Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

De Hedwige-Prosperpolder in Zeeuws-Vlaanderen was vanaf 2019 tot begin 2023 een uniek living lab. Veldproeven, uitgevoerd in het kader van het Interregproject Polder2C’s, bewezen dat onze dijken nog jaren meekunnen, mits ze geen afwijkingen hebben. Ook werd driftig geëxperimenteerd en geoefend met noodmaatregelen en calamiteitenbestrijding. Interreg is een Europese subsidieregeling voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling.

Aan het project Polder2C’s nam een bont gezelschap van onderzoekers, experts, trainees en studenten deel, uit Nederland, Vlaanderen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ze waren afkomstig van universiteiten, hogescholen en andere kennisinstellingen, maar ook van waterschappen, Defensie, Rijkswaterstaat en milieutoezicht. Ze deden in verschillende teams veldproeven op echte ‘Hollandse’ dijken in het ontpolderingsgebied de Hedwige-Prosperpolder op de grens van België en Nederland. Uniek was dat het onderzoek destructief mocht zijn. De dijk is inmiddels grotendeels verdwenen, de voormalige polder erachter is ingericht als getijde-natuurgebied.

Na tientallen overslag- en overloopproeven, waarin enorme hoeveelheden water over de dijk liepen, kwam naar voren dat de Nederlandse standaarddijken erg robuust zijn. Met één belangrijke maar: de dijk mag geen anomalieën hebben zoals een vossen-, dassen-, bever- of konijnenhol, of een meer verborgen stelsel van mollengangen dat soms tot diep in de dijk loopt. Dan kan het opeens misgaan. Deze enigszins paradoxale combinatie van robuustheid en kwetsbaarheid was één van de belangrijkste conclusies van dit project. Deze uitkomst was mede de aanleiding om extra aandacht te gaan besteden aan alle vormen van graverij. Zie ook elders in dit jaarbericht.

Het living lab maakte duidelijk dat de huidige dijken erg robuust zijn ontworpen. Maar ze moeten wel goed onderhouden en regelmatige geïnspecteerd worden. Dit om zwakke plekken, bijvoorbeeld als gevolg van graverij, snel te detecteren en te herstellen. En bij hoogwater zijn er ‘ogen op de dijk’ nodig, zodat snel kan worden gehandeld mocht er ergens een gat ontstaan. Want gaten zijn prima provisorisch te dichten, zoals bleek tijdens het beproeven van uiteenlopende noodmaatregelen. Onder meer met de BresDefender.

Het Polder2C’s-project resulteerde in een toolbox met gereedschap voor dijkversterking, emergency response en kennisverspreiding. In deze toolbox vinden de gebruikers onder meer:

  • Dijkinspectie app: App2C’s. Met deze app kunnen ook niet-experts, gewone burgers, schade aan dijken in de omgeving doorgeven.

  • Data portal. Alle data van de veldproeven van Polder2C’s zijn open source beschikbaar. Een toegankelijke interface gaat zorgen voor het makkelijk raadplegen van alle data.

  • Tips & tricks voor ‘management van dierlijke activiteit’ op dijken.

Op dit moment werkt STOWA aan een internationaal voorstel voor een vervolg op Polder2C’s, genaamd BONSAI: 'Boosting flOod resilieNce in estuarine Systems Anticipating shifting clImate zones'. In dit project wil men gaan onderzoeken hoe je gebieden die onder invloed staan van getijdenverschillen zo kunnen inrichten, dat ze bestand zijn tegen een veranderend klimaat. Het gaat over de hele inrichting van rivierengebieden, inclusief de dijken.

Het project Polder2C’s ontving een bijdrage van 3,9 miljoen euro uit het Europese Interreg 2 Zeeën programma 2014-2020, mede gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van subsidiecontract No [2S07-023]. Het totale budget bedroeg 6,5 miljoen euro. Interreg 2 Zeeën was bedoeld om het kustgebied langs Kanaal en Noordzee klimaatadaptiever te maken. Zie ook: https://polder2cs.eu

Programmamanager Oscar van Dam:

grasbekleding dijken supersterk én kwetsbaar

In het project hebben we nauw samengewerkt met vertegenwoordigers uit Vlaanderen, Frankrijk en Engeland. Dat heeft mij geleerd dat we - ook als zelfverklaard kampioen dijken bouwen – nog heel wat kunnen leren van het buitenland. Bijvoorbeeld over het verzachten van de effecten van overstromingen, iets waar ze in Engeland bijvoorbeeld veel ervaringen mee hebben.”

“De overslag- en overloopproeven van Polders2C’s hebben laten zien dat de grasbekleding van onze primaire keringen supersterk is, maar dat je ze wel continu moet blijven inspecteren en onderhouden. Want als er een zwakke plek in de bekleding zit, bijvoorbeeld door graverij, kan er snel degradatie ontstaan bij stormachtige omstandigheden.

Meer weten?

Ga naar de projectwebsite van Polder2C’s

Lees alles over de achtergronden en resultaten van het Project in STOWA ter Info 86 (lente 2023)

Het gaat goed met de das en de bever in Nederland. Dat is mooi, want ze horen hier thuis. Maar meer dassen en bevers betekent tevens: meer graverij. Ook op plekken waar het een serieuze bedreiging kan vormen voor de waterveiligheid. STOWA deed in 2023 volop onderzoek naar mogelijke oplossingen en deelde deze kennis, onder meer op een speciale Kennisdag Graverij.

Graverij is door de toenemende populatie dassen en bevers voor waterkeringbeheerders een urgent probleem geworden. Dat roept vragen op: hoeveel gravers zijn er nu precies? Hoe spoor je ze op in een waterkering? Hoe herstel je graverijschade het best en welke duurzame, preventieve maatregelen kun je nemen? En niet te vergeten: wat zijn je handelingsmogelijkheden bij hoog water, zoals we in 2021 in Limburg hebben gehad en in mindere mate afgelopen winter met de twee hoogwatergolven?

Uit het eind 2023 afgesloten Polders2c’s project kwam al naar voren dat graverij dijken kwetsbaar kan maken. Het onderwerp werd mede om die reden opgenomen als belangrijk thema’s in het programmaplan Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen 4 (PIW) van Rijkswaterstaat en STOWA, dat vorig jaar verscheen. Eén van de acties uit het plan was het instellen van een speciale graverijregisseur, Hanneke Kloosterboer van waterschap Aa en Maas. Een andere was het opzetten van een speciale landingspagina – www.stowa.nl/graverij – waarin STOWA en Rijkswaterstaat informatie over het onderwerp delen.

Om te zorgen dat we in heel Nederland op een eenduidige en duurzame wijze omgaan met bevers (een beschermde diersoort), is het noodzakelijk dat de verschillende bevoegde gezagen, RVO en provincies op één lijn komen met water- en (spoor)wegbeheerders. In 2023 werd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat –en met inhoudelijke ondersteuning vanuit STOWA en andere partijen – een begin gemaakt met een gezamenlijk handelingsperspectief, in de vorm van een nationaal protocol. Ook werd druk geëxperimenteerd met uiteenlopende detectiemethoden die kunnen helpen bij de detectie van beverholen en -gangen. Te denken valt aan detectie via geur van bevers door bijen, E(lectronic)-nose of grondradar.

Onderzoekers deden tevens onderzoek naar preventieve en curatieve maatregelen. Waterkeringbeheerders kunnen preventieve maatregelen nemen om de kans op graverij in dijken te verkleinen. Denk aan het aanbrengen van stortsteen, gaas of damwanden, het realiseren van hoogwatervluchtplaatsen, of het toevoegen van kalk aan de kleilaag. Ook werd gekeken naar maatregelen die je kunt nemen bij geconstateerde graafschade, bijvoorbeeld bij hoogwatersituaties. Deze maatregelen staan onder meer op de website wikinoodmaatregelen.nl.

Kennisuitwisseling is een belangrijk onderdeel van de aanpak van graverij. Dat gebeurt onder meer via de website van het Kenniscentrum Bever, een initiatief van STOWA, Rijkswaterstaat, ProRail, de Unie van Waterschappen, Interprovinciaal Overleg en de Zoogdiervereniging. Eind juni 2023 hield het kenniscentrum een goedbezochte kennisdag over het thema.

Meer weten?

Lees het verslag en bekijk de presentaties van de kennisdag Graverij 2023

Wat deden we nog meer op het gebied van waterveiligheid?

Flashfloodbreaker

Eind 2023 ging een nieuw internationaal waterveiligheidsproject van start waar STOWA aan deelneemt, het Interregproject FlashFloodBreaker. Een flash flood is een snelle stijging van het water in laaggelegen gebieden, die binnen drie tot zes uur optreedt bij zware regenval.

Doel van het project is om Noordwest Europa beter bestand te maken tegen flash floods. De bedoeling is dat verantwoordelijke organisaties en bewoners in zeven geselecteerde risicogebieden na afloop van het project in staat zijn hun kwetsbaarheid in te schatten, hun veerkracht te versterken, de gevaren te verminderen en beter te handelen in geval van flash floods. Risicogebieden in Nederland die meedoen in dit project zijn de valleien in Limburg en de poldergebieden in Nood-Holland.

Binnen het project FlashFloodBreaker is STOWA onder meer verantwoordelijk voor het doorontwikkelen en implementeren van App2C, een app die werd ontwikkeld binnen Polder2C’s. Met de app kunnen schades aan dijken tijdens hoogwater worden vastgelegd. Ook zal STOWA zich gaan bezighouden met het trainen van experts in de werkmethoden van de wiki noodmaatregelen en het vertalen van de belangrijkste factsheets daaruit.

Binnen Interregprojecten werken partijen uit verschillende landen samen. FlashFloodBreaker wordt getrokken door een waterschap uit Duitsland (Emschergenossenschaft und Lippeverband). Verder wordt er samengewerkt met diverse organisaties uit België, Luxemburg, Frankrijk, Ierland en Nederland.

Programma ‘Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen’ toe aan fase 4

Het programma Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen loopt inmiddels meer dan twintig jaar. In 2023 verscheen Het programmaplan PIW 4 (2023-2027). Dat beschrijft de belangrijkste thema's voor de komende vijf jaar.

Na de beruchte veendijkdoorbraak in Wilnis (2003) besloten STOWA, de waterschappen en Rijkswaterstaat de krachten te bundelen om de inspectie en het beheer van waterkeringen te verbeteren. Dit vormde de start van het PIW-programma.

De belangrijkste thema's uit het nieuwe programmaplan zijn: zorgplichtprocessen bij instandhouding, implementatie risicogestuurd beheer en onderhoud, instandhouding onder bijzondere omstandigheden, graverijen door dieren, regie op bekledingen en crisisbeheersing.

Waterveiligheid

Foto van een golfklapproef in het Polder2C's interreg project

Polder2C’s

Veel praktische kennis over sterkte primaire waterkeringen

Foto van een blootgelegd gangenstelsel door middel van het volgieten met beton

Graverij in waterkeringen:

groeiend probleem

Graverij in waterkeringen:

groeiend probleem

Polder2C’s

Veel praktische kennis over sterkte primaire waterkeringen

De Hedwige-Prosperpolder in Zeeuws-Vlaanderen was vanaf 2019 tot begin 2023 een uniek living lab. Veldproeven, uitgevoerd in het kader van het Interregproject Polder2C’s, bewezen dat onze dijken nog jaren meekunnen, mits ze geen afwijkingen hebben. Ook werd driftig geëxperimenteerd en geoefend met noodmaatregelen en calamiteitenbestrijding. Interreg is een Europese subsidieregeling voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling.

Aan het project Polder2C’s nam een bont gezelschap van onderzoekers, experts, trainees en studenten deel, uit Nederland, Vlaanderen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ze waren afkomstig van universiteiten, hogescholen en andere kennisinstellingen, maar ook van waterschappen, Defensie, Rijkswaterstaat en milieutoezicht. Ze deden in verschillende teams veldproeven op echte ‘Hollandse’ dijken in het ontpolderingsgebied de Hedwige-Prosperpolder op de grens van België en Nederland. Uniek was dat het onderzoek destructief mocht zijn. De dijk is inmiddels grotendeels verdwenen, de voormalige polder erachter is ingericht als getijde-natuurgebied.

Na tientallen overslag- en overloopproeven, waarin enorme hoeveelheden water over de dijk liepen, kwam naar voren dat de Nederlandse standaarddijken erg robuust zijn. Met één belangrijke maar: de dijk mag geen anomalieën hebben zoals een vossen-, dassen-, bever- of konijnenhol, of een meer verborgen stelsel van mollengangen dat soms tot diep in de dijk loopt. Dan kan het opeens misgaan. Deze enigszins paradoxale combinatie van robuustheid en kwetsbaarheid was één van de belangrijkste conclusies van dit project. Deze uitkomst was mede de aanleiding om extra aandacht te gaan besteden aan alle vormen van graverij. Zie ook elders in dit jaarbericht.

Het living lab maakte duidelijk dat de huidige dijken erg robuust zijn ontworpen. Maar ze moeten wel goed onderhouden en regelmatige geïnspecteerd worden. Dit om zwakke plekken, bijvoorbeeld als gevolg van graverij, snel te detecteren en te herstellen. En bij hoogwater zijn er ‘ogen op de dijk’ nodig, zodat snel kan worden gehandeld mocht er ergens een gat ontstaan. Want gaten zijn prima provisorisch te dichten, zoals bleek tijdens het beproeven van uiteenlopende noodmaatregelen. Onder meer met de BresDefender.

Het Polder2C’s-project resulteerde in een toolbox met gereedschap voor dijkversterking, emergency response en kennisverspreiding. In deze toolbox vinden de gebruikers onder meer:

  • Dijkinspectie app: App2C’s. Met deze app kunnen ook niet-experts, gewone burgers, schade aan dijken in de omgeving doorgeven.

  • Data portal. Alle data van de veldproeven van Polder2C’s zijn open source beschikbaar. Een toegankelijke interface gaat zorgen voor het makkelijk raadplegen van alle data.

  • Tips & tricks voor ‘management van dierlijke activiteit’ op dijken.

Op dit moment werkt STOWA aan een internationaal voorstel voor een vervolg op Polder2C’s, genaamd BONSAI: 'Boosting flOod resilieNce in estuarine Systems Anticipating shifting clImate zones'. In dit project wil men gaan onderzoeken hoe je gebieden die onder invloed staan van getijdenverschillen zo kunnen inrichten, dat ze bestand zijn tegen een veranderend klimaat. Het gaat over de hele inrichting van rivierengebieden, inclusief de dijken.

Het project Polder2C’s ontving een bijdrage van 3,9 miljoen euro uit het Europese Interreg 2 Zeeën programma 2014-2020, mede gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van subsidiecontract No [2S07-023]. Het totale budget bedroeg 6,5 miljoen euro. Interreg 2 Zeeën was bedoeld om het kustgebied langs Kanaal en Noordzee klimaatadaptiever te maken. Zie ook: https://polder2cs.eu

Programmamanager Oscar van Dam:

grasbekleding dijken supersterk én kwetsbaar

In het project hebben we nauw samengewerkt met vertegenwoordigers uit Vlaanderen, Frankrijk en Engeland. Dat heeft mij geleerd dat we - ook als zelfverklaard kampioen dijken bouwen – nog heel wat kunnen leren van het buitenland. Bijvoorbeeld over het verzachten van de effecten van overstromingen, iets waar ze in Engeland bijvoorbeeld veel ervaringen mee hebben.”

“De overslag- en overloopproeven van Polders2C’s hebben laten zien dat de grasbekleding van onze primaire keringen supersterk is, maar dat je ze wel continu moet blijven inspecteren en onderhouden. Want als er een zwakke plek in de bekleding zit, bijvoorbeeld door graverij, kan er snel degradatie ontstaan bij stormachtige omstandigheden.

Meer weten?

Ga naar de projectwebsite van Polder2C’s

Lees alles over de achtergronden en resultaten van het Project in STOWA ter Info 86 (lente 2023)

Het gaat goed met de das en de bever in Nederland. Dat is mooi, want ze horen hier thuis. Maar meer dassen en bevers betekent tevens: meer graverij. Ook op plekken waar het een serieuze bedreiging kan vormen voor de waterveiligheid. STOWA deed in 2023 volop onderzoek naar mogelijke oplossingen en deelde deze kennis, onder meer op een speciale Kennisdag Graverij.

Graverij is door de toenemende populatie dassen en bevers voor waterkeringbeheerders een urgent probleem geworden. Dat roept vragen op: hoeveel gravers zijn er nu precies? Hoe spoor je ze op in een waterkering? Hoe herstel je graverijschade het best en welke duurzame, preventieve maatregelen kun je nemen? En niet te vergeten: wat zijn je handelingsmogelijkheden bij hoog water, zoals we in 2021 in Limburg hebben gehad en in mindere mate afgelopen winter met de twee hoogwatergolven?

Uit het eind 2023 afgesloten Polders2c’s project kwam al naar voren dat graverij dijken kwetsbaar kan maken. Het onderwerp werd mede om die reden opgenomen als belangrijk thema’s in het programmaplan Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen 4 (PIW) van Rijkswaterstaat en STOWA, dat vorig jaar verscheen. Eén van de acties uit het plan was het instellen van een speciale graverijregisseur, Hanneke Kloosterboer van waterschap Aa en Maas. Een andere was het opzetten van een speciale landingspagina – www.stowa.nl/graverij – waarin STOWA en Rijkswaterstaat informatie over het onderwerp delen.

Om te zorgen dat we in heel Nederland op een eenduidige en duurzame wijze omgaan met bevers (een beschermde diersoort), is het noodzakelijk dat de verschillende bevoegde gezagen, RVO en provincies op één lijn komen met water- en (spoor)wegbeheerders. In 2023 werd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat –en met inhoudelijke ondersteuning vanuit STOWA en andere partijen – een begin gemaakt met een gezamenlijk handelingsperspectief, in de vorm van een nationaal protocol. Ook werd druk geëxperimenteerd met uiteenlopende detectiemethoden die kunnen helpen bij de detectie van beverholen en -gangen. Te denken valt aan detectie via geur van bevers door bijen, E(lectronic)-nose of grondradar.

Onderzoekers deden tevens onderzoek naar preventieve en curatieve maatregelen. Waterkeringbeheerders kunnen preventieve maatregelen nemen om de kans op graverij in dijken te verkleinen. Denk aan het aanbrengen van stortsteen, gaas of damwanden, het realiseren van hoogwatervluchtplaatsen, of het toevoegen van kalk aan de kleilaag. Ook werd gekeken naar maatregelen die je kunt nemen bij geconstateerde graafschade, bijvoorbeeld bij hoogwatersituaties. Deze maatregelen staan onder meer op de website wikinoodmaatregelen.nl.

Kennisuitwisseling is een belangrijk onderdeel van de aanpak van graverij. Dat gebeurt onder meer via de website van het Kenniscentrum Bever, een initiatief van STOWA, Rijkswaterstaat, ProRail, de Unie van Waterschappen, Interprovinciaal Overleg en de Zoogdiervereniging. Eind juni 2023 hield het kenniscentrum een goedbezochte kennisdag over het thema.

Wat deden we nog meer op het gebied van waterveiligheid?

Programma ‘Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen’ toe aan fase 4

Het programma Professionaliseren Instandhouding Waterkeringen loopt inmiddels meer dan twintig jaar. In 2023 verscheen Het programmaplan PIW 4 (2023-2027). Dat beschrijft de belangrijkste thema's voor de komende vijf jaar.

Na de beruchte veendijkdoorbraak in Wilnis (2003) besloten STOWA, de waterschappen en Rijkswaterstaat de krachten te bundelen om de inspectie en het beheer van waterkeringen te verbeteren. Dit vormde de start van het PIW-programma.

De belangrijkste thema's uit het nieuwe programmaplan zijn: zorgplichtprocessen bij instandhouding, implementatie risicogestuurd beheer en onderhoud, instandhouding onder bijzondere omstandigheden, graverijen door dieren, regie op bekledingen en crisisbeheersing.

Foto van een blootgelegd gangenstelsel door middel van het volgieten met beton

Waterveiligheid

Foto van een golfklapproef in het Polder2C's interreg project

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm