Erfgoedpact moet verleden en toekomst verbinden:
Waterschappen werken aan een gedeelde visie op watererfgoed
Waterschappen spelen een belangrijke rol in het beheer en behoud van watererfgoed, maar hun aanpak verschilt sterk. Terwijl de een niet verder lijkt te gaan dan voldoen aan minimale wettelijke eisen, formuleert de ander ambitieus beleid. Een lastig punt is dat erfgoedzorg geen kerntaak van waterschappen is. Bovendien ontbreekt tot dusver een eenduidige definitie van wat precies onder watererfgoed valt. De themagroep Cultuurhistorie van de Unie van Waterschappen werkt daarom aan een Erfgoedpact om de waarde van watererfgoed beter te benutten.
Artikel in het kort
Cultuurhistorisch advies- en onderzoeksbureau De Waterfabriek bracht in 2017 in opdracht van erfgoedvereniging Heemschut in kaart hoe de 21 waterschappen zich verhouden tot hun watererfgoed. De vereniging wilde met de waterschappen een relatie opbouwen en in gesprek gaan over de erfgoedzorg. Doel was om de waterschappen vroegtijdig in ruimtelijke processen bewust te maken van de aanwezige erfgoedwaarden. En om ze te helpen bij het zoeken naar een goede manier om met het historische watererfgoed om te gaan. Dit was volgens Heemschut nodig, omdat waterschappen vaak te laat ontwikkelingen signaleerden die nadelig waren voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. “We hebben in 2017 onderzocht hoe verschillende overheidslagen omgaan met erfgoed”, vertelt Karel Loeff, directeur van Heemschut. Gemeenten voerden beleid op dit terrein, maar bij de waterschappen was dit minder helder. “Daarom hebben we onderzocht wat ze nu precies deden en wat ze onder hun watererfgoed verstaan.”
Divers beeld
Het onderzoek leverde een divers beeld op. Sommige waterschappen rekenden alleen hun historische gebouwen tot erfgoed, terwijl andere ook dijken, polders, sluizen, stuwen en beheerde gebieden als erfgoed beschouwen. Een eenduidige definitie ontbrak. Verder hadden de meeste waterschappen geen expliciet erfgoedbeleid. Dit is op zich niet vreemd, omdat erfgoedbeleid niet tot de kerntaken van een waterschap behoort. Het rapport fungeerde voor veel waterschappen als een wake up call. “Sommige waterschappen waren verbaasd en zelfs verontwaardigd dat de vereniging een rapport uitbracht over de manier waarop waterschappen zich tot hun erfgoed verhielden”, stelt Loeff nu. De zorg voor erfgoed brengt kosten met zich mee. “Sommige waterschappen reageerden met: waar bemoeien jullie je mee?”

De lengte (indertijd) en wat de afsluitdijk voor de ontwikkeling van Nederland en de kustplaatsen rond de Zuiderzee teweeg heeft gebracht, maken dat de afsluitdijk Karel Loeff's favoriete waterstaatkundige erfgoed is.
In beweging
Sinds de publicatie van het rapport is er bij de waterschappen wel het één en ander in beweging gekomen, meent Loeff. De Unie van Waterschappen richtte zes jaar geleden de themagroep Cultuurhistorie op om kennis en ervaringen te delen over het behoud en de inzet van watergerelateerd erfgoed. Mede door de inspanningen van deze groep lijkt erfgoed een vastere plaats in het beleid van waterschappen te krijgen. Daarnaast is er bij waterschapspartijen, zoals Water Natuurlijk, meer aandacht voor het onderwerp gekomen. Toch ontbreekt nog altijd een actueel, overkoepelend beeld van hoe waterschappen tegenwoordig met hun erfgoed omgaan. De 21 waterschappen, onafhankelijke bestuursorganen, bepalen hierin elk hun eigen koers.
Dynamisch begrip
Caroline Matla van de Unie van Waterschappen begeleidt de UvW-themagroep Cultuurhistorie. De huidige inzet van de waterschappen loopt volgens haar uiteen van het voldoen aan minimale wettelijke vereisten tot ambitieus beleid. “Met de themagroep werken we nu aan een Erfgoedpact om de waarde van watererfgoed te benutten voor het heden en de toekomst. Dit pact benadrukt de gedeelde ambitie om bewust om te gaan met watererfgoed en het actief toe te passen in wateropgaven.”
Het pact richt volgens Matla op vier speerpunten. Allereerst bewustwording binnen waterschappen over de betekenis van watererfgoed in hun werk. Ten tweede het delen en verrijken van kennis, bijvoorbeeld via gebiedsprofielen en online data. Als derde het uitdragen van het verhaal van water door erfgoed beleefbaar te maken voor publiek en stakeholders. En tot slot de actieve toepassing van erfgoed in waterbeheer, inrichting en participatie. Elk waterschap geeft hier op een eigen manier invulling aan, passend bij het werkgebied en de organisatie. Zo versterkt het pact de verbinding tussen verleden, heden en toekomst in het waterbeheer.

Het gemeenlandshuis in de Breestraat in Leiden werd in 1578 gekocht door het Hoogheemraadschap van Rijnland, onder andere om in te vergaderen. Er zijn verschillende zalen vol mooie verhalen over de geschiedenis van Rijnland, maar de allermooiste is volgens Caroline Matla toch wel de ‘Goudleer Zaal’. In die zaal werd ook recht gesproken, wat te zien is aan het plafond. Het is namelijk zo geschilderd dat het net is alsof je in de buitenlucht staat.
Geschiedenis als identiteit
Dat er beweging zit in de manier waarop waterschappen met erfgoed en cultuurhistorie omgaan, zoals Karel Loeff stelt, bevestigt Jelmer Krom. Hij is communicatieadviseur bij Waterschap Rivierenland en ook lid van de themagroep Cultuurhistorie. “Toen ik in 2016 bij Rivierenland in dienst kwam, verbaasde ik mij over het ontbreken van erfgoedbeleid bij het waterschap. Het beste verhaal is je geschiedenis. Waar kom je als waterschap vandaan? Waarom besta je eigenlijk? De geschiedenis is belangrijk voor je identiteit, ze geeft autoriteit en legitimeert je bestaansrecht”, licht Krom toe.
Eenduidige definitie
Er is nog altijd geen eenduidige definitie van watererfgoed. Dat zie je in de praktijk terug. Bij het ene waterschap omvat het uitsluitend fysieke monumenten, zoals historische molens, sluizen en dijken of een historische inventaris met bijvoorbeeld hensbekers en gereedschappen. Andere waterschappen rekenen ook landschappelijke elementen die het verhaal vertellen van de Nederlandse omgang met water door de eeuwen heen tot erfgoed. Weer anderen combineren beide benaderingen of verbreden hun erfgoed met immaterieel erfgoed, de waterverhalen. Het ene waterschap heeft er speciale medewerkers voor in dienst genomen, het andere waterschap niet.
Niet alleen waterschappen worstelen overigens met hun erfgoedbeleid, ook provincies en gemeenten hebben er moeite mee. Dat stelt Kees Broks, adviseur stedelijk water en klimaat voor STOWA. Hij houdt zich vanuit die hoedanigheid namens de stichting ook bezig met cultuurhistorie. De personele bezetting staat volgens hem al geruime tijd onder druk. “Medewerkers met erfgoed in hun portefeuille lopen noodgedwongen achter de feiten aan bij planvorming en de bescherming van erfgoed. Er is vaak simpelweg te weinig capaciteit.” Daarnaast is het zoals gezegd lang niet altijd duidelijk wat waterschappen, gemeenten en provincies precies onder erfgoed verstaan. Volgens Broks heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hierin al een belangrijke stap gemaakt, door cultuurhistorie expliciet mee te nemen.

Niet alleen vertelt het complex van de Lingesluizen in het Betuwse dorpje Asperen een gelaagd verhaal over waterbeheersing; de sluizen zijn nog altijd van nut voor het waterschap. Aangelegd als één van de oudste onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie na 1815, konden de sluizen de Linge opstuwen om de Gelderse polders te inunderen. Jelmer Krom: "Je ziet hoe dit militaire systeem gebruik maakte van een landschap waarin mensen al eeuwen het water stuurden met dijken, sluizen en watermolens. Nog steeds bedienen we de sluizen. Als beheerder van de vaarweg en van deze coupure in de Diefdijk, maar ook voor peilbeheer. Enkele recente winters zorgden kwel, neerslag of smeltwater voor een volle Linge, de levensader van de Betuwe. Om te vermijden dat teveel water te snel bij Gorinchem in de krappere kanalen belandt, remmen we de Linge. Door verschillende historische kunstwerken uit de waterlinie te ‘knijpen’, zoals de Gorinchemse Kanaalsluis en de Lingesluizen in Asperen. In het ruime stroombed van de oude rivier kan de Linge veel water bufferen, als een boezem." De Lingesluizen zijn het favoriete waterstaatkundig erfgoed van Jelmer Krom.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
Een concreet voorbeeld is de Nieuwe Hollandse Waterlinie. “Je kunt dit gebied beschermen als cultureel erfgoed. Maar tegelijkertijd spelen er andere belangen, zoals de energietransitie”, legt Broks uit. “Gemeenten ontwikkelen beleid om in het gebied zonneparken te realiseren, terwijl waterschappen het gebied juist willen beschermen omdat het onderdeel is van het watersysteem. Delen van de historische infrastructuur kunnen bijvoorbeeld worden benut als waterberging.” Broks benadrukt dat de zorg voor erfgoed mensenwerk is. “Het vereist een andere instelling, voldoende capaciteit en een nieuwe positie van erfgoedspecialisten binnen bestuursorganen. De omslag van puur erfgoedbescherming naar het leren en benutten van cultuurhistorie is een proces dat niet van de ene op de andere dag plaatsvindt.”
Tot slot: het lijkt er volgens Jelmer Krom van Rivierenland wel op dat erfgoedspecialisten van waterschappen steeds vaker vanaf het begin door hun collega’s bij de (her)inrichting van gebieden worden betrokken. Bij ingrepen in het watersysteem kijken ze eerst naar de historische waterhuishouding en naar de mogelijkheden om deze inzichten toe te passen. “In 2026 is het 100 jaar geleden dat het land van Maas en Waal voor het laatst overstroomde. De laatste grote ramp in het gebied. Sindsdien is er veel veranderd”, zegt Krom. “Het gebied is op de schop gegaan door ruilverkaveling en de aanleg van de Maaswerken.” Het waterschap werkt de komende tien jaar aan de versterking van de zuidelijke Waaldijk. “In de dorpen is er veel aandacht voor de ramp. Het doet iets met het waterveiligheidsbewustzijn van de bewoners. Als waterschap haken we hierop in om draagvlak te creëren voor de op handen zijnde dijkversterking.”
Artikel in het kort
Waterschappen worstelen nog met de manier waarop ze om moeten gaan met waterstaatkundig erfgoed en cultuurhistorie. Onder meer omdat erfgoedzorg geen kerntaak van de waterschappen is. Maar er zit volgens buitenstaanders wel ‘beweging’ in.
De Unie van Waterschappen richtte enkele jaren geleden de themagroep Cultuurhistorie op om kennis en ervaringen te delen over het behoud en de inzet van watergerelateerd erfgoed. Mede door de inspanningen van deze groep lijkt erfgoed een vastere plaats in het beleid van waterschappen te krijgen.
Op dit moment werkt de themagroep aan een Erfgoedpact om de waarde van watererfgoed beter te benutten.
Erfgoedpact moet verleden en toekomst verbinden:
Waterschappen werken aan een gedeelde visie op watererfgoed
Waterschappen spelen een belangrijke rol in het beheer en behoud van watererfgoed, maar hun aanpak verschilt sterk. Terwijl de een niet verder lijkt te gaan dan voldoen aan minimale wettelijke eisen, formuleert de ander ambitieus beleid. Een lastig punt is dat erfgoedzorg geen kerntaak van waterschappen is. Bovendien ontbreekt tot dusver een eenduidige definitie van wat precies onder watererfgoed valt. De themagroep Cultuurhistorie van de Unie van Waterschappen werkt daarom aan een Erfgoedpact om de waarde van watererfgoed beter te benutten.
Artikel in het kort
Cultuurhistorisch advies- en onderzoeksbureau De Waterfabriek bracht in 2017 in opdracht van erfgoedvereniging Heemschut in kaart hoe de 21 waterschappen zich verhouden tot hun watererfgoed. De vereniging wilde met de waterschappen een relatie opbouwen en in gesprek gaan over de erfgoedzorg. Doel was om de waterschappen vroegtijdig in ruimtelijke processen bewust te maken van de aanwezige erfgoedwaarden. En om ze te helpen bij het zoeken naar een goede manier om met het historische watererfgoed om te gaan. Dit was volgens Heemschut nodig, omdat waterschappen vaak te laat ontwikkelingen signaleerden die nadelig waren voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. “We hebben in 2017 onderzocht hoe verschillende overheidslagen omgaan met erfgoed”, vertelt Karel Loeff, directeur van Heemschut. Gemeenten voerden beleid op dit terrein, maar bij de waterschappen was dit minder helder. “Daarom hebben we onderzocht wat ze nu precies deden en wat ze onder hun watererfgoed verstaan.”
Divers beeld
Het onderzoek leverde een divers beeld op. Sommige waterschappen rekenden alleen hun historische gebouwen tot erfgoed, terwijl andere ook dijken, polders, sluizen, stuwen en beheerde gebieden als erfgoed beschouwen. Een eenduidige definitie ontbrak. Verder hadden de meeste waterschappen geen expliciet erfgoedbeleid. Dit is op zich niet vreemd, omdat erfgoedbeleid niet tot de kerntaken van een waterschap behoort. Het rapport fungeerde voor veel waterschappen als een wake up call. “Sommige waterschappen waren verbaasd en zelfs verontwaardigd dat de vereniging een rapport uitbracht over de manier waarop waterschappen zich tot hun erfgoed verhielden”, stelt Loeff nu. De zorg voor erfgoed brengt kosten met zich mee. “Sommige waterschappen reageerden met: waar bemoeien jullie je mee?”

De lengte (indertijd) en wat de afsluitdijk voor de ontwikkeling van Nederland en de kustplaatsen rond de Zuiderzee teweeg heeft gebracht, maken dat de afsluitdijk Karel Loeff's favoriete waterstaatkundige erfgoed is.
In beweging
Sinds de publicatie van het rapport is er bij de waterschappen wel het één en ander in beweging gekomen, meent Loeff. De Unie van Waterschappen richtte zes jaar geleden de themagroep Cultuurhistorie op om kennis en ervaringen te delen over het behoud en de inzet van watergerelateerd erfgoed. Mede door de inspanningen van deze groep lijkt erfgoed een vastere plaats in het beleid van waterschappen te krijgen. Daarnaast is er bij waterschapspartijen, zoals Water Natuurlijk, meer aandacht voor het onderwerp gekomen. Toch ontbreekt nog altijd een actueel, overkoepelend beeld van hoe waterschappen tegenwoordig met hun erfgoed omgaan. De 21 waterschappen, onafhankelijke bestuursorganen, bepalen hierin elk hun eigen koers.
Dynamisch begrip
Caroline Matla van de Unie van Waterschappen begeleidt de UvW-themagroep Cultuurhistorie. De huidige inzet van de waterschappen loopt volgens haar uiteen van het voldoen aan minimale wettelijke vereisten tot ambitieus beleid. “Met de themagroep werken we nu aan een Erfgoedpact om de waarde van watererfgoed te benutten voor het heden en de toekomst. Dit pact benadrukt de gedeelde ambitie om bewust om te gaan met watererfgoed en het actief toe te passen in wateropgaven.”
Het pact richt volgens Matla op vier speerpunten. Allereerst bewustwording binnen waterschappen over de betekenis van watererfgoed in hun werk. Ten tweede het delen en verrijken van kennis, bijvoorbeeld via gebiedsprofielen en online data. Als derde het uitdragen van het verhaal van water door erfgoed beleefbaar te maken voor publiek en stakeholders. En tot slot de actieve toepassing van erfgoed in waterbeheer, inrichting en participatie. Elk waterschap geeft hier op een eigen manier invulling aan, passend bij het werkgebied en de organisatie. Zo versterkt het pact de verbinding tussen verleden, heden en toekomst in het waterbeheer.

Het gemeenlandshuis in de Breestraat in Leiden werd in 1578 gekocht door het Hoogheemraadschap van Rijnland, onder andere om in te vergaderen. Er zijn verschillende zalen vol mooie verhalen over de geschiedenis van Rijnland, maar de allermooiste is volgens Caroline Matla toch wel de ‘Goudleer Zaal’. In die zaal werd ook recht gesproken, wat te zien is aan het plafond. Het is namelijk zo geschilderd dat het net is alsof je in de buitenlucht staat.
Geschiedenis als identiteit
Dat er beweging zit in de manier waarop waterschappen met erfgoed en cultuurhistorie omgaan, zoals Karel Loeff stelt, bevestigt Jelmer Krom. Hij is communicatieadviseur bij Waterschap Rivierenland en ook lid van de themagroep Cultuurhistorie. “Toen ik in 2016 bij Rivierenland in dienst kwam, verbaasde ik mij over het ontbreken van erfgoedbeleid bij het waterschap. Het beste verhaal is je geschiedenis. Waar kom je als waterschap vandaan? Waarom besta je eigenlijk? De geschiedenis is belangrijk voor je identiteit, ze geeft autoriteit en legitimeert je bestaansrecht”, licht Krom toe.
Eenduidige definitie
Er is nog altijd geen eenduidige definitie van watererfgoed. Dat zie je in de praktijk terug. Bij het ene waterschap omvat het uitsluitend fysieke monumenten, zoals historische molens, sluizen en dijken of een historische inventaris met bijvoorbeeld hensbekers en gereedschappen. Andere waterschappen rekenen ook landschappelijke elementen die het verhaal vertellen van de Nederlandse omgang met water door de eeuwen heen tot erfgoed. Weer anderen combineren beide benaderingen of verbreden hun erfgoed met immaterieel erfgoed, de waterverhalen. Het ene waterschap heeft er speciale medewerkers voor in dienst genomen, het andere waterschap niet.
Niet alleen waterschappen worstelen overigens met hun erfgoedbeleid, ook provincies en gemeenten hebben er moeite mee. Dat stelt Kees Broks, adviseur stedelijk water en klimaat voor STOWA. Hij houdt zich vanuit die hoedanigheid namens de stichting ook bezig met cultuurhistorie. De personele bezetting staat volgens hem al geruime tijd onder druk. “Medewerkers met erfgoed in hun portefeuille lopen noodgedwongen achter de feiten aan bij planvorming en de bescherming van erfgoed. Er is vaak simpelweg te weinig capaciteit.” Daarnaast is het zoals gezegd lang niet altijd duidelijk wat waterschappen, gemeenten en provincies precies onder erfgoed verstaan. Volgens Broks heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hierin al een belangrijke stap gemaakt, door cultuurhistorie expliciet mee te nemen.

Niet alleen vertelt het complex van de Lingesluizen in het Betuwse dorpje Asperen een gelaagd verhaal over waterbeheersing; de sluizen zijn nog altijd van nut voor het waterschap. Aangelegd als één van de oudste onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie na 1815, konden de sluizen de Linge opstuwen om de Gelderse polders te inunderen. Jelmer Krom: "Je ziet hoe dit militaire systeem gebruik maakte van een landschap waarin mensen al eeuwen het water stuurden met dijken, sluizen en watermolens. Nog steeds bedienen we de sluizen. Als beheerder van de vaarweg en van deze coupure in de Diefdijk, maar ook voor peilbeheer. Enkele recente winters zorgden kwel, neerslag of smeltwater voor een volle Linge, de levensader van de Betuwe. Om te vermijden dat teveel water te snel bij Gorinchem in de krappere kanalen belandt, remmen we de Linge. Door verschillende historische kunstwerken uit de waterlinie te ‘knijpen’, zoals de Gorinchemse Kanaalsluis en de Lingesluizen in Asperen. In het ruime stroombed van de oude rivier kan de Linge veel water bufferen, als een boezem." De Lingesluizen zijn het favoriete waterstaatkundig erfgoed van Jelmer Krom.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
Een concreet voorbeeld is de Nieuwe Hollandse Waterlinie. “Je kunt dit gebied beschermen als cultureel erfgoed. Maar tegelijkertijd spelen er andere belangen, zoals de energietransitie”, legt Broks uit. “Gemeenten ontwikkelen beleid om in het gebied zonneparken te realiseren, terwijl waterschappen het gebied juist willen beschermen omdat het onderdeel is van het watersysteem. Delen van de historische infrastructuur kunnen bijvoorbeeld worden benut als waterberging.” Broks benadrukt dat de zorg voor erfgoed mensenwerk is. “Het vereist een andere instelling, voldoende capaciteit en een nieuwe positie van erfgoedspecialisten binnen bestuursorganen. De omslag van puur erfgoedbescherming naar het leren en benutten van cultuurhistorie is een proces dat niet van de ene op de andere dag plaatsvindt.”
Tot slot: het lijkt er volgens Jelmer Krom van Rivierenland wel op dat erfgoedspecialisten van waterschappen steeds vaker vanaf het begin door hun collega’s bij de (her)inrichting van gebieden worden betrokken. Bij ingrepen in het watersysteem kijken ze eerst naar de historische waterhuishouding en naar de mogelijkheden om deze inzichten toe te passen. “In 2026 is het 100 jaar geleden dat het land van Maas en Waal voor het laatst overstroomde. De laatste grote ramp in het gebied. Sindsdien is er veel veranderd”, zegt Krom. “Het gebied is op de schop gegaan door ruilverkaveling en de aanleg van de Maaswerken.” Het waterschap werkt de komende tien jaar aan de versterking van de zuidelijke Waaldijk. “In de dorpen is er veel aandacht voor de ramp. Het doet iets met het waterveiligheidsbewustzijn van de bewoners. Als waterschap haken we hierop in om draagvlak te creëren voor de op handen zijnde dijkversterking.”
Artikel in het kort
Waterschappen worstelen nog met de manier waarop ze om moeten gaan met waterstaatkundig erfgoed en cultuurhistorie. Onder meer omdat erfgoedzorg geen kerntaak van de waterschappen is. Maar er zit volgens buitenstaanders wel ‘beweging’ in.
De Unie van Waterschappen richtte enkele jaren geleden de themagroep Cultuurhistorie op om kennis en ervaringen te delen over het behoud en de inzet van watergerelateerd erfgoed. Mede door de inspanningen van deze groep lijkt erfgoed een vastere plaats in het beleid van waterschappen te krijgen.
Op dit moment werkt de themagroep aan een Erfgoedpact om de waarde van watererfgoed beter te benutten.