Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Waterschappen omarmen meer en meer hun eigen geschiedenis

De belangstelling voor erfgoed en cultuurhistorie groeit flink bij de waterschappen. Komt dat voort uit teruggevonden trots op ons waterstaatkundige verleden, of is er meer aan de hand? Zijn de stuwen, sluizen, gemalen en waterstaatskaarten van toen bruikbaar voor de wateropgaven van nu? Levert het betere plannen op, met meer draagvlak? “Soms wel”, zegt dijkgraaf Rogier van der Sande van het Hoogheemraadschap van Rijnland: “Maar het is natuurlijk niet zo dat in het verleden altijd de oplossing ligt voor onze huidige wateropgaven.”

Rogier van der Sande staat alom bekend als een warm pleitbezorger van het behoud van waterstaatkundig erfgoed en waterstaatkundige cultuurhistorie. “Toen ik als dijkgraaf bij Rijnland kwam, viel het mij direct op dat we eigenlijk niks deden met het feit dat wij het oudste waterschap zijn van Nederland. We bestaan sinds 1255. Bij Rijnland gebruiken wij de historie nu om het verhaal te vertellen van verleden, heden en toekomst. Dat is ook de titel die we hebben gebruikt voor een aantal filmpjes over ons erfgoed. Want uiteindelijk gaat het om de toekomst. Je kunt bij mensen natuurlijk allerlei feiten naar binnen stampen om te zorgen dat je als waterschap zichtbaarder wordt in de samenleving. Maar je kunt mensen ook verleiden met een mooi geschiedkundig verhaal waarin iets zit wat ze grappig of interessant vinden. Goed voorbeeld is de molengang van Aarlanderveen, de enige in Nederland en eigenlijk in heel West-Europa. Waarom staan al die molens er nog? (lacht) Om de doodeenvoudige reden dat de toenmalige polderbestuurders veel te gierig waren om te investeren in gemalen.”

Waterschapskwalen

Met de voorbeelden wil Van der Sande maar zeggen: het rijke verleden van de waterschappen helpt bij het creëren van draagvlak voor hun werk. Maar, waarschuwt hij: “We moeten het verleden niet gaan zien als de panacee voor alle waterschapskwalen van nu. Als we uitsluitend naar de functionaliteit kijken, gaan we voorbij aan de intrinsieke waarde van de cultuurhistorie en het erfgoed zelf. Daar moeten we oog voor hebben en liefde voor houden. We moeten het verleden niet alleen zien als een kennisbron voor het oplossen van de huidige opgaven, maar ook het omgekeerde pad bewandelen. We moeten bij het zoeken naar antwoorden voor de huidige wateropgaven tevens rekening houden met ons erfgoed en met onze waterstaatkundige cultuurhistorie.”

Vernuft

Gertjan de Boer, adviseur erfgoed en klimaat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, heeft wel een idee waar de sterk toegenomen belangstelling van waterschappen voor erfgoed en cultuurhistorie vandaan komt: “Ooit moesten we ons aanpassen aan de natuurlijke omstandigheden. Vanaf de middeleeuwen zijn we die omstandigheden (water en bodem) gaan beïnvloeden. Dat deden we met veel vernuft. En vanaf de industriële revolutie zijn we de omstandigheden echt gaan beheersen. We konden alles naar onze hand zetten. Als wij ergens huizen wilden bouwen, bouwden we er een woonwijk. Nu bereiken we de grenzen van het natuurlijke water- en bodemsysteem. De bodem blijft maar dalen, bemaling blijft maar doorgaan. We krijgen te maken met toenemende kans op extremen. Hoe lang kunnen we dat nog volhouden? Dan komt toch ineens de vraag op: hoe deden we het vroeger eigenlijk? Misschien kunnen we daar inspiratie uit putten voor de opgaven van nu. Oude kaarten kunnen ons laten zien hoe beken vroeger van nature liepen, waar natuurlijke laagtes waren waarin hemelwater zich verzamelde en wat de droge plekken waren.”

Romantiseren

Van der Sande is het eens met de uitleg van de Boer: “Het hele verhaal van water en bodem sturend refereert eraan. Dat verhaal hebben we nodig, omdat we te veel losgezongen zijn van de natuurlijke omstandigheden en dachten dat we alles technisch konden oplossen. Nu zitten beleidskeuzes ons niet meer in de weg, maar de onvermijdelijkheden van de toekomst: een verscherping van de klimaatverandering en de weersextremen. Dan is het goed even terug te gaan. De natuur kent grenzen en daaraan moeten we ons houden. We hebben nu al veel meer aandacht voor die lagenbenadering in de ruimtelijke ordening. Hoe ziet onze ondergrond er eigenlijk uit in plaats van ‘ach, we fiksen het wel’. Uiteindelijk gaat het gewoon over kennis. Oude kennis, maar toch. Is die toepasbaar of niet? Soms zeker, maar je moet het ook weer niet romantiseren.”

Meerprijs

Gertjan de Boer is blij met de toegenomen belangstelling voor erfgoed en cultuurhistorie. “Je ziet dat overigens niet alleen bij waterschappen, maar bijvoorbeeld ook bij gemeenten. Je zou zelfs kunnen stellen dat het één van de meest geliefde onderwerpen is. Er is bijna nooit discussie over de waarde ervan. Maar het wordt een ander verhaal als die te behouden waarde een meerprijs oplevert in plannen en projecten. Dat zie ik wel.” De grote vraag is: is die meerprijs het waard? Levert het meenemen van waterstaatkundige cultuurhistorie altijd betere plannen op, met meer draagvlak zoals vaak wordt beweerd? Gertjan de Boer, stellig: “Dat denk ik niet. Maar draai de vraag om: als je cultuurerfgoed niet meeneemt, verlies je draagvlak. Dat lijkt me evident. Als je bijvoorbeeld een oud gemaal gaat slopen om een nieuw gemaal te bouwen, is daar bijna altijd weerstand tegen. Mensen zeggen: dat is een stukje verleden, laat dat staan. In Leiden zijn ze bezig met het vergroenen van de stad, een lastige opgave. Nu hebben ze er historisch beeldmateriaal en diverse kaarten bijgepakt: waar was vroeger meer groen en beplanting? Daarmee wordt het draagvlak voor die ingreep ineens veel groter. Omdat je eigenlijk kan zeggen: het is geen nieuwe ingreep. We enten onze ingreep op een historische situatie.”

Makelaar en schakelaar

Rogier van der Sande ziet voor STOWA een belangrijke rol weggelegd als ‘een makelaar en schakelaar in het delen van de kennis tussen waterschappen’. Ook op dit dossier: “Je kunt tegenwoordig alles vinden op internet. Maar je verzuipt ook in die zee aan informatie. STOWA zorgt ervoor dat de laatste stand van zaken weer redelijk hapklaar en daarmee toepasbaar bij de waterschappen terecht komt. Ik denk dat we als waterschappen veel kunnen leren van de manier waarop we omgaan met erfgoed en cultuurhistorie en hoe we dat meenemen in plannen en projecten. Wat gebeurt er bij Noorderzijlvest? Hoe doen ze dat bij Scheldestromen, bij Vallei en Veluwe of Rivierenland? Dat lijkt me een mooie taak voor STOWA.”

Goede plannen

STOWA sloot in 2021 al een samenwerkingsovereenkomst met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen die overeenkomst lopen enkele projecten om kennis uit het waterstaatkundige verleden praktisch te ontsluiten om mee te kunnen nemen bij de wateropgaven van nu. De Watertijdreis is een verzameling oude waterstaatskaarten die figuurlijk op elkaar zijn gestapeld, waardoor je veranderingen in de waterhuishouding snel kunt zien. Maar bijvoorbeeld ook de vroegere beeklopen en oude rivierarmen. De Toponiemenatlas geeft uitleg bij plaatsnamen en streken die iets zeggen over de van nature heersende natuurlijke omstandigheden. Denk aan woorden als broekland en beemd. Mooie projecten, aldus Gertjan de Boer: “Ik ben ervan overtuigd dat historische kaarten en historische analyses bijdragen aan goede plannen. Maar ik ben ook weer geen volgeling van het idee dat het altijd dé oplossing voor alles is. En het kost best wat tijd. Mijn idee is: houd het zo simpel en laagdrempelig mogelijk, zodat een waterschapper als hij ergens mee aan de slag gaat, heel snel een historische analyse kan doen. Dat willen we met de Watertijdreis en de Toponiemenatlas mogelijk maken. Hoe zag dit landschap er vroeger uit? Welk landschapstype was hier? Wanneer is dit in cultuur gebracht? Hoe was de waterhuishouding? Wanneer is dit ruilverkaveld? Welke agrarische rassen hebben hier gegroeid? Punt, klaar, meer niet. Tien minuutjes werk. Vervolgens kan je van daaruit een nadere analyse doen.”

Tot slot nog even terug daar Rogier van der Sande. Met welk erfgoed is hij als dijkgraaf van Rijnland blij? “Ik ben heel blij dat we de oude dieselmotor in het gemaal in Gouda hebben weten te bewaren. Dat is echt fantastisch. De molens in Aarlanderveen zijn ook geweldig als ensemble. Maar er zijn ook voorbeelden waar ik minder blij mee ben, zoals het gemaal in Halfweg uit 1975. Eigenlijk vind ik het een extreem lelijk, brutalistisch gebouw. Maar ik snap verstandelijk heel goed dat het zijn waarde heeft. In 2021 is het complex op verzoek van Heemschut aangewezen als gemeentelijk monument. Daarmee worden we als waterschap gedwongen om hier de intrinsieke waarde van te accepteren, juist omdat specialisten het beoordeelden als waardevol. Daarmee voorkom je dat particuliere smaak een grote rol gaat spelen bij de vraag of iets het behouden waard is, of niet. Dat vind ik heel verstandig.”

Erfgoed Deal:
erfgoedinclusief werken

In 2023 sloot de Unie van Waterschappen zich aan bij de Erfgoed Deal. Deze deal - een samenwerkingsverband tussen diverse overheden en maatschappelijke organisaties - ondersteunt projecten waarin erfgoed samengaat met ruimtelijke transities, zoals klimaat, energie, landbouw en wonen. Door voorbeeldprojecten te cofinancieren en in een uitvoeringsprogramma bij elkaar te brengen, werken de Erfgoeddealpartners aan een betere en duurzame leefomgeving waarin het verleden herkenbaar blijft. Dit vanuit de gedachte dat we de kennis over eeuwenoude systemen, technieken, bouwwerken en structuren in kunnen zetten om de huidige en toekomstige leefomgeving in te richten. ‘Erfgoedinclusief werken’ heet dat in Erfgoeddealtermen.

Gertjan de Boer: “Veruit de meeste projecten die zijn ingediend voor cofinanciering uit de Erfgoed Deal hebben te maken met water en klimaat. Dat is ook wel logisch, want in historische binnensteden worden water en klimaat een steeds groter probleem. De Erfgoeddeal-projecten zijn echt vernieuwend. Onderdelen van de Atlantikwall in Zeeland worden bijvoorbeeld ingezet voor waterberging. De dijk in Zoutkamp in Groningen wordt net anders gelegd, waardoor het dorp niet in tweeën wordt gesplitst. Het kost vaak net iets meer om cultuurerfgoed een goede plek te geven. De Erfgoed Deal geeft net dat ene zetje om dat ook werkelijk te doen.”

Op dit moment bevat de Erfgoed Deal 51 projecten. Projecten kunnen in 2025 voor de laatste keer een bijdrage uit de Deal ontvangen. Aanvragen hiervoor dienen voor 11 april binnen te zijn.

Meer weten? Ga naar de website van de Erfgoed Deal

Artikel in het kort

  • De belangstelling voor erfgoed en cultuurhistorie groeit flink bij de waterschappen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat we teruggrijpen naar het verleden bij het vinden van oplossingen voor de wateropgaven van nu.

  • Volgens Dijkgraaf Rogier van der Sande ligt in het verleden mogelijk de oplossing voor huidige wateropgaven, maar lang niet altijd. We moeten volgens hem vooral oog hebben voor de intrinsieke waarde van onze waterstaatkundige geschiedenis. En die beschermen bij het maken van hedendaagse plannen.

  • Gertjan de Boer van RCE is blij met de toegenomen waardering voor cultuurhistorie en waterstaatkundig erfgoed bij de waterschappen. Maar het meenemen van het verleden bij het maken van plannen kost best veel tijd. Hij bepleit een eenvoudig instrument waarmee je bij het maken van plannen een snelle, eerste historische scan kunt doen.

Waterschappen omarmen meer en meer hun eigen geschiedenis

De belangstelling voor erfgoed en cultuurhistorie groeit flink bij de waterschappen. Komt dat voort uit teruggevonden trots op ons waterstaatkundige verleden, of is er meer aan de hand? Zijn de stuwen, sluizen, gemalen en waterstaatskaarten van toen bruikbaar voor de wateropgaven van nu? Levert het betere plannen op, met meer draagvlak? “Soms wel”, zegt dijkgraaf Rogier van der Sande van het Hoogheemraadschap van Rijnland: “Maar het is natuurlijk niet zo dat in het verleden altijd de oplossing ligt voor onze huidige wateropgaven.”

Rogier van der Sande staat alom bekend als een warm pleitbezorger van het behoud van waterstaatkundig erfgoed en waterstaatkundige cultuurhistorie. “Toen ik als dijkgraaf bij Rijnland kwam, viel het mij direct op dat we eigenlijk niks deden met het feit dat wij het oudste waterschap zijn van Nederland. We bestaan sinds 1255. Bij Rijnland gebruiken wij de historie nu om het verhaal te vertellen van verleden, heden en toekomst. Dat is ook de titel die we hebben gebruikt voor een aantal filmpjes over ons erfgoed. Want uiteindelijk gaat het om de toekomst. Je kunt bij mensen natuurlijk allerlei feiten naar binnen stampen om te zorgen dat je als waterschap zichtbaarder wordt in de samenleving. Maar je kunt mensen ook verleiden met een mooi geschiedkundig verhaal waarin iets zit wat ze grappig of interessant vinden. Goed voorbeeld is de molengang van Aarlanderveen, de enige in Nederland en eigenlijk in heel West-Europa. Waarom staan al die molens er nog? (lacht) Om de doodeenvoudige reden dat de toenmalige polderbestuurders veel te gierig waren om te investeren in gemalen.”

Waterschapskwalen

Met de voorbeelden wil Van der Sande maar zeggen: het rijke verleden van de waterschappen helpt bij het creëren van draagvlak voor hun werk. Maar, waarschuwt hij: “We moeten het verleden niet gaan zien als de panacee voor alle waterschapskwalen van nu. Als we uitsluitend naar de functionaliteit kijken, gaan we voorbij aan de intrinsieke waarde van de cultuurhistorie en het erfgoed zelf. Daar moeten we oog voor hebben en liefde voor houden. We moeten het verleden niet alleen zien als een kennisbron voor het oplossen van de huidige opgaven, maar ook het omgekeerde pad bewandelen. We moeten bij het zoeken naar antwoorden voor de huidige wateropgaven tevens rekening houden met ons erfgoed en met onze waterstaatkundige cultuurhistorie.”

Vernuft

Gertjan de Boer, adviseur erfgoed en klimaat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, heeft wel een idee waar de sterk toegenomen belangstelling van waterschappen voor erfgoed en cultuurhistorie vandaan komt: “Ooit moesten we ons aanpassen aan de natuurlijke omstandigheden. Vanaf de middeleeuwen zijn we die omstandigheden (water en bodem) gaan beïnvloeden. Dat deden we met veel vernuft. En vanaf de industriële revolutie zijn we de omstandigheden echt gaan beheersen. We konden alles naar onze hand zetten. Als wij ergens huizen wilden bouwen, bouwden we er een woonwijk. Nu bereiken we de grenzen van het natuurlijke water- en bodemsysteem. De bodem blijft maar dalen, bemaling blijft maar doorgaan. We krijgen te maken met toenemende kans op extremen. Hoe lang kunnen we dat nog volhouden? Dan komt toch ineens de vraag op: hoe deden we het vroeger eigenlijk? Misschien kunnen we daar inspiratie uit putten voor de opgaven van nu. Oude kaarten kunnen ons laten zien hoe beken vroeger van nature liepen, waar natuurlijke laagtes waren waarin hemelwater zich verzamelde en wat de droge plekken waren.”

Romantiseren

Van der Sande is het eens met de uitleg van de Boer: “Het hele verhaal van water en bodem sturend refereert eraan. Dat verhaal hebben we nodig, omdat we te veel losgezongen zijn van de natuurlijke omstandigheden en dachten dat we alles technisch konden oplossen. Nu zitten beleidskeuzes ons niet meer in de weg, maar de onvermijdelijkheden van de toekomst: een verscherping van de klimaatverandering en de weersextremen. Dan is het goed even terug te gaan. De natuur kent grenzen en daaraan moeten we ons houden. We hebben nu al veel meer aandacht voor die lagenbenadering in de ruimtelijke ordening. Hoe ziet onze ondergrond er eigenlijk uit in plaats van ‘ach, we fiksen het wel’. Uiteindelijk gaat het gewoon over kennis. Oude kennis, maar toch. Is die toepasbaar of niet? Soms zeker, maar je moet het ook weer niet romantiseren.”

Meerprijs

Gertjan de Boer is blij met de toegenomen belangstelling voor erfgoed en cultuurhistorie. “Je ziet dat overigens niet alleen bij waterschappen, maar bijvoorbeeld ook bij gemeenten. Je zou zelfs kunnen stellen dat het één van de meest geliefde onderwerpen is. Er is bijna nooit discussie over de waarde ervan. Maar het wordt een ander verhaal als die te behouden waarde een meerprijs oplevert in plannen en projecten. Dat zie ik wel.” De grote vraag is: is die meerprijs het waard? Levert het meenemen van waterstaatkundige cultuurhistorie altijd betere plannen op, met meer draagvlak zoals vaak wordt beweerd? Gertjan de Boer, stellig: “Dat denk ik niet. Maar draai de vraag om: als je cultuurerfgoed niet meeneemt, verlies je draagvlak. Dat lijkt me evident. Als je bijvoorbeeld een oud gemaal gaat slopen om een nieuw gemaal te bouwen, is daar bijna altijd weerstand tegen. Mensen zeggen: dat is een stukje verleden, laat dat staan. In Leiden zijn ze bezig met het vergroenen van de stad, een lastige opgave. Nu hebben ze er historisch beeldmateriaal en diverse kaarten bijgepakt: waar was vroeger meer groen en beplanting? Daarmee wordt het draagvlak voor die ingreep ineens veel groter. Omdat je eigenlijk kan zeggen: het is geen nieuwe ingreep. We enten onze ingreep op een historische situatie.”

Makelaar en schakelaar

Rogier van der Sande ziet voor STOWA een belangrijke rol weggelegd als ‘een makelaar en schakelaar in het delen van de kennis tussen waterschappen’. Ook op dit dossier: “Je kunt tegenwoordig alles vinden op internet. Maar je verzuipt ook in die zee aan informatie. STOWA zorgt ervoor dat de laatste stand van zaken weer redelijk hapklaar en daarmee toepasbaar bij de waterschappen terecht komt. Ik denk dat we als waterschappen veel kunnen leren van de manier waarop we omgaan met erfgoed en cultuurhistorie en hoe we dat meenemen in plannen en projecten. Wat gebeurt er bij Noorderzijlvest? Hoe doen ze dat bij Scheldestromen, bij Vallei en Veluwe of Rivierenland? Dat lijkt me een mooie taak voor STOWA.”

Goede plannen

STOWA sloot in 2021 al een samenwerkingsovereenkomst met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen die overeenkomst lopen enkele projecten om kennis uit het waterstaatkundige verleden praktisch te ontsluiten om mee te kunnen nemen bij de wateropgaven van nu. De Watertijdreis is een verzameling oude waterstaatskaarten die figuurlijk op elkaar zijn gestapeld, waardoor je veranderingen in de waterhuishouding snel kunt zien. Maar bijvoorbeeld ook de vroegere beeklopen en oude rivierarmen. De Toponiemenatlas geeft uitleg bij plaatsnamen en streken die iets zeggen over de van nature heersende natuurlijke omstandigheden. Denk aan woorden als broekland en beemd. Mooie projecten, aldus Gertjan de Boer: “Ik ben ervan overtuigd dat historische kaarten en historische analyses bijdragen aan goede plannen. Maar ik ben ook weer geen volgeling van het idee dat het altijd dé oplossing voor alles is. En het kost best wat tijd. Mijn idee is: houd het zo simpel en laagdrempelig mogelijk, zodat een waterschapper als hij ergens mee aan de slag gaat, heel snel een historische analyse kan doen. Dat willen we met de Watertijdreis en de Toponiemenatlas mogelijk maken. Hoe zag dit landschap er vroeger uit? Welk landschapstype was hier? Wanneer is dit in cultuur gebracht? Hoe was de waterhuishouding? Wanneer is dit ruilverkaveld? Welke agrarische rassen hebben hier gegroeid? Punt, klaar, meer niet. Tien minuutjes werk. Vervolgens kan je van daaruit een nadere analyse doen.”

Tot slot nog even terug daar Rogier van der Sande. Met welk erfgoed is hij als dijkgraaf van Rijnland blij? “Ik ben heel blij dat we de oude dieselmotor in het gemaal in Gouda hebben weten te bewaren. Dat is echt fantastisch. De molens in Aarlanderveen zijn ook geweldig als ensemble. Maar er zijn ook voorbeelden waar ik minder blij mee ben, zoals het gemaal in Halfweg uit 1975. Eigenlijk vind ik het een extreem lelijk, brutalistisch gebouw. Maar ik snap verstandelijk heel goed dat het zijn waarde heeft. In 2021 is het complex op verzoek van Heemschut aangewezen als gemeentelijk monument. Daarmee worden we als waterschap gedwongen om hier de intrinsieke waarde van te accepteren, juist omdat specialisten het beoordeelden als waardevol. Daarmee voorkom je dat particuliere smaak een grote rol gaat spelen bij de vraag of iets het behouden waard is, of niet. Dat vind ik heel verstandig.”

Erfgoed Deal:
erfgoedinclusief werken

In 2023 sloot de Unie van Waterschappen zich aan bij de Erfgoed Deal. Deze deal - een samenwerkingsverband tussen diverse overheden en maatschappelijke organisaties - ondersteunt projecten waarin erfgoed samengaat met ruimtelijke transities, zoals klimaat, energie, landbouw en wonen. Door voorbeeldprojecten te cofinancieren en in een uitvoeringsprogramma bij elkaar te brengen, werken de Erfgoeddealpartners aan een betere en duurzame leefomgeving waarin het verleden herkenbaar blijft. Dit vanuit de gedachte dat we de kennis over eeuwenoude systemen, technieken, bouwwerken en structuren in kunnen zetten om de huidige en toekomstige leefomgeving in te richten. ‘Erfgoedinclusief werken’ heet dat in Erfgoeddealtermen.

Gertjan de Boer: “Veruit de meeste projecten die zijn ingediend voor cofinanciering uit de Erfgoed Deal hebben te maken met water en klimaat. Dat is ook wel logisch, want in historische binnensteden worden water en klimaat een steeds groter probleem. De Erfgoeddeal-projecten zijn echt vernieuwend. Onderdelen van de Atlantikwall in Zeeland worden bijvoorbeeld ingezet voor waterberging. De dijk in Zoutkamp in Groningen wordt net anders gelegd, waardoor het dorp niet in tweeën wordt gesplitst. Het kost vaak net iets meer om cultuurerfgoed een goede plek te geven. De Erfgoed Deal geeft net dat ene zetje om dat ook werkelijk te doen.”

Op dit moment bevat de Erfgoed Deal 51 projecten. Projecten kunnen in 2025 voor de laatste keer een bijdrage uit de Deal ontvangen. Aanvragen hiervoor dienen voor 11 april binnen te zijn.

Meer weten? Ga naar de website van de Erfgoed Deal

Artikel in het kort

  • De belangstelling voor erfgoed en cultuurhistorie groeit flink bij de waterschappen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat we teruggrijpen naar het verleden bij het vinden van oplossingen voor de wateropgaven van nu.

  • Volgens Dijkgraaf Rogier van der Sande ligt in het verleden mogelijk de oplossing voor huidige wateropgaven, maar lang niet altijd. We moeten volgens hem vooral oog hebben voor de intrinsieke waarde van onze waterstaatkundige geschiedenis. En die beschermen bij het maken van hedendaagse plannen.

  • Gertjan de Boer van RCE is blij met de toegenomen waardering voor cultuurhistorie en waterstaatkundig erfgoed bij de waterschappen. Maar het meenemen van het verleden bij het maken van plannen kost best veel tijd. Hij bepleit een eenvoudig instrument waarmee je bij het maken van plannen een snelle, eerste historische scan kunt doen.

STOWA Publicaties

Hier vindt u de digitale uitgaven van STOWA waaronder het digitale magazine Ter Info.
Volledig scherm