PHA2USE, het project waarbij uit zuiveringsslib een natuurlijke en afbreekbare plasticvervanger wordt gemaakt, won begin 2024 de European Public Sector Award (EPSA). Dit is een prijs voor duurzame innovaties van overheidsinstanties in Europa. In november was het project ook al finalist bij de prijs voor de beste overheidsinnovatie 2023 van Nederland. STOWA is al langere tijd betrokken bij dit project.
De plasticvervanger past in het realiseren van doelen en ambities van waterschappen op het gebied van circulariteit en klimaat. Het geheim van de biologisch afbreekbare plasticvervanger zit in het zuiveringsslib, het restproduct van de zuivering van rioolwater. Dat slib bestaat voor het overgrote deel uit bacteriën. Als deze bacteriën extra voedingsstoffen krijgen toegediend, produceren ze de stof polyhydroxyalkanoaat (PHA). PHA vormt de basis voor een biologisch afbreekbare plasticvervanger, Caleyda genaamd.
De voordelen van deze plasticvervanger zijn met name de snelle afbreektijd. Binnen een jaar is het materiaal in de bodem afgebroken. Gewoon plastic uit aardolie breekt in 100 jaar af. Een ander voordeel van dit specifieke product uit afvalwater is dat het gemaakt is van zuiveringsbacteriën. Die concurreren niet met andere grondstoffen die voor de productie van bioplastic kunnen worden gebruikt, maar tegelijkertijd belangrijk zijn voor de voedselketen. Dat zijn bijvoorbeeld suikers uit maïs en palmolie.
In juli 2023 overhandigde de projectpartners de eerste kilo's Caleyda aan de Maan Group. Dat bedrijf maakt er afbreekbare plantenpotjes van (growcoons) en test die in de teelt van gewassen. De toepassing van Caleyda kan milieuwinst opleveren omdat de ‘growcoons’ volledig circulair zijn en zo het traditionele plastic vervangen. Jaarlijks stoppen kwekers honderden miljoenen potjes in de grond.
Waterschap Brabantse Delta is de trekker van het onderzoek naar de productie van deze plasticvervanger. Het waterschap werkt daarbij samen met de collega-waterschappen De Dommel, Fryslân, Hollandse Delta en Scheldestromen. Andere partners betrokken bij deze innovatie zijn, naast STOWA, de Energie- en Grondstoffenfabriek, de slibverbranders SNB, HVC en de technologie-ontwikkelaars Paques, TU Delft en Wetsus.
Programmamanager Cora Uijterlinde
terugwinnen grondstoffen ingewikkelde puzzel
“Dit project leert mij dat er heel veel komt kijken bij het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater. Het gaat niet alleen om technologie. Maar bijvoorbeeld ook om wet- en regelgeving, om de vraag ‘wie doet wat’ en over samenwerking met bedrijven die met de grondstof aan de slag moeten om het te verwerken en te verwaarden. Het is een ingewikkelde puzzel.
Tegelijkertijd biedt zo’n project waterschappen kansen om zich te presenteren als innovatieve organisaties. Dat lukt met dit project in ieder geval wel, want PHA2Use is al enkele keren in de prijzen gevallen. Ik denk dat we met dit project een wezenlijke bijdrage leveren aan het waarmaken van de circulaire ambities van de waterschappen.”
Wat deden we nog meer op het gebied van circulaire economie?
Grondstoffen uit afvalwater:
baten én kosten
In hoeverre dragen teruggewonnen grondstoffen bij aan een circulaire grondstofketen? STOWA liet in dit licht voor acht grondstoffen die uit rioolwater kunnen worden teruggewonnen, onderzoeken wat de klimaatimpact en de milieukosten zijn.
De waterschappen willen in 2030 50 procent en in 2050 100 procent circulair zijn, onder meer door bij de rioolwaterzuivering stoffen terug te winnen en op te werken tot secundaire grondstof. Deze grondstoffen kunnen primaire grondstoffen vervangen. Dit levert milieuwinst op. Maar hoe groot deze milieuwinst is, hangt bijvoorbeeld af van de energie en hulpstoffen die nodig zijn om de stoffen te winnen ten opzichte van vergelijkbare, niet-circulaire grondstoffen. Maar ook van andere effecten op de rioolwaterzuivering.
In de studie werd onderzocht wat de klimaatimpact en de milieukosten zijn van acht grondstoffen die uit rioolwater kunnen worden teruggewonnen. Het betreft: groen gas, CO2, cellulose (fijn zeefgoed, nat en droog), fosforzuur uit slibas, struviet (verbinding van magnesium, ammonium en fosfaat), vivianiet (verbinding van ijzer en fosfaat), natuurlijk plasticvervangers (Caleyda) en Kaumera (een biopolymeer uit Nereda®-slib). Bij alle grondstoffen is een vergelijking gemaakt met de huidige conventionele manier om deze grondstoffen te maken.
Circulaire economie
Afbreekbare plasticvervanger uit zuiveringsslib in de prijzen
Afbreekbare plasticvervanger uit zuiveringsslib in de prijzen
PHA2USE, het project waarbij uit zuiveringsslib een natuurlijke en afbreekbare plasticvervanger wordt gemaakt, won begin 2024 de European Public Sector Award (EPSA). Dit is een prijs voor duurzame innovaties van overheidsinstanties in Europa. In november was het project ook al finalist bij de prijs voor de beste overheidsinnovatie 2023 van Nederland. STOWA is al langere tijd betrokken bij dit project.
De plasticvervanger past in het realiseren van doelen en ambities van waterschappen op het gebied van circulariteit en klimaat. Het geheim van de biologisch afbreekbare plasticvervanger zit in het zuiveringsslib, het restproduct van de zuivering van rioolwater. Dat slib bestaat voor het overgrote deel uit bacteriën. Als deze bacteriën extra voedingsstoffen krijgen toegediend, produceren ze de stof polyhydroxyalkanoaat (PHA). PHA vormt de basis voor een biologisch afbreekbare plasticvervanger, Caleyda genaamd.
De voordelen van deze plasticvervanger zijn met name de snelle afbreektijd. Binnen een jaar is het materiaal in de bodem afgebroken. Gewoon plastic uit aardolie breekt in 100 jaar af. Een ander voordeel van dit specifieke product uit afvalwater is dat het gemaakt is van zuiveringsbacteriën. Die concurreren niet met andere grondstoffen die voor de productie van bioplastic kunnen worden gebruikt, maar tegelijkertijd belangrijk zijn voor de voedselketen. Dat zijn bijvoorbeeld suikers uit maïs en palmolie.
In juli 2023 overhandigde de projectpartners de eerste kilo's Caleyda aan de Maan Group. Dat bedrijf maakt er afbreekbare plantenpotjes van (growcoons) en test die in de teelt van gewassen. De toepassing van Caleyda kan milieuwinst opleveren omdat de ‘growcoons’ volledig circulair zijn en zo het traditionele plastic vervangen. Jaarlijks stoppen kwekers honderden miljoenen potjes in de grond.
Waterschap Brabantse Delta is de trekker van het onderzoek naar de productie van deze plasticvervanger. Het waterschap werkt daarbij samen met de collega-waterschappen De Dommel, Fryslân, Hollandse Delta en Scheldestromen. Andere partners betrokken bij deze innovatie zijn, naast STOWA, de Energie- en Grondstoffenfabriek, de slibverbranders SNB, HVC en de technologie-ontwikkelaars Paques, TU Delft en Wetsus.
Programmamanager Cora Uijterlinde
terugwinnen grondstoffen ingewikkelde puzzel
“Dit project leert mij dat er heel veel komt kijken bij het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater. Het gaat niet alleen om technologie. Maar bijvoorbeeld ook om wet- en regelgeving, om de vraag ‘wie doet wat’ en over samenwerking met bedrijven die met de grondstof aan de slag moeten om het te verwerken en te verwaarden. Het is een ingewikkelde puzzel.
Tegelijkertijd biedt zo’n project waterschappen kansen om zich te presenteren als innovatieve organisaties. Dat lukt met dit project in ieder geval wel, want PHA2Use is al enkele keren in de prijzen gevallen. Ik denk dat we met dit project een wezenlijke bijdrage leveren aan het waarmaken van de circulaire ambities van de waterschappen.”
Wat deden we nog meer op het gebied van circulaire economie?
Grondstoffen uit afvalwater:
baten én kosten
In hoeverre dragen teruggewonnen grondstoffen bij aan een circulaire grondstofketen? STOWA liet in dit licht voor acht grondstoffen die uit rioolwater kunnen worden teruggewonnen, onderzoeken wat de klimaatimpact en de milieukosten zijn.
De waterschappen willen in 2030 50 procent en in 2050 100 procent circulair zijn, onder meer door bij de rioolwaterzuivering stoffen terug te winnen en op te werken tot secundaire grondstof. Deze grondstoffen kunnen primaire grondstoffen vervangen. Dit levert milieuwinst op. Maar hoe groot deze milieuwinst is, hangt bijvoorbeeld af van de energie en hulpstoffen die nodig zijn om de stoffen te winnen ten opzichte van vergelijkbare, niet-circulaire grondstoffen. Maar ook van andere effecten op de rioolwaterzuivering.
In de studie werd onderzocht wat de klimaatimpact en de milieukosten zijn van acht grondstoffen die uit rioolwater kunnen worden teruggewonnen. Het betreft: groen gas, CO2, cellulose (fijn zeefgoed, nat en droog), fosforzuur uit slibas, struviet (verbinding van magnesium, ammonium en fosfaat), vivianiet (verbinding van ijzer en fosfaat), natuurlijk plasticvervangers (Caleyda) en Kaumera (een biopolymeer uit Nereda®-slib). Bij alle grondstoffen is een vergelijking gemaakt met de huidige conventionele manier om deze grondstoffen te maken.