? Historische kaarten wijzen de weg. Een mooi voorbeeld zag Vreenegoor onlangs op de Sallandse Heuvelrug. Staatsbosbeheer kocht er landbouwgrond voor natuurontwikkeling. Om meer water vast te houden is het waterafvoersysteem uit de ruilverkavelingstijd inmiddels deels gedempt. Maar bij piekbuien zou nu overlast kunnen ontstaan in lage delen zoals Nijverdal. Op oude kaarten werden greppels herontdekt aan de randen van terrassen op de heuvels, ooit juist gegraven om water vast te houden. Ze zijn weer in gebruik genomen. Op de hoge zandgronden in Overijssel werken waterschappen, landgoedeigenaren en overheid samen om natte bossen (rabatten) te herstellen, ‘vergeten’ vloeiweides weer in gebruik te nemen en waterpartijen te reconstrueren. Allemaal aan de hand van historische kaarten.
Beemd
Water- en bodemgestuurd bouwen is het nieuwe devies om wateroverlast of juist langdurige droogte te bestrijden. Maar nieuw is dat niet, benadrukt archeoloog Ellen Vreenegoor, programmaleider Erfgoed, Water en Klimaat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “De Veluwe was ooit het eerste stukje bewoond Nederland: hoog en droog. Mensen woonden, boerden en handelden daar waar water en bodem het toelieten. Een andere optie was er niet. Kijk naar de oudste havens, Vlissingen of Katwijk. Die liggen allemaal op een plek waar eb en vloed van nature worden gedempt, bijvoorbeeld door een landtong.”
Ellen Vreenegoor
Programmaleider Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Water en bodem moeten weer sturend zijn in de ruimtelijke ordening. De geschiedenis kan je daarbij helpen, zo blijkt. STOWA werkt samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om historische kennis over watersystemen en bodemstructuren te ontsluiten voor de waterschappen. “Op oude kaarten zie je hoe vroeger slim gebruik werd gemaakt van het watersysteem. Daar kun je nu van profiteren.”
Waterstaatkaart uit 1877 van het gebied rond Valkenswaard