Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

STOWA startte in 2023 een groot nieuw waterkwaliteitsproject: ‘Ecologische Beoordeling (EBEO) 2.0’. In het project wordt een nieuwe methodiek ontwikkeld die een duidelijk antwoord geeft op de vraag waarom de ecologische toestand van een water is zoals die is.

EBEO 2.0 helpt bij het in beeld brengen van de ecologische knelpunten en maakt daarmee duidelijk welke maatregelen het meest bijdragen aan het oplossen van die knelpunten. Die maatregelen kunnen de verantwoordelijkheid zijn van het waterschap, maar evengoed van een andere overheid of een particuliere organisatie. De te ontwikkelen methodiek geeft de waterschappen op die manier meer slagkracht om samen met de andere verantwoordelijke partijen te doen wat nodig is om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren en KRW-doelen te halen. De nieuwe methodiek wordt in de praktijk uitgewerkt en getest in zogenoemde Levende Laboratoria. Deze starten medio 2024.

In de eerste helft van 2023 hield het EBEO-projectteam een aantal voorbereidende sessies met ecologische experts (foto boven). Daarin werden de belangrijkste eisen, wensen en aandachtspunten voor de nieuwe methodiek besproken. Daarna werden verschillende deelprojecten voorbereid en in uitvoering genomen. Om te beginnen brachten experts alle her en der verspreide gegevens over de milieu- en habitatvoorkeuren van organismen samen in één centrale database. Het betreft meer dan 15 duizend ingangen, met de milieu- en habitatvoorkeuren van vissen, diatomeeën, macrofauna, sieralgen en waterplanten. Het gaat bijvoorbeeld om de stromingscondities waaronder organismen voorkomen, maar ook de zoutconcentraties, pH-waarden en nutriëntengehalten.

Deze database vormt de onderlegger voor EBEO 2.0. De gegevens uit de database vormen de input voor de ecologische beoordeling zelf. TAUW en RHDHV deden onderzoek naar alle bestaande, beschikbare instrumenten voor zo’n beoordeling. Deze werden met elkaar vergeleken op diagnostisch vermogen, schaalniveau, mate van uitwerking en gebruiksvriendelijkheid. Uiteindelijk bleven er zes instrumenten over die afzonderlijk, of gecombineerd, de basis kunnen vormen voor EBEO 2.0.

Maar de EBEO-methode behelst meer. STOWA laat namelijk ook onderzoeken of het mogelijk is een instrument te ontwikkelen dat een relatie legt tussen de ecologische waterkwaliteit en de kwaliteit van het omringende landschap. Want de kwaliteit van dat landschap bepaalt voor een deel ook de aan- of afwezigheid van watergebonden soorten, zoals libellen. Hiermee worden water- en landnatuur met elkaar verbonden.

Verder wordt onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een analyse-instrument dat aan de hand van de aanwezige bacteriën in het water en de waterbodem een beeld geeft van de biochemische processen in het water. In de meeste wateren bepalen micro-organismen namelijk meer dan de helft van de (genetische) biodiversiteit, blijkt uit het STOWA-onderzoek ‘eDNA-voedselwebanalyse’. Ze bepalen daarmee in belangrijke mate het functioneren van de aquatische levensgemeenschap.

Alle hierboven beschreven stappen zijn de bouwstenen voor het ontwikkelen en in de praktijk testen van de nieuwe methode. Daarvoor worden in 2024 drie 'levende laboratoria' ingericht: één in het beheergebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, één bij het Waterschap Limburg (het noordelijk deel) en één in Rijkswater, hoogstwaarschijnlijk de IJsseldelta.

In de levende laboratoria vindt - zoveel mogelijk op basis van echte gegevens en voor uiteenlopende watertypen - onder meer toetsing plaats van de geactualiseerde ecologische kennisdatabase(s), de te gebruiken ecologische analyse-instrumenten, het analyse-instrument landschapskwaliteit en mogelijk het bacterie analyse-instrument. Ook wordt onderzocht welke monitoringtechnieken er bij voorkeur gebruikt moeten worden en hoe de resultaten zo kunnen worden gepresenteerd dat ze zowel voor water- en terreinbeheerders, beleidsmakers als bestuurders gebruikt en begrepen kunnen worden.

Een belangrijke randvoorwaarde bij de ontwikkeling is bijvoorbeeld dat de output van de nieuwe methodiek moet voldoen aan de vereisten voor KRW-rapportage aan de Europese Commissie. Dit om dubbel werk te voorkomen.

Programmamanager Tessa van der Wijngaart:

Waterkwaliteitsdata veel beter benutten

In Nederland verzamelen we al heel veel waterkwaliteitsdata. Die data gebruiken we vooral om te zien of we voldoen aan de gestelde normen, maar we halen er tot dusver heel weinig informatie uit die ons kan helpen om ons dichter bij de doelen te brengen: wat is nu precies het probleem en wie kan daar wat aan doen? Dit project gaat daar verandering in brengen. En het brengt de uiteenlopende opgaven op het gebied van water en natuur dichter bij elkaar.”

“Er zijn in ons land veel mensen met aquatisch-ecologische expertise. Zij delen deze expertise graag met elkaar en met ons, zoals dit project laat zien. Daar maken we vaak nog te weinig gebruik van. Ik merk in dit project ook dat er grote behoefte is om de uiteenlopende opgaven op het gebied van waterkwaliteit, natuur en biodiversiteit met elkaar te verbinden, maar dat we met elkaar naarstig op zoek zijn hoe dat moet. Ik verwacht dat EBEO 2.0 daar handvatten voor gaat geven.

Wat deden we nog meer op het gebied van
waterkwaliteit?

Hoe creëren we een robuuste waterkwaliteit in een veranderend klimaat?

Door klimaatverandering komt de waterkwaliteit in toenemende mate onder druk te staan. Voor STOWA aanleiding in 2023 een project uit te voeren om antwoord te geven op de vraag: hoe creëren we een robuuste waterkwaliteit in een veranderend klimaat?

In het project werden drie samenhangende producten ontwikkeld die moeten helpen bij het beantwoorden van die vraag. De Handreiking stresstest waterkwaliteit brengt in beeld welke wateren kwetsbaar zijn voor de (negatieve) gevolgen van klimaatverandering en wat deze systemen kwetsbaar maakt. Het gaat dus om het stellen van een diagnose. De Handreiking weging van het waterbelang voor waterkwaliteit geeft waterbeheerders uitgangspunten en richtlijnen voor het waarborgen van de waterkwaliteit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het laat via een stappenplan zien wat past bij wat voor soort ondergrond en watersysteem e.d. Het gaat om uitgangspunten en richtlijnen voor het ontwerpen van nieuwe ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen. De online tool routekaart maatregelen waterkwaliteit ten slotte is ontworpen om beheerders, en dan met name gemeenten, inzicht te geven in het soort waterkwaliteitsbevorderende maatregelen dat je kunt nemen in specifieke situaties en bij bepaalde ambities. Het gaat hierbij dus om het definiëren van maatregelen.

Om kennis en ervaringen uit te wisselen over de effecten van klimaatverandering op de waterkwaliteit startte begin 2024 ook de Community of Practice Waterkwaliteit en Klimaat. In deze CoP wisselen de deelnemers onder meer ervaringen uit met het gebruik van de ontwikkelde instrumenten.  

 

KRW na 2027: hoe gaan we verder?

STOWA wil lessen trekken uit de ervaring die waterbeherend Nederland tot dusver met de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water heeft opgedaan. In dit meerjarige onderzoek wordt onderzocht waar er kansen liggen om het na 2027 anders en beter te doen.

De insteek van het STOWA-onderzoek is bestuurskundig-juridisch. Er wordt wetenschappelijk onderzoek verricht, maar er worden eveneens ervaringen en adviezen opgehaald uit de praktijk. Dat gebeurt bij diverse personen die betrokken zijn geweest bij de implementatie en uitvoering van de KRW tot nu toe, waaronder oud-dijkgraven en vertegenwoordigers van adviesbureaus en belangenorganisaties.

Eind 2022 verscheen al een voorstudie (STOWA 2022-46) voor dit project. Belangrijkste conclusie daaruit was dat de samenwerking met andere sectoren zoals de landbouw en de ruimtelijke ordening moet worden versterkt om de KRW-doelen te halen.

Waterkwaliteit

Onderwaterfoto van een snoekbaars

EBEO 2.0

Waar ligt de bal voor het verbeteren van de waterkwaliteit, en bij wie?

EBEO 2.0

Waar ligt de bal voor het verbeteren van de waterkwaliteit, en bij wie?

STOWA startte in 2023 een groot nieuw waterkwaliteitsproject: ‘Ecologische Beoordeling (EBEO) 2.0’. In het project wordt een nieuwe methodiek ontwikkeld die een duidelijk antwoord geeft op de vraag waarom de ecologische toestand van een water is zoals die is.

EBEO 2.0 helpt bij het in beeld brengen van de ecologische knelpunten en maakt daarmee duidelijk welke maatregelen het meest bijdragen aan het oplossen van die knelpunten. Die maatregelen kunnen de verantwoordelijkheid zijn van het waterschap, maar evengoed van een andere overheid of een particuliere organisatie. De te ontwikkelen methodiek geeft de waterschappen op die manier meer slagkracht om samen met de andere verantwoordelijke partijen te doen wat nodig is om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren en KRW-doelen te halen. De nieuwe methodiek wordt in de praktijk uitgewerkt en getest in zogenoemde Levende Laboratoria. Deze starten medio 2024.

In de eerste helft van 2023 hield het EBEO-projectteam een aantal voorbereidende sessies met ecologische experts (foto boven). Daarin werden de belangrijkste eisen, wensen en aandachtspunten voor de nieuwe methodiek besproken. Daarna werden verschillende deelprojecten voorbereid en in uitvoering genomen. Om te beginnen brachten experts alle her en der verspreide gegevens over de milieu- en habitatvoorkeuren van organismen samen in één centrale database. Het betreft meer dan 15 duizend ingangen, met de milieu- en habitatvoorkeuren van vissen, diatomeeën, macrofauna, sieralgen en waterplanten. Het gaat bijvoorbeeld om de stromingscondities waaronder organismen voorkomen, maar ook de zoutconcentraties, pH-waarden en nutriëntengehalten.

Deze database vormt de onderlegger voor EBEO 2.0. De gegevens uit de database vormen de input voor de ecologische beoordeling zelf. TAUW en RHDHV deden onderzoek naar alle bestaande, beschikbare instrumenten voor zo’n beoordeling. Deze werden met elkaar vergeleken op diagnostisch vermogen, schaalniveau, mate van uitwerking en gebruiksvriendelijkheid. Uiteindelijk bleven er zes instrumenten over die afzonderlijk, of gecombineerd, de basis kunnen vormen voor EBEO 2.0.

Maar de EBEO-methode behelst meer. STOWA laat namelijk ook onderzoeken of het mogelijk is een instrument te ontwikkelen dat een relatie legt tussen de ecologische waterkwaliteit en de kwaliteit van het omringende landschap. Want de kwaliteit van dat landschap bepaalt voor een deel ook de aan- of afwezigheid van watergebonden soorten, zoals libellen. Hiermee worden water- en landnatuur met elkaar verbonden.

Verder wordt onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een analyse-instrument dat aan de hand van de aanwezige bacteriën in het water en de waterbodem een beeld geeft van de biochemische processen in het water. In de meeste wateren bepalen micro-organismen namelijk meer dan de helft van de (genetische) biodiversiteit, blijkt uit het STOWA-onderzoek ‘eDNA-voedselwebanalyse’. Ze bepalen daarmee in belangrijke mate het functioneren van de aquatische levensgemeenschap.

Alle hierboven beschreven stappen zijn de bouwstenen voor het ontwikkelen en in de praktijk testen van de nieuwe methode. Daarvoor worden in 2024 drie 'levende laboratoria' ingericht: één in het beheergebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, één bij het Waterschap Limburg (het noordelijk deel) en één in Rijkswater, hoogstwaarschijnlijk de IJsseldelta.

In de levende laboratoria vindt - zoveel mogelijk op basis van echte gegevens en voor uiteenlopende watertypen - onder meer toetsing plaats van de geactualiseerde ecologische kennisdatabase(s), de te gebruiken ecologische analyse-instrumenten, het analyse-instrument landschapskwaliteit en mogelijk het bacterie analyse-instrument. Ook wordt onderzocht welke monitoringtechnieken er bij voorkeur gebruikt moeten worden en hoe de resultaten zo kunnen worden gepresenteerd dat ze zowel voor water- en terreinbeheerders, beleidsmakers als bestuurders gebruikt en begrepen kunnen worden.

Een belangrijke randvoorwaarde bij de ontwikkeling is bijvoorbeeld dat de output van de nieuwe methodiek moet voldoen aan de vereisten voor KRW-rapportage aan de Europese Commissie. Dit om dubbel werk te voorkomen.

Programmamanager
Tessa van der Wijngaart:

Waterkwaliteitsdata veel beter benutten

In Nederland verzamelen we al heel veel waterkwaliteitsdata. Die data gebruiken we vooral om te zien of we voldoen aan de gestelde normen, maar we halen er tot dusver heel weinig informatie uit die ons kan helpen om ons dichter bij de doelen te brengen: wat is nu precies het probleem en wie kan daar wat aan doen? Dit project gaat daar verandering in brengen. En het brengt de uiteenlopende opgaven op het gebied van water en natuur dichter bij elkaar.”

“Er zijn in ons land veel mensen met aquatisch-ecologische expertise. Zij delen deze expertise graag met elkaar en met ons, zoals dit project laat zien. Daar maken we vaak nog te weinig gebruik van. Ik merk in dit project ook dat er grote behoefte is om de uiteenlopende opgaven op het gebied van waterkwaliteit, natuur en biodiversiteit met elkaar te verbinden, maar dat we met elkaar naarstig op zoek zijn hoe dat moet. Ik verwacht dat EBEO 2.0 daar handvatten voor gaat geven.

Wat deden we nog meer op het gebied van
waterkwaliteit?

Hoe creëren we een robuuste waterkwaliteit in een veranderend klimaat?

Door klimaatverandering komt de waterkwaliteit in toenemende mate onder druk te staan. Voor STOWA aanleiding in 2023 een project uit te voeren om antwoord te geven op de vraag: hoe creëren we een robuuste waterkwaliteit in een veranderend klimaat?

In het project werden drie samenhangende producten ontwikkeld die moeten helpen bij het beantwoorden van die vraag. De Handreiking stresstest waterkwaliteit brengt in beeld welke wateren kwetsbaar zijn voor de (negatieve) gevolgen van klimaatverandering en wat deze systemen kwetsbaar maakt. Het gaat dus om het stellen van een diagnose. De Handreiking weging van het waterbelang voor waterkwaliteit geeft waterbeheerders uitgangspunten en richtlijnen voor het waarborgen van de waterkwaliteit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het laat via een stappenplan zien wat past bij wat voor soort ondergrond en watersysteem e.d. Het gaat om uitgangspunten en richtlijnen voor het ontwerpen van nieuwe ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen. De online tool routekaart maatregelen waterkwaliteit ten slotte is ontworpen om beheerders, en dan met name gemeenten, inzicht te geven in het soort waterkwaliteitsbevorderende maatregelen dat je kunt nemen in specifieke situaties en bij bepaalde ambities. Het gaat hierbij dus om het definiëren van maatregelen.

Om kennis en ervaringen uit te wisselen over de effecten van klimaatverandering op de waterkwaliteit startte begin 2024 ook de Community of Practice Waterkwaliteit en Klimaat. In deze CoP wisselen de deelnemers onder meer ervaringen uit met het gebruik van de ontwikkelde instrumenten.  

 

KRW na 2027: hoe gaan we verder?

STOWA wil lessen trekken uit de ervaring die waterbeherend Nederland tot dusver met de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water heeft opgedaan. In dit meerjarige onderzoek wordt onderzocht waar er kansen liggen om het na 2027 anders en beter te doen.

De insteek van het STOWA-onderzoek is bestuurskundig-juridisch. Er wordt wetenschappelijk onderzoek verricht, maar er worden eveneens ervaringen en adviezen opgehaald uit de praktijk. Dat gebeurt bij diverse personen die betrokken zijn geweest bij de implementatie en uitvoering van de KRW tot nu toe, waaronder oud-dijkgraven en vertegenwoordigers van adviesbureaus en belangenorganisaties.

Eind 2022 verscheen al een voorstudie (STOWA 2022-46) voor dit project. Belangrijkste conclusie daaruit was dat de samenwerking met andere sectoren zoals de landbouw en de ruimtelijke ordening moet worden versterkt om de KRW-doelen te halen.

Waterkwaliteit

Onderwaterfoto van een snoekbaars

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm