Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Rondje cultuurhistorie bij de waterschappen

Hoe gaan de waterschappen in de praktijk om met waterstaatkundig erfgoed en cultuurhistorie? Hoe houden ze bij het maken van plannen rekening met hun eigen waterstaatkundige geschiedenis en hoe inspireert die geschiedenis hen bij plannen en projecten in deze tijd? We maakten een inspirerend rondje langs de waterschappen Rijn en IJssel, Drents Overijsselse Delta, Rivierenland en Hollands Noorderkwartier.

Waterschap Rijn en IJssel:

Cultuurhistorie als inspiratiebron voor klimaatrobuust watersysteem

Bij Waterschap Rijn en IJssel zitten medewerkers regelmatig met hun neus in oude waterschapskaarten. Bijvoorbeeld om de landgoederenzone rond de Baakse Beek te behoeden voor verdroging. Louisa Remesal: “We benutten de geschiedenis om het huidige watersysteem klimaatrobuust te maken.”

In het gebied van Waterschap Rijn en IJssel liggen tussen Ruurlo en Wichmond tientallen grote en kleine landgoederen. Dit gebied kampt al sinds 1990 met ernstige verdroging, met name omdat het waterschap het vroeger zo droog mogelijk wilde houden voor de landbouw. Tegenwoordig is er, mede door klimaatverandering, in de zomer echter te weinig water. Bovendien is de waterkwaliteit slecht, doordat er te veel voedingsstoffen in zitten. Dit leidt tot algengroei en stank. “Een goed watersysteem is essentieel, want het draait hier vooral om natte natuur”, zegt Louisa Remesal, omgevingsmanager bij het waterschap. Daarom startte het waterschap in 2016 in dit gebied het project Landgoederenzone Baakse Beek, met als doel het watersysteem klimaatrobuuster te maken en daarbij gebruik te maken van de cultuurhistorische waterstructuren.

Oude bodem- en hoogtekaarten

Die structuren werden in kaart gebracht door oude bodem- en hoogtekaarten te bestuderen. “Heel interessant, want vroeger waren de waterstructuren juist zo ontworpen dat water werd benut in plaats van afgevoerd.” Zo ontdekte het waterschap dat bij de landgoederen waarvan de eigenaren klaagden over droogvallende grachten, vroeger opgeleide bekensystemen lagen die naar de grachten leidden. “Deze beken liggen in de bossen, hier en daar zijn zelfs nog de dijkjes aanwezig”, vervolgt Remesal. Verder liggen er opgehoogde plantstroken voor bomen in natte gebieden, de zogenaamde rabattenbossen. “Deze bossen kun je aansluiten op het huidige watersysteem om piekbuien op te vangen. We benutten dus de geschiedenis om het huidige watersysteem klimaatrobuust te maken.”

Samenwerking en financiering

Om het herstel van de opgeleide beken te financieren, klopte het waterschap aan bij de provincie Gelderland. De provincie droeg bij in de kosten met geld dat bestemd is voor erfgoedherstel. “We hebben onze ideeën op tafel gelegd en telkens gekeken of we medefinanciering konden krijgen. Dat is gelukt door een integraal verhaal te maken en partijen te verleiden om mee te werken.”

Volgens Remesal wordt de cultuurhistorie in Nederland veel te weinig benut bij watergerelateerde vraagstukken. “Wanneer we de cultuurhistorie beter bestuderen, liggen daar enorme kansen. Niet alleen om water beter te beheren, maar ook om cruciale fouten te voorkomen.” In het verleden wisten Nederlanders volgens haar precies waar ze konden bouwen en waar niet, en waar ze akkers en weides moesten aanleggen. “Wij zijn eigenlijk losgezongen van het landschap. Vooral in de afgelopen eeuw is het watersysteem steeds meer gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water. Als we water en bodem weer sturend willen laten zijn, moeten we de cultuurhistorische kennis ten volle benutten.”

Waterschap Drents Overijsselse Delta:

Watererfgoed als kompas voor verbinden geschiedenis en waterbeheer

In het bedrijfsrestaurant van WDODelta hangt een groot paneel met foto’s en illustraties die in een tijdlijn het waterverhaal van het waterschap zichtbaar maken. Hermine der Nederlanden, adviseur Erfgoed en Ruimtelijke Kwaliteit, gebruikt het onder meer bij kennismakingen met nieuwe collega’s en bij het ontvangen van bezoek. "Het illustreert op overzichtelijke wijze hoe we door de eeuwen heen met water zijn omgegaan en hoe we dit erfgoed benutten voor veilig, voldoende en schoon water. Een mooie introductie.”

Hermine werkt sinds 2020 als adviseur Erfgoed en Ruimtelijke Kwaliteit bij Waterschap Drents Overijsselse Delta. Het waterschap zocht een specialist, nadat het algemeen bestuur de beleidsnotitie Waterschapserfgoed en ruimtelijke kwaliteit had aangenomen, samen met het rapport ‘Van toendertijd naar toekomst’. Dit document beschrijft wat het waterschap onder watererfgoed verstaat, analyseert historische ontwikkelingen en biedt aanbevelingen voor toekomstige beleidsstrategieën om effectief in te spelen op veranderende omgevingsfactoren en maatschappelijke behoeften. “Het is mijn inhoudelijke bijbel”, zegt Der Nederlanden. “Met een omvangrijke lijst aan projecten die ik in mijn parttime functie selectief probeer uit te voeren in mijn netwerk, zowel binnen als buiten de organisatie.”

Beleid

WDODelta is één van de waterschappen die de zorg voor erfgoed en ruimtelijke kwaliteit in het beleid heeft vastgelegd. Dit is verankerd in de watervisie en het waterbeheerprogramma, met als doel dat WDODelta het watersysteem integraal benadert, zodat waterbeheer, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit hand in hand gaan. “We nemen verschillende maatregelen om dat vorm te geven”, legt Der Nederlanden uit. “Hiermee leggen we een basis voor het erfgoed, integreren we dit in onze projecten en werken we samen met ons netwerk voor ruimtelijke inpassing van watererfgoed.” Zo staat er op de website van het waterschap een overzicht van alle monumenten - veelal gemalen - in relatie tot de landschappelijke ondergrond. Hierdoor ontstaat een samenhang tussen het watersysteem en het landschap. “Dit is een uitwerking van de beleidsnotitie waarin we aangeven hoe ons erfgoed verbonden is met het landschap en de landschapsontwikkelings-geschiedenis.”

Bij dijkversterkingsprojecten benut het waterschap historische kennis, zoals bij de dijk tussen Zwolle en Olst. Deze dijk beschermt de bewoners van Salland tegen water uit de IJssel, maar ook bij noordwesterstorm vanuit het IJsselmeer. “Bij het Engelse Werk ten noorden van de spoorbrug benutten we de vormen van oude verdedigingswerken en maken we ze zichtbaar in de versterkte dijk”, vertelt Der Nederlanden. “We nemen erfgoed en ruimtelijke kwaliteit vanaf het begin van het proces mee. Dat vergroot de kans om de historische elementen te integreren in de technische opgaven, zonder dat dit extra geld kost.”

Voldoende aandacht

Der Nederlanden benadrukt dat er binnen het waterschap voldoende aandacht en dus capaciteit moet zijn om waterstaatkundig erfgoed en cultuurhistorie mee te nemen in plannen en projecten. En soms is het nodig om extra expertise (en dus budget) in te schakelen zoals een historicus, architect of ruimtelijke ontwerper.

“Ik ben bij WDODelta het aanspreekpunt voor alle collega’s die hiermee te maken hebben. Ik heb het geluk dat mijn functie hiervoor is bedoeld. Veel collega’s van andere waterschappen doen dit er enthousiast bij, naast hun andere taken. Ik snap dat sommige waterschappen hier soms jaloers op zijn. De capaciteit moet je als waterschap echt goed organiseren. Uiteindelijk hoop je dat alle collega’s en bestuurders zich betrokken voelen en met trots het waterverhaal uitdragen.”

Toch betekent dit niet dat ze alles kan bereiken wat ze zou willen. “Er moeten altijd afwegingen worden gemaakt tussen kosten, tijd en maatschappelijke meerwaarde. Daarom is het belangrijk om erfgoed, historie en ruimtelijke kwaliteit bij de start van projecten mee te nemen. En achteraf moet je kunnen verantwoorden hoe je hiermee bent omgegaan. Dit is ook een belangrijk verhaal voor de mensen in wiens omgeving het waterschap aan het werk is. Zij weten vaak nog veel meer over de historie, en die kennis moet je zoveel mogelijk benutten.”

Waterschap Rivierenland:

Toepassen historische kennis bij herinrichting Alblasserwaard

Waterschap Rivierenland werkt momenteel aan een grootschalig gebiedsproject om de waterhuishouding in de Alblasserwaard anders in te richten. Daarbij wordt nadrukkelijk teruggekeken naar de situatie in de Middeleeuwen.

Het eeuwenoude watersysteem in de Alblasserwaard loopt tegen zijn grenzen aan. Bij extreem weer volstaat Kinderdijk niet langer als enige punt om water aan- en af te voeren. Daarnaast voldoen grote delen van de boezemkades in dit laaggelegen veenweidegebied niet meer aan aangescherpte normen voor waterveiligheid in een veranderend klimaat. En dat is niet het enige: in tijden van droogte wordt bij Elshout-Kinderdijk water uit de Lek ingelaten. Door de lage rivierstanden in de zomer en zeespiegelstijging dringt het zoute water verder de rivier op, landinwaarts. Dat zilte water heeft een negatieve impact op zowel de landbouw als de natuur. In tijden van zware hoosbuien neemt de kans op wateroverlast toe. En bij stormen van zee wordt het afvoeren van water moeilijk door hoge vloed. Door klimaatverandering zullen deze problemen in de toekomst verder toenemen. Bovendien kampt de Alblasserwaard met bodemdaling. Doordat de polder steeds dieper komt te liggen, moet het waterschap steeds vaker pompen om deze droog te houden.

Waterschap Rivierenland werkt momenteel aan een grootschalig gebiedsproject om de waterhuishouding in deze uitgestrekte polder anders in te richten. Eeuwenlang was Kinderdijk het enige punt waar al het water uit de polder naar de Lek werd afgevoerd. Nu wordt, naast Kinderdijk, de Giessen – een historische waterloop – opnieuw ingezet als boezem, zodat water uit de Alblasserwaard voortaan ook via de Merwede wordt afgevoerd. Hiermee keert Rivierenland deels terug naar de Middeleeuwse situatie, waarin eveneens op de Merwede werd geloosd. Dankzij nieuwe gemalen is het waterschap hier nu technisch toe in staat.

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Erfgoedadviseur Ingrid Oud vertelt verhalen om verleden, heden en toekomst te koppelen

Ingrid Oud is de eerste adviseur erfgoed in vaste dienst binnen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Missiewerk, zegt de kunsthistoricus. Meestal erg leuk, en soms frustrerend. Haar missie: “Intern moet aandacht voor cultureel erfgoed een vanzelfsprekendheid zijn; extern is erfgoed een waanzinnig goede manier om het waterbewustzijn te verhogen.”

De diversiteit vindt Ingrid Oud het leukste aspect van haar baan als adviseur erfgoed bij HHNK waarmee ze zes jaar geleden startte. Ze werkt nu bijvoorbeeld aan een kleine tentoonstelling over vissen in het hoofdkantoor. Dat betekent schatzoeken met collega historicus Diederik Alten, in de eigen collectie en bij andere archieven. Ze vonden daar ook een oproep van polder Westzaan uit 1886 waarin een premie van vijf guldens wordt uitgeloofd voor elke ingeleverde dode otter, destijds een ‘visdief’. Oud: “Dat verleden koppelen we aan het nu en de toekomst. Als waterschap zijn we verheugd over de eerste viscamerabeelden uit ons gebied waarop de terugkerende otter te zien is. We leggen ook op veel plekken vispassages aan en onderzoeken hoe we vismigratie kunnen stimuleren.”

Onlangs rondde Oud een heel ander project af: de herbestemming van drie dijkmagazijnen die niet langer nodig waren als opslag voor zandzakken en ander materieel. In overleg met de gemeentes Hollands Kroon en Koggenland gaan twee magazijnen dienen als B&B, de derde wordt een educatie- annex vergaderlocatie. Oud: “Het zijn karakteristieke gebouwtjes, maar geen officiële monumenten. Onze voorwaarde was dat het uiterlijk intact blijft. Zo kunnen bezoekers zich een nachtje dijkwachter voelen en gaat het verhaal van waterveiligheid leven.”

Locatiegebonden verhalen

HHNK is voortgekomen uit fusie van vele kleine polders en hoogheemraadschappen. Dat leverde een heel diverse erfgoedcollectie op met kaarten, schilderen, glas- en zilverwerk, klokken, maar ook monumentale gemalen, sluizen en gebouwen. “Bij een oud schilderij hebben mensen wel het gevoel dat het om erfgoed gaat, net als bij een oud, klassiek gemaal. Maar er zijn ook gemeentelijke monumenten uit de jaren vijftig. Niet iedereen herkent ze als bijzonder of vindt ze mooi.”

De afgelopen jaren is al het erfgoed, roerend en onroerend, geïnventariseerd, genummerd en beschreven. Dat volgde uit de erfgoedvisie die het HHNK-bestuur opstelde in 2017. Het resulteerde ook in Ouds aanstelling als erfgoedadviseur. Dit jaar komt het online beschikbaar, via een database en een online erfgoedkaart. “Niet allemaal mijn eigen werk”, benadrukt Oud. “Ik heb een collega-historicus die hier veel aan werkt en we huren ook hulp in.”

Collega’s van de afdeling Communicatie lanceerden ook de inmiddels best bekeken HHNK-uiting online: ‘Watergoed uitgelicht’. Van al meer dan vijftig sluizen, gemalen en dijken in het werkgebied is de historie toegankelijk beschreven. Oud: “We krijgen er veel lovende reacties op van omwonenden. Locatiegebonden verhalen zijn echt een waanzinnig goede manier om het waterbewustzijn van burgers te vergroten.” Het leidde ook tot een speciale app voor de Westfriese Omringdijk waarmee de informatie beschikbaar is voor wandelaars, fietsers en andere bezoekers.

Tussen de oren

Ook intern is Ouds missie: verhalen vertellen om verleden, heden en ook de toekomst met elkaar te verbinden. Steeds vaker benaderen technici haar zelf wanneer ze een project starten. Moet er rekening worden gehouden met cultureel erfgoed? En hoe? Helaas gaat het ook nog wel eens mis, dan ‘verdwijnen’ objecten. Oud: “Dat gaat me natuurlijk aan het hart. Het is geen onwil, eerder onbekendheid, en dat is frustrerend. Als waterschap kun je ook niet voor ál het erfgoed een nieuwe bestemming vinden als het niet meer functioneel is.”

Rondje cultuurhistorie bij de waterschappen

Hoe gaan de waterschappen in de praktijk om met waterstaatkundig erfgoed en cultuurhistorie? Hoe houden ze bij het maken van plannen rekening met hun eigen waterstaatkundige geschiedenis en hoe inspireert die geschiedenis hen bij plannen en projecten in deze tijd? We maakten een inspirerend rondje langs de waterschappen Rijn en IJssel, Drents Overijsselse Delta, Rivierenland en Hollands Noorderkwartier.

Waterschap Rijn en IJssel:

Cultuurhistorie als inspiratiebron voor klimaatrobuust watersysteem

Bij Waterschap Rijn en IJssel zitten medewerkers regelmatig met hun neus in oude waterschapskaarten. Bijvoorbeeld om de landgoederenzone rond de Baakse Beek te behoeden voor verdroging. Louisa Remesal: “We benutten de geschiedenis om het huidige watersysteem klimaatrobuust te maken.”

In het gebied van Waterschap Rijn en IJssel liggen tussen Ruurlo en Wichmond tientallen grote en kleine landgoederen. Dit gebied kampt al sinds 1990 met ernstige verdroging, met name omdat het waterschap het vroeger zo droog mogelijk wilde houden voor de landbouw. Tegenwoordig is er, mede door klimaatverandering, in de zomer echter te weinig water. Bovendien is de waterkwaliteit slecht, doordat er te veel voedingsstoffen in zitten. Dit leidt tot algengroei en stank. “Een goed watersysteem is essentieel, want het draait hier vooral om natte natuur”, zegt Louisa Remesal, omgevingsmanager bij het waterschap. Daarom startte het waterschap in 2016 in dit gebied het project Landgoederenzone Baakse Beek, met als doel het watersysteem klimaatrobuuster te maken en daarbij gebruik te maken van de cultuurhistorische waterstructuren.

Oude bodem- en hoogtekaarten

Die structuren werden in kaart gebracht door oude bodem- en hoogtekaarten te bestuderen. “Heel interessant, want vroeger waren de waterstructuren juist zo ontworpen dat water werd benut in plaats van afgevoerd.” Zo ontdekte het waterschap dat bij de landgoederen waarvan de eigenaren klaagden over droogvallende grachten, vroeger opgeleide bekensystemen lagen die naar de grachten leidden. “Deze beken liggen in de bossen, hier en daar zijn zelfs nog de dijkjes aanwezig”, vervolgt Remesal. Verder liggen er opgehoogde plantstroken voor bomen in natte gebieden, de zogenaamde rabattenbossen. “Deze bossen kun je aansluiten op het huidige watersysteem om piekbuien op te vangen. We benutten dus de geschiedenis om het huidige watersysteem klimaatrobuust te maken.”

Samenwerking en financiering

Om het herstel van de opgeleide beken te financieren, klopte het waterschap aan bij de provincie Gelderland. De provincie droeg bij in de kosten met geld dat bestemd is voor erfgoedherstel. “We hebben onze ideeën op tafel gelegd en telkens gekeken of we medefinanciering konden krijgen. Dat is gelukt door een integraal verhaal te maken en partijen te verleiden om mee te werken.”

Volgens Remesal wordt de cultuurhistorie in Nederland veel te weinig benut bij watergerelateerde vraagstukken. “Wanneer we de cultuurhistorie beter bestuderen, liggen daar enorme kansen. Niet alleen om water beter te beheren, maar ook om cruciale fouten te voorkomen.” In het verleden wisten Nederlanders volgens haar precies waar ze konden bouwen en waar niet, en waar ze akkers en weides moesten aanleggen. “Wij zijn eigenlijk losgezongen van het landschap. Vooral in de afgelopen eeuw is het watersysteem steeds meer gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water. Als we water en bodem weer sturend willen laten zijn, moeten we de cultuurhistorische kennis ten volle benutten.”

Waterschap Drents Overijsselse Delta:

Watererfgoed als kompas voor verbinden geschiedenis en waterbeheer

In het bedrijfsrestaurant van WDODelta hangt een groot paneel met foto’s en illustraties die in een tijdlijn het waterverhaal van het waterschap zichtbaar maken. Hermine der Nederlanden, adviseur Erfgoed en Ruimtelijke Kwaliteit, gebruikt het onder meer bij kennismakingen met nieuwe collega’s en bij het ontvangen van bezoek. "Het illustreert op overzichtelijke wijze hoe we door de eeuwen heen met water zijn omgegaan en hoe we dit erfgoed benutten voor veilig, voldoende en schoon water. Een mooie introductie.”

Hermine werkt sinds 2020 als adviseur Erfgoed en Ruimtelijke Kwaliteit bij Waterschap Drents Overijsselse Delta. Het waterschap zocht een specialist, nadat het algemeen bestuur de beleidsnotitie Waterschapserfgoed en ruimtelijke kwaliteit had aangenomen, samen met het rapport ‘Van toendertijd naar toekomst’. Dit document beschrijft wat het waterschap onder watererfgoed verstaat, analyseert historische ontwikkelingen en biedt aanbevelingen voor toekomstige beleidsstrategieën om effectief in te spelen op veranderende omgevingsfactoren en maatschappelijke behoeften. “Het is mijn inhoudelijke bijbel”, zegt Der Nederlanden. “Met een omvangrijke lijst aan projecten die ik in mijn parttime functie selectief probeer uit te voeren in mijn netwerk, zowel binnen als buiten de organisatie.”

Beleid

WDODelta is één van de waterschappen die de zorg voor erfgoed en ruimtelijke kwaliteit in het beleid heeft vastgelegd. Dit is verankerd in de watervisie en het waterbeheerprogramma, met als doel dat WDODelta het watersysteem integraal benadert, zodat waterbeheer, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit hand in hand gaan. “We nemen verschillende maatregelen om dat vorm te geven”, legt Der Nederlanden uit. “Hiermee leggen we een basis voor het erfgoed, integreren we dit in onze projecten en werken we samen met ons netwerk voor ruimtelijke inpassing van watererfgoed.” Zo staat er op de website van het waterschap een overzicht van alle monumenten - veelal gemalen - in relatie tot de landschappelijke ondergrond. Hierdoor ontstaat een samenhang tussen het watersysteem en het landschap. “Dit is een uitwerking van de beleidsnotitie waarin we aangeven hoe ons erfgoed verbonden is met het landschap en de landschapsontwikkelings-geschiedenis.”

Bij dijkversterkingsprojecten benut het waterschap historische kennis, zoals bij de dijk tussen Zwolle en Olst. Deze dijk beschermt de bewoners van Salland tegen water uit de IJssel, maar ook bij noordwesterstorm vanuit het IJsselmeer. “Bij het Engelse Werk ten noorden van de spoorbrug benutten we de vormen van oude verdedigingswerken en maken we ze zichtbaar in de versterkte dijk”, vertelt Der Nederlanden. “We nemen erfgoed en ruimtelijke kwaliteit vanaf het begin van het proces mee. Dat vergroot de kans om de historische elementen te integreren in de technische opgaven, zonder dat dit extra geld kost.”

Voldoende aandacht

Der Nederlanden benadrukt dat er binnen het waterschap voldoende aandacht en dus capaciteit moet zijn om waterstaatkundig erfgoed en cultuurhistorie mee te nemen in plannen en projecten. En soms is het nodig om extra expertise (en dus budget) in te schakelen zoals een historicus, architect of ruimtelijke ontwerper.

“Ik ben bij WDODelta het aanspreekpunt voor alle collega’s die hiermee te maken hebben. Ik heb het geluk dat mijn functie hiervoor is bedoeld. Veel collega’s van andere waterschappen doen dit er enthousiast bij, naast hun andere taken. Ik snap dat sommige waterschappen hier soms jaloers op zijn. De capaciteit moet je als waterschap echt goed organiseren. Uiteindelijk hoop je dat alle collega’s en bestuurders zich betrokken voelen en met trots het waterverhaal uitdragen.”

Toch betekent dit niet dat ze alles kan bereiken wat ze zou willen. “Er moeten altijd afwegingen worden gemaakt tussen kosten, tijd en maatschappelijke meerwaarde. Daarom is het belangrijk om erfgoed, historie en ruimtelijke kwaliteit bij de start van projecten mee te nemen. En achteraf moet je kunnen verantwoorden hoe je hiermee bent omgegaan. Dit is ook een belangrijk verhaal voor de mensen in wiens omgeving het waterschap aan het werk is. Zij weten vaak nog veel meer over de historie, en die kennis moet je zoveel mogelijk benutten.”

Waterschap Rivierenland:

Toepassen historische kennis bij herinrichting Alblasserwaard

Waterschap Rivierenland werkt momenteel aan een grootschalig gebiedsproject om de waterhuishouding in de Alblasserwaard anders in te richten. Daarbij wordt nadrukkelijk teruggekeken naar de situatie in de Middeleeuwen.

Het eeuwenoude watersysteem in de Alblasserwaard loopt tegen zijn grenzen aan. Bij extreem weer volstaat Kinderdijk niet langer als enige punt om water aan- en af te voeren. Daarnaast voldoen grote delen van de boezemkades in dit laaggelegen veenweidegebied niet meer aan aangescherpte normen voor waterveiligheid in een veranderend klimaat. En dat is niet het enige: in tijden van droogte wordt bij Elshout-Kinderdijk water uit de Lek ingelaten. Door de lage rivierstanden in de zomer en zeespiegelstijging dringt het zoute water verder de rivier op, landinwaarts. Dat zilte water heeft een negatieve impact op zowel de landbouw als de natuur. In tijden van zware hoosbuien neemt de kans op wateroverlast toe. En bij stormen van zee wordt het afvoeren van water moeilijk door hoge vloed. Door klimaatverandering zullen deze problemen in de toekomst verder toenemen. Bovendien kampt de Alblasserwaard met bodemdaling. Doordat de polder steeds dieper komt te liggen, moet het waterschap steeds vaker pompen om deze droog te houden.

Waterschap Rivierenland werkt momenteel aan een grootschalig gebiedsproject om de waterhuishouding in deze uitgestrekte polder anders in te richten. Eeuwenlang was Kinderdijk het enige punt waar al het water uit de polder naar de Lek werd afgevoerd. Nu wordt, naast Kinderdijk, de Giessen – een historische waterloop – opnieuw ingezet als boezem, zodat water uit de Alblasserwaard voortaan ook via de Merwede wordt afgevoerd. Hiermee keert Rivierenland deels terug naar de Middeleeuwse situatie, waarin eveneens op de Merwede werd geloosd. Dankzij nieuwe gemalen is het waterschap hier nu technisch toe in staat.

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Erfgoedadviseur Ingrid Oud vertelt verhalen om verleden, heden en toekomst te koppelen

Ingrid Oud is de eerste adviseur erfgoed in vaste dienst binnen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Missiewerk, zegt de kunsthistoricus. Meestal erg leuk, en soms frustrerend. Haar missie: “Intern moet aandacht voor cultureel erfgoed een vanzelfsprekendheid zijn; extern is erfgoed een waanzinnig goede manier om het waterbewustzijn te verhogen.”

De diversiteit vindt Ingrid Oud het leukste aspect van haar baan als adviseur erfgoed bij HHNK waarmee ze zes jaar geleden startte. Ze werkt nu bijvoorbeeld aan een kleine tentoonstelling over vissen in het hoofdkantoor. Dat betekent schatzoeken met collega historicus Diederik Alten, in de eigen collectie en bij andere archieven. Ze vonden daar ook een oproep van polder Westzaan uit 1886 waarin een premie van vijf guldens wordt uitgeloofd voor elke ingeleverde dode otter, destijds een ‘visdief’. Oud: “Dat verleden koppelen we aan het nu en de toekomst. Als waterschap zijn we verheugd over de eerste viscamerabeelden uit ons gebied waarop de terugkerende otter te zien is. We leggen ook op veel plekken vispassages aan en onderzoeken hoe we vismigratie kunnen stimuleren.”

Onlangs rondde Oud een heel ander project af: de herbestemming van drie dijkmagazijnen die niet langer nodig waren als opslag voor zandzakken en ander materieel. In overleg met de gemeentes Hollands Kroon en Koggenland gaan twee magazijnen dienen als B&B, de derde wordt een educatie- annex vergaderlocatie. Oud: “Het zijn karakteristieke gebouwtjes, maar geen officiële monumenten. Onze voorwaarde was dat het uiterlijk intact blijft. Zo kunnen bezoekers zich een nachtje dijkwachter voelen en gaat het verhaal van waterveiligheid leven.”

Locatiegebonden verhalen

HHNK is voortgekomen uit fusie van vele kleine polders en hoogheemraadschappen. Dat leverde een heel diverse erfgoedcollectie op met kaarten, schilderen, glas- en zilverwerk, klokken, maar ook monumentale gemalen, sluizen en gebouwen. “Bij een oud schilderij hebben mensen wel het gevoel dat het om erfgoed gaat, net als bij een oud, klassiek gemaal. Maar er zijn ook gemeentelijke monumenten uit de jaren vijftig. Niet iedereen herkent ze als bijzonder of vindt ze mooi.”

De afgelopen jaren is al het erfgoed, roerend en onroerend, geïnventariseerd, genummerd en beschreven. Dat volgde uit de erfgoedvisie die het HHNK-bestuur opstelde in 2017. Het resulteerde ook in Ouds aanstelling als erfgoedadviseur. Dit jaar komt het online beschikbaar, via een database en een online erfgoedkaart. “Niet allemaal mijn eigen werk”, benadrukt Oud. “Ik heb een collega-historicus die hier veel aan werkt en we huren ook hulp in.”

Collega’s van de afdeling Communicatie lanceerden ook de inmiddels best bekeken HHNK-uiting online: ‘Watergoed uitgelicht’. Van al meer dan vijftig sluizen, gemalen en dijken in het werkgebied is de historie toegankelijk beschreven. Oud: “We krijgen er veel lovende reacties op van omwonenden. Locatiegebonden verhalen zijn echt een waanzinnig goede manier om het waterbewustzijn van burgers te vergroten.” Het leidde ook tot een speciale app voor de Westfriese Omringdijk waarmee de informatie beschikbaar is voor wandelaars, fietsers en andere bezoekers.

Tussen de oren

Ook intern is Ouds missie: verhalen vertellen om verleden, heden en ook de toekomst met elkaar te verbinden. Steeds vaker benaderen technici haar zelf wanneer ze een project starten. Moet er rekening worden gehouden met cultureel erfgoed? En hoe? Helaas gaat het ook nog wel eens mis, dan ‘verdwijnen’ objecten. Oud: “Dat gaat me natuurlijk aan het hart. Het is geen onwil, eerder onbekendheid, en dat is frustrerend. Als waterschap kun je ook niet voor ál het erfgoed een nieuwe bestemming vinden als het niet meer functioneel is.”

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm