Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
Luchtfoto van bakenbomen langs de Maas

WATERSCHAPPEN WERKEN AAN EEN GEDEELDE VISIE OP WATERERFGOED

Waterschappen staan samen met andere overheden voor een enorme ruimtelijke opgaven. Omvangrijke gebiedsplannen en projecten kun je versterken door rekening te houden met cultuurhistorie en erfgoed, of door het nadrukkelijk mee te nemen in je plannen. Maar hoe doe je dat? Die vraag stelden we aan vier ruimtelijke adviseurs die elk vanuit hun eigen expertise betrokken zijn bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen.

Hans van Engen, landschapsarchitect provincie Brabant:

“Integrale gebiedsontwikkelingen als buitenkans voor cultuurhistorie en erfgoed”

“Bij integrale gebiedsontwikkelingen, zoals dijkversterkingen of rivierverruimingen, kun je cultuurhistorie en erfgoed op een volwaardige manier meenemen. Je lift in dit soort projecten mee op het budget en de bestuurlijke aandacht voor het project. Er bestaat bovendien geen twijfel of je een gebied wel onder handen moet nemen. Het is dus echt een kans om dingen te doen.” Aan het woord is Hans van Engen, landschapsarchitect van de provincie Brabant.

Hans van Engen spreekt op 17 april op de Dag van het Watererfgoed van STOWA. De werktitel van zijn presentatie is: ‘Hoe samenwerking kan werken’. Vooralsnog hebben gemeenten en provincies meer ervaring met het inbedden van cultuurhistorie in nieuwe projecten, dus Van Engen heeft volop tips voor de waterschappen. “Het is belangrijk dat cultuurhistorie onderdeel is van het planproces. In het project ‘Meanderende Maas’ hebben we de samenwerking in een vroeg stadium op papier vastgelegd. Daarin is bepaald dat we de identiteit van het gebied wilden omarmen. Hoe eerder je cultuurhistorie in een project meeneemt, hoe makkelijker het wordt. Sommige dingen moet je ook echt onderzoeken voordat je weet hoe het vroeger was. Dat is echt fascinerend. Het rivierenlandschap van de Maas liet zich lezen als een whodunnit. Wat je aan de oppervlakte ziet, is niet altijd wat het lijkt. Archeologisch landschappelijk onderzoek heeft bijvoorbeeld nieuw inzicht gegeven in de historische loop van de rivier en dat is weer tot uitdrukking gebracht in het ruimtelijk ontwerp.”

Bakenbomen

In het kielzog van het project Meanderende Maas zijn cultuurhistorie en erfgoed meegenomen. “Het verhaal van een gebied is een wezenlijk onderdeel van het landschap. De Maas is in de jaren dertig gekanaliseerd. Langs de gekanaliseerde rivier werden bomen geplant, die voor de schippers als bakens dienden. Het is nu gelukt om deze bakenbomen te behouden. Dat is heel mooi. Een project als dit zouden we nooit voor elkaar krijgen zonder een integrale aanpak.”

Erfgoed van de toekomst

Volgens Van Engen willen mensen dat er goed naar hun gebied wordt gekeken. “Bij nieuwe gebiedsprocessen lees ik mij goed in en ga ik in gesprek met mensen uit het gebied. Op basis van die informatie breng je alle elementen bij elkaar. Als je laat zien dat je je goed in het gebied hebt verdiept, voelen bewoners zich daar meer senang bij. Het verhaal van de plek is ook een mooie manier om het gesprek met bewoners te openen. Aandacht voor erfgoed betekent overigens niet dat je in nostalgie moet vervallen. Het gaat er echt om dat je met zorg en aandacht kijkt naar wat er is en hoe je erfgoed in een hedendaagse context kunt plaatsen. Je bouwt zo ook aan het erfgoed van de toekomst.”

Integrale aanpak

Van Engen waarschuwt dat je vooraf niet alles kunt bedenken. “Je krijgt in dit soort lange-termijnprojecten te maken met wisselende samenstellingen van het bestuur. Daarom is het belangrijk om te werken aan een goed verhaal. Dat blijft ook na bestuurswisselingen overeind. Het vraagt een geheugen en om vasthoudendheid om tot een goed resultaat te komen. Je moet niet onderschatten hoe groot de opgave in Nederland nog is. Dat moet je echt integraal aanpakken. Dan liggen er ook enorme kansen voor het benutten van erfgoedwaarden. Zo kan ons land alleen maar mooier worden.”

Jacob Knegtel, adviseur erfgoed en water bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:

“Elk waterschap zou een erfgoedmedewerker moeten hebben”

Er lopen in Nederland veel ruimtelijke projecten. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft niet de capaciteit om cultuurhistorie en erfgoed in al deze projecten een plek te geven. “Daarom zou elk waterschap een erfgoedmedewerker moeten hebben. Een cultuurhistorisch watersysteem zorgt voor draagvlak en mensen vinden het ontzettend leuk om lokale verhalen van waterschappen te horen. Dat zou zo’n erfgoedmedewerker ook kunnen doen”, zegt Jacob Knegtel, RCE-adviseur erfgoed en water.

STOWA en RCE werken al enige jaren samen aan het project ‘Water, bodem en cultuurhistorie sturend’. “Het doel is om waterschappen en RCE elkaars taal te leren spreken en een stap zetten naar een gezamenlijk gevoeld eigenaarschap. Cultuurhistorie is bij een aantal waterschappen nu een vinkje voor ruimtelijke kwaliteit, maar het zou een bouwsteen moeten zijn. Ik hoop dat over vijf jaar de positie van cultuurhistorie gemeengoed is. Wij hebben STOWA nodig om waterschappen beter te begrijpen. Maar ook als verbinder, als aanspreekpunt en om kennisproducten te laten landen.”

Vroeg aan tafel

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed probeert in nieuwe projecten en gebiedsontwikkelingen zo vroeg mogelijk aan tafel te komen. “Via een gebiedsbiografie kun je een gesprek starten. Dat is het moment om te kijken waar je nu staat. Je gaat sleutelen aan een systeem dat al honderden jaren bestaat.” Knegtel erkent dat de RCE in het verleden nog wel eens werd gezien als een lastige klant. “Maar de afgelopen jaren hebben we de waterschappen en andere overheden laten zien dat we geen sta-in-de-weg zijn. Die aanpak werkt. We schuiven steeds vaker in een vroeg stadium bij andere partijen aan tafel.”

Aan de slag

Het STOWA-RCE project wil cultuurhistorie toevoegen aan het principe ‘water en bodem sturend’. Dan wordt het dus water, bodem- en cultuurhistorie sturend’. “En we willen dat principe concreet maken. Bijvoorbeeld binnen het programma NOVEX (Nationale Omgevingsvisie Executiekracht). Wij kijken daarbij mee met de NOVEX-processen in De Peel en in Zwolle. In het NOVEX-proces in Zwolle zien we dat de gebiedsbiografieën er wel af en toe bij worden gepakt, maar het is geen fundament voor bepaalde keuzes. Wij denken dat het toevoegen van de menselijke laag in het landschap veel meerwaarde heeft.”

Disbalans

Vroeger moesten mensen wel leven volgens het principe water-en-bodem-sturend. Anders mislukten bijvoorbeeld hun oogsten. “Zo’n 150 jaar terug werden we overmoedig. We konden het land naar onze hand zetten. Dat werd een enorme troef, maar daardoor is een disbalans ontstaan. We moeten nu eigenlijk de fouten herstellen die we de afgelopen 150 jaar hebben gemaakt. Zo’n 100 jaar geleden werd de dijk op zichzelf gezien als de oplossing. Maar nu moeten we weer met het water mee gaan bewegen. Daarbij kunnen we de gebruiksaanwijzingen van mensen die vroeger in het gebied leefden goed gebruiken.“

Adviseur stedelijk water en klimaat voor STOWA Kees Broks:

“Cultuurhistorie inzetten bij ruimtelijke ontwikkelingen”

“Cultureel erfgoed en cultuurhistorie kun je beschermen en versterken, maar je kunt het ook inzetten. Als je ergens voor kiest op basis van historie wordt dat door betrokkenen beter begrepen”, vertelt adviseur Kees Broks die namens STOWA samen met Jacob Knegtel van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) probeert cultuurhistorie een plek te geven in grootschalige gebiedsontwikkelingen, bijvoorbeeld in het NOVEX-programma.

NOVEX staat voor Nationale Omgevingsvisie Executiekracht. Het NOVEX-programma wil het uitvoeren van al het beleid met een effect op de ruimtelijke inrichting in Nederland verbeteren. Broks: “De NOVEX-processen gaan langzaam. Daarbij komt ook nog onzekerheid over financiering. Het huidige kabinet stelt andere prioriteiten. Het principe ‘water en bodem sturend’ wordt vanuit het Rijk afgezwakt naar ‘rekening houden met’.”

Enige tijd geleden organiseerden STOWA en RCE een bijeenkomst met medewerkers water, bodem en erfgoed van een aantal hoger gelegen provincies en waterschappen. “Daaruit bleek dat zij vooral behoefte hebben aan handvatten om gebiedsprocessen beter te organiseren. Hoe vertel je het verhaal? Wanneer en hoe betrek je verschillende doelgroepen bij het proces? Hoe schakel je tussen verschillende schaalniveaus? En hoe borg je de uitvoering over een lange periode?”

Praktische voorbeelden

RCE en STOWA volgen de NOVEX-processen in De Peel en regio Zwolle en gaan betrokkenen interviewen. “Ik hoop dat we praktische ervaringen en goede voorbeelden zullen ophalen. En dat we die dan via STOWA kunnen delen. Want ook in andere regio’s spelen ingrijpende opgaven en wordt gewerkt aan vergelijkbare gebiedsprocessen. Betrokkenen bij deze gebiedsprocessen zijn enthousiast over dit initiatief. Wij denken zo aan de behoefte te kunnen voldoen die tijdens de bijeenkomst werd geventileerd. Op deze manier willen we partijen in andere regio’s inspireren hoe je het water- en bodemsysteem én cultuurhistorie mee kunt nemen in gebiedsprocessen. En praktische handvatten bieden om er in de eigen regio mee aan de slag te gaan.”

Emil Hartman, senior beleidsadviseur Vallei en Veluwe:

“Behoud van erfgoed moet doelmatig zijn”

“Ik vind dat je altijd moet kijken of het behoud van erfgoed en cultuurhistorie doelmatig is. Als je iets restaureert waar niemand ooit nog naar kijkt, kun je je afvragen of dat het waard is. We moeten oog hebben voor erfgoed en cultuurhistorie, maar wel met een zekere doelmatigheid en nuchterheid”, aldus Emil Hartman die namens het Waterschap Vallei en Veluwe betrokken is bij het NOVEX-proces in de regio Zwolle.

Hartman is ook opgavencoördinator watersysteem bij Vallei en Veluwe. “Binnen ons waterschap hebben we een overzicht gemaakt van alle cultuurhistorisch waardevolle objecten die een belangrijke rol hebben gespeeld in de waterschapsgeschiedenis. In 2019 heeft het bestuur de Nota Cultuurhistorie vastgesteld. Daarin is bepaald dat alle cultuurhistorisch waardevolle elementen in stand moeten worden gehouden. Voor de objecten die eigendom zijn van het waterschap, plannen we wanneer we die gaan opknappen. Daarbij proberen we altijd werk met werk te maken”, vertelt Hartman.

Cultuurhistorie sturend

Hartman: “Het principe ‘water, bodem en cultuurhistorie gestuurd’ vind ik eigenlijk heel logisch. Vroeger leefden de mensen namelijk water-en-bodemgedreven. Ze vestigden zich op bijvoorbeeld op droge zandheuveltjes. Door de bevolkingsgroei werd ook op minder geschikte locaties gebouwd. We zijn doorgeschoten in onze maakbaarheidsgedachte. Het is verstandig om met die bril naar nieuwe projecten te kijken. Daarom is ook voor de NOVI-regio Zwolle (NOVI: Nationale Omgevingsvisie, red. ) een gebiedsbiografie gemaakt waarin de kennis over de geschiedenis van het gebied is vertaald naar ontwikkelprincipes voor de toekomst.”

Moeilijke keuzes

Hartman vertelt dat er op de Veluwe een enorme opgave ligt. “We onttrekken te veel grondwater en we moeten aan alle knoppen gaan draaien om iedereen in de toekomst van drinkwater te kunnen voorzien. Om de grondwatervoorraad aan te vullen hebben we grofweg twee opties. Of we gaan terug naar de zandverstuivingen, of we gaan rivierwater infiltreren. Er zijn hier veel door de mens aangelegde naaldbossen. In het verleden werden deze bomen aangeplant voor de houtindustrie. Maar tegenwoordig staan ze eigenlijk alleen maar water te verdampen. Naaldbomen vervangen door loofbomen, of weer terug naar meer zandverstuivingen kan een oplossing zijn. De technische optie om gezuiverd rivierwater te infiltreren boven op de Veluwe met kunstmatige infiltratievennen, past cultuurhistorisch niet in het landschap. Een lastige keuze waarbij ook cultuurhistorie een rol speelt.”

Andere belangen

Het is moeilijk maar niet onmogelijk om fouten uit het verleden te herstellen, aldus Hartman. “We zijn in gesprek met de papierindustrie in Eerbeek om een alternatieve route te vinden voor de sprengenbeken die door alle ontwikkelingen in de afgelopen eeuwen tegenwoordig onder de fabrieken door lopen. Om de sprengenbeken weer zichtbaar te maken, moet een tracé gevonden worden om of over de fabrieksterreinen heen. Naast het zichtbaar en beleefbaar maken van de beken, draagt het ook bij aan verbetering van de ecologie en waterkwaliteit. Dat zijn kostbare projecten en de ruimte is schaars waarbij veel belangen een rol spelen. Daaraan werken we samen met de gemeente, provincie en de papierfabrieken. De hoge kosten van dat soort projecten leidt ook tot discussie over de doelmatigheid en verantwoording van die investeringen met publiek geld.”

Meerwaarde

In het waterplan Apeldoorn hebben het waterschap en de gemeente allebei geïnvesteerd om de sprengenbeken in de stad te herstellen. Het is een gezamenlijk programma dat al ruim tien jaar loopt en waaraan nog steeds wordt gewerkt. “We zoeken daarbij naar kansen om werk met werk te maken. Dat is al voor een groot deel gelukt. Bij dat project zijn ook veel vrijwilligers en stichtingen betrokken. Het is een heel zichtbare investering en daardoor de moeite en het geld waard. En het levert veel draagvlak op.”

Artikel in het kort

  • In dit artikel adviseren vier ruimtelijke adviseurs op basis van hun eigen ervaringen hoe je cultuurhistorie en erfgoed kunt meenemen in ruimtelijke plannen en projecten.

  • Advies 1: Neem cultuurhistorie direct aan de voorkant mee.

  • Advies 2: Maak werk met werk. Zo bespaar je kosten en maak je gebruik van grotere budgetten. Het meenemen van cultuurhistorie in grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen biedt kansen voor financiering. 

  • Advies 3: Gebruik cultuurhistorie om draagvlak te creëren.

Nooit meer iets missen? Meld je dan aan voor de digitale uitgave van ons magazine via www.stowa.nl/aanmeldenmagazine  

Luchtfoto van bakenbomen langs de Maas

WATERSCHAPPEN WERKEN AAN EEN GEDEELDE VISIE OP WATERERFGOED

Waterschappen staan samen met andere overheden voor een enorme ruimtelijke opgaven. Omvangrijke gebiedsplannen en projecten kun je versterken door rekening te houden met cultuurhistorie en erfgoed, of door het nadrukkelijk mee te nemen in je plannen. Maar hoe doe je dat? Die vraag stelden we aan vier ruimtelijke adviseurs die elk vanuit hun eigen expertise betrokken zijn bij groot-schalige ruimtelijke ontwikkelingen.

Hans van Engen, landschapsarchitect provincie Brabant:

“Integrale gebiedsontwikkelingen als buitenkans voor cultuurhistorie en erfgoed”

“Bij integrale gebiedsontwikkelingen, zoals dijkversterkingen of rivierverruimingen, kun je cultuurhistorie en erfgoed op een volwaardige manier meenemen. Je lift in dit soort projecten mee op het budget en de bestuurlijke aandacht voor het project. Er bestaat bovendien geen twijfel of je een gebied wel onder handen moet nemen. Het is dus echt een kans om dingen te doen.” Aan het woord is Hans van Engen, landschapsarchitect van de provincie Brabant.

Hans van Engen spreekt op 17 april op de Dag van het Watererfgoed van STOWA. De werktitel van zijn presentatie is: ‘Hoe samenwerking kan werken’. Vooralsnog hebben gemeenten en provincies meer ervaring met het inbedden van cultuurhistorie in nieuwe projecten, dus Van Engen heeft volop tips voor de waterschappen. “Het is belangrijk dat cultuurhistorie onderdeel is van het planproces. In het project ‘Meanderende Maas’ hebben we de samenwerking in een vroeg stadium op papier vastgelegd. Daarin is bepaald dat we de identiteit van het gebied wilden omarmen. Hoe eerder je cultuurhistorie in een project meeneemt, hoe makkelijker het wordt. Sommige dingen moet je ook echt onderzoeken voordat je weet hoe het vroeger was. Dat is echt fascinerend. Het rivierenlandschap van de Maas liet zich lezen als een whodunnit. Wat je aan de oppervlakte ziet, is niet altijd wat het lijkt. Archeologisch landschappelijk onderzoek heeft bijvoorbeeld nieuw inzicht gegeven in de historische loop van de rivier en dat is weer tot uitdrukking gebracht in het ruimtelijk ontwerp.”

Bakenbomen

In het kielzog van het project Meanderende Maas zijn cultuurhistorie en erfgoed meegenomen. “Het verhaal van een gebied is een wezenlijk onderdeel van het landschap. De Maas is in de jaren dertig gekanaliseerd. Langs de gekanaliseerde rivier werden bomen geplant, die voor de schippers als bakens dienden. Het is nu gelukt om deze bakenbomen te behouden. Dat is heel mooi. Een project als dit zouden we nooit voor elkaar krijgen zonder een integrale aanpak.”

Erfgoed van de toekomst

Volgens Van Engen willen mensen dat er goed naar hun gebied wordt gekeken. “Bij nieuwe gebiedsprocessen lees ik mij goed in en ga ik in gesprek met mensen uit het gebied. Op basis van die informatie breng je alle elementen bij elkaar. Als je laat zien dat je je goed in het gebied hebt verdiept, voelen bewoners zich daar meer senang bij. Het verhaal van de plek is ook een mooie manier om het gesprek met bewoners te openen. Aandacht voor erfgoed betekent overigens niet dat je in nostalgie moet vervallen. Het gaat er echt om dat je met zorg en aandacht kijkt naar wat er is en hoe je erfgoed in een hedendaagse context kunt plaatsen. Je bouwt zo ook aan het erfgoed van de toekomst.”

Integrale aanpak

Van Engen waarschuwt dat je vooraf niet alles kunt bedenken. “Je krijgt in dit soort lange-termijnprojecten te maken met wisselende samenstellingen van het bestuur. Daarom is het belangrijk om te werken aan een goed verhaal. Dat blijft ook na bestuurswisselingen overeind. Het vraagt een geheugen en om vasthoudendheid om tot een goed resultaat te komen. Je moet niet onderschatten hoe groot de opgave in Nederland nog is. Dat moet je echt integraal aanpakken. Dan liggen er ook enorme kansen voor het benutten van erfgoedwaarden. Zo kan ons land alleen maar mooier worden.”

Jacob Knegtel, adviseur erfgoed en water bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:

“Elk waterschap zou een erfgoedmedewerker moeten hebben”

Er lopen in Nederland veel ruimtelijke projecten. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft niet de capaciteit om cultuurhistorie en erfgoed in al deze projecten een plek te geven. “Daarom zou elk waterschap een erfgoedmedewerker moeten hebben. Een cultuurhistorisch watersysteem zorgt voor draagvlak en mensen vinden het ontzettend leuk om lokale verhalen van waterschappen te horen. Dat zou zo’n erfgoedmedewerker ook kunnen doen”, zegt Jacob Knegtel, RCE-adviseur erfgoed en water.

STOWA en RCE werken al enige jaren samen aan het project ‘Water, bodem en cultuurhistorie sturend’. “Het doel is om waterschappen en RCE elkaars taal te leren spreken en een stap zetten naar een gezamenlijk gevoeld eigenaarschap. Cultuurhistorie is bij een aantal waterschappen nu een vinkje voor ruimtelijke kwaliteit, maar het zou een bouwsteen moeten zijn. Ik hoop dat over vijf jaar de positie van cultuurhistorie gemeengoed is. Wij hebben STOWA nodig om waterschappen beter te begrijpen. Maar ook als verbinder, als aanspreekpunt en om kennisproducten te laten landen.”

Vroeg aan tafel

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed probeert in nieuwe projecten en gebiedsontwikkelingen zo vroeg mogelijk aan tafel te komen. “Via een gebiedsbiografie kun je een gesprek starten. Dat is het moment om te kijken waar je nu staat. Je gaat sleutelen aan een systeem dat al honderden jaren bestaat.” Knegtel erkent dat de RCE in het verleden nog wel eens werd gezien als een lastige klant. “Maar de afgelopen jaren hebben we de waterschappen en andere overheden laten zien dat we geen sta-in-de-weg zijn. Die aanpak werkt. We schuiven steeds vaker in een vroeg stadium bij andere partijen aan tafel.”

Aan de slag

Het STOWA-RCE project wil cultuurhistorie toevoegen aan het principe ‘water en bodem sturend’. Dan wordt het dus water, bodem- en cultuurhistorie sturend’. “En we willen dat principe concreet maken. Bijvoorbeeld binnen het programma NOVEX (Nationale Omgevingsvisie Executiekracht). Wij kijken daarbij mee met de NOVEX-processen in De Peel en in Zwolle. In het NOVEX-proces in Zwolle zien we dat de gebiedsbiografieën er wel af en toe bij worden gepakt, maar het is geen fundament voor bepaalde keuzes. Wij denken dat het toevoegen van de menselijke laag in het landschap veel meerwaarde heeft.”

Disbalans

Vroeger moesten mensen wel leven volgens het principe water-en-bodem-sturend. Anders mislukten bijvoorbeeld hun oogsten. “Zo’n 150 jaar terug werden we overmoedig. We konden het land naar onze hand zetten. Dat werd een enorme troef, maar daardoor is een disbalans ontstaan. We moeten nu eigenlijk de fouten herstellen die we de afgelopen 150 jaar hebben gemaakt. Zo’n 100 jaar geleden werd de dijk op zichzelf gezien als de oplossing. Maar nu moeten we weer met het water mee gaan bewegen. Daarbij kunnen we de gebruiksaanwijzingen van mensen die vroeger in het gebied leefden goed gebruiken.“

Adviseur stedelijk water en klimaat voor STOWA Kees Broks:

“Cultuurhistorie inzetten bij ruimtelijke ontwikkelingen”

“Cultureel erfgoed en cultuurhistorie kun je beschermen en versterken, maar je kunt het ook inzetten. Als je ergens voor kiest op basis van historie wordt dat door betrokkenen beter begrepen”, vertelt adviseur Kees Broks die namens STOWA samen met Jacob Knegtel van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) probeert cultuurhistorie een plek te geven in grootschalige gebiedsontwikkelingen, bijvoorbeeld in het NOVEX-programma.

NOVEX staat voor Nationale Omgevingsvisie Executiekracht. Het NOVEX-programma wil het uitvoeren van al het beleid met een effect op de ruimtelijke inrichting in Nederland verbeteren. Broks: “De NOVEX-processen gaan langzaam. Daarbij komt ook nog onzekerheid over financiering. Het huidige kabinet stelt andere prioriteiten. Het principe ‘water en bodem sturend’ wordt vanuit het Rijk afgezwakt naar ‘rekening houden met’.”

Enige tijd geleden organiseerden STOWA en RCE een bijeenkomst met medewerkers water, bodem en erfgoed van een aantal hoger gelegen provincies en waterschappen. “Daaruit bleek dat zij vooral behoefte hebben aan handvatten om gebiedsprocessen beter te organiseren. Hoe vertel je het verhaal? Wanneer en hoe betrek je verschillende doelgroepen bij het proces? Hoe schakel je tussen verschillende schaalniveaus? En hoe borg je de uitvoering over een lange periode?”

Praktische voorbeelden

RCE en STOWA volgen de NOVEX-processen in De Peel en regio Zwolle en gaan betrokkenen interviewen. “Ik hoop dat we praktische ervaringen en goede voorbeelden zullen ophalen. En dat we die dan via STOWA kunnen delen. Want ook in andere regio’s spelen ingrijpende opgaven en wordt gewerkt aan vergelijkbare gebiedsprocessen. Betrokkenen bij deze gebiedsprocessen zijn enthousiast over dit initiatief. Wij denken zo aan de behoefte te kunnen voldoen die tijdens de bijeenkomst werd geventileerd. Op deze manier willen we partijen in andere regio’s inspireren hoe je het water- en bodemsysteem én cultuurhistorie mee kunt nemen in gebiedsprocessen. En praktische handvatten bieden om er in de eigen regio mee aan de slag te gaan.”

Emil Hartman, senior beleidsadviseur Vallei en Veluwe:

“Behoud van erfgoed moet doelmatig zijn”

“Ik vind dat je altijd moet kijken of het behoud van erfgoed en cultuurhistorie doelmatig is. Als je iets restaureert waar niemand ooit nog naar kijkt, kun je je afvragen of dat het waard is. We moeten oog hebben voor erfgoed en cultuurhistorie, maar wel met een zekere doelmatigheid en nuchterheid”, aldus Emil Hartman die namens het Waterschap Vallei en Veluwe betrokken is bij het NOVEX-proces in de regio Zwolle.

Hartman is ook opgavencoördinator watersysteem bij Vallei en Veluwe. “Binnen ons waterschap hebben we een overzicht gemaakt van alle cultuurhistorisch waardevolle objecten die een belangrijke rol hebben gespeeld in de waterschapsgeschiedenis. In 2019 heeft het bestuur de Nota Cultuurhistorie vastgesteld. Daarin is bepaald dat alle cultuurhistorisch waardevolle elementen in stand moeten worden gehouden. Voor de objecten die eigendom zijn van het waterschap, plannen we wanneer we die gaan opknappen. Daarbij proberen we altijd werk met werk te maken”, vertelt Hartman.

Cultuurhistorie sturend

Hartman: “Het principe ‘water, bodem en cultuurhistorie gestuurd’ vind ik eigenlijk heel logisch. Vroeger leefden de mensen namelijk water-en-bodemgedreven. Ze vestigden zich op bijvoorbeeld op droge zandheuveltjes. Door de bevolkingsgroei werd ook op minder geschikte locaties gebouwd. We zijn doorgeschoten in onze maakbaarheidsgedachte. Het is verstandig om met die bril naar nieuwe projecten te kijken. Daarom is ook voor de NOVI-regio Zwolle (NOVI: Nationale Omgevingsvisie, red. ) een gebiedsbiografie gemaakt waarin de kennis over de geschiedenis van het gebied is vertaald naar ontwikkelprincipes voor de toekomst.”

Moeilijke keuzes

Hartman vertelt dat er op de Veluwe een enorme opgave ligt. “We onttrekken te veel grondwater en we moeten aan alle knoppen gaan draaien om iedereen in de toekomst van drinkwater te kunnen voorzien. Om de grondwatervoorraad aan te vullen hebben we grofweg twee opties. Of we gaan terug naar de zandverstuivingen, of we gaan rivierwater infiltreren. Er zijn hier veel door de mens aangelegde naaldbossen. In het verleden werden deze bomen aangeplant voor de houtindustrie. Maar tegenwoordig staan ze eigenlijk alleen maar water te verdampen. Naaldbomen vervangen door loofbomen, of weer terug naar meer zandverstuivingen kan een oplossing zijn. De technische optie om gezuiverd rivierwater te infiltreren boven op de Veluwe met kunstmatige infiltratievennen, past cultuurhistorisch niet in het landschap. Een lastige keuze waarbij ook cultuurhistorie een rol speelt.”

Andere belangen

Het is moeilijk maar niet onmogelijk om fouten uit het verleden te herstellen, aldus Hartman. “We zijn in gesprek met de papierindustrie in Eerbeek om een alternatieve route te vinden voor de sprengenbeken die door alle ontwikkelingen in de afgelopen eeuwen tegenwoordig onder de fabrieken door lopen. Om de sprengenbeken weer zichtbaar te maken, moet een tracé gevonden worden om of over de fabrieksterreinen heen. Naast het zichtbaar en beleefbaar maken van de beken, draagt het ook bij aan verbetering van de ecologie en waterkwaliteit. Dat zijn kostbare projecten en de ruimte is schaars waarbij veel belangen een rol spelen. Daaraan werken we samen met de gemeente, provincie en de papierfabrieken. De hoge kosten van dat soort projecten leidt ook tot discussie over de doelmatigheid en verantwoording van die investeringen met publiek geld.”

Meerwaarde

In het waterplan Apeldoorn hebben het waterschap en de gemeente allebei geïnvesteerd om de sprengenbeken in de stad te herstellen. Het is een gezamenlijk programma dat al ruim tien jaar loopt en waaraan nog steeds wordt gewerkt. “We zoeken daarbij naar kansen om werk met werk te maken. Dat is al voor een groot deel gelukt. Bij dat project zijn ook veel vrijwilligers en stichtingen betrokken. Het is een heel zichtbare investering en daardoor de moeite en het geld waard. En het levert veel draagvlak op.”

Artikel in het kort

  • In dit artikel adviseren vier ruimtelijke adviseurs op basis van hun eigen ervaringen hoe je cultuurhistorie en erfgoed kunt meenemen in ruimtelijke plannen en projecten.

  • Advies 1: Neem cultuurhistorie direct aan de voorkant mee.

  • Advies 2: Maak werk met werk. Zo bespaar je kosten en maak je gebruik van grotere budgetten. Het meenemen van cultuurhistorie in grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen biedt kansen voor financiering. 

  • Advies 3: Gebruik cultuurhistorie om draagvlak te creëren.

Nooit meer iets missen? Meld je dan aan voor de digitale uitgave van ons magazine via www.stowa.nl/aanmeldenmagazine

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm