Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
Onderwaterfoto van bittervoorntjes

Voorstudie Anticiperen op de KRW na 2027

Samenwerking met andere sectoren versterken

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) wordt na het ijkjaar 2027 voortgezet. Niet waarschijnlijk is dat dan alle ecologische en chemische doelen zijn gehaald. Welke lessen kunnen we, na ruim 20 jaar ervaring, nu al trekken? Is de wijze waarop in Nederland de uitvoering van de KRW is georganiseerd wel de goede? En welke kansen liggen er om na 2027 de uitvoering van de KRW te optimaliseren? Vragen die zijn onderzocht in de voorstudie Anticiperen op de KRW na 2027. Belangrijkste conclusie: de samenwerking tussen de betrokken overheden en die met andere sectoren, zoals de landbouw en ruimtelijke ordening, moet sterker.

De KRW is belangrijk voor het beheer van de waterkwaliteit in Nederland. Er is sinds de introductie veel kennis en ervaring opgedaan. De maatregelen die nu staan gepland, zullen in 2027 weliswaar leiden tot verbetering van de waterkwaliteit, maar nog niet tot de realisatie van alle ecologische doelen. Uit een voorstudie blijkt - onder meer gebaseerd op literatuurstudie, enquêtes en interviews - dat dit mede te maken heeft met de manier waarop er nu wordt samengewerkt.

Om de KRW-doelen te kunnen halen, zijn waterbeheerders afhankelijk van de medewerking vanuit andere sectoren, zoals landbouw, ruimtelijke ordening, energievoorziening en industrie. Bijvoorbeeld als het gaat om aangepast mest- en bestrijdingsmiddelengebruik door boeren of het meenemen van waterkwaliteitsdoelen in ruimtelijke plannen. De coördinatie en afstemming van verschillende beleidsdoelen en huidige samenwerkingsvormen zijn nu nog te veel gebaseerd op vrijwilligheid. Daarmee laten ze veel keuzeruimte voor deelname en uitvoering. De situatie kan mogelijk worden doorbroken door praktisch toepasbare handvatten te ontwikkelen om tot een meer geïntegreerde aanpak te komen, waardoor de verschillende functies en beheeropgaven beter met elkaar in balans komen.

De voorstudie laat zien dat er, om de KRW-doelen daadwerkelijk te kunnen realiseren, nieuwe strategieën moeten worden ingezet. De zorg voor de waterkwaliteit, nu en in de toekomst, zou volgens de voorstudie onderdeel moeten zijn van het perspectief dat water sturend moet zijn bij de inrichting van ons land, naast waterveiligheid en de beschikbaarheid van voldoende water tijdens droogte. Met de 'Water en Bodem Sturend'-brief van de minister van I&W aan de Tweede Kamer van 25 november 2022 is dit inmiddels ook in beleid omgezet.

Onderwaterfoto van bittervoorntjes

Voorstudie Anticiperen op de KRW na 2027

Samenwerking met andere sectoren versterken

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) wordt na het ijkjaar 2027 voortgezet. Niet waarschijnlijk is dat dan alle ecologische en chemische doelen zijn gehaald. Welke lessen kunnen we, na ruim 20 jaar ervaring, nu al trekken? Is de wijze waarop in Nederland de uitvoering van de KRW is georganiseerd wel de goede? En welke kansen liggen er om na 2027 de uitvoering van de KRW te optimaliseren? Vragen die zijn onderzocht in de voorstudie Anticiperen op de KRW na 2027. Belangrijkste conclusie: de samenwerking tussen de betrokken overheden en die met andere sectoren, zoals de landbouw en ruimtelijke ordening, moet sterker.

De KRW is belangrijk voor het beheer van de waterkwaliteit in Nederland. Er is sinds de introductie veel kennis en ervaring opgedaan. De maatregelen die nu staan gepland, zullen in 2027 weliswaar leiden tot verbetering van de waterkwaliteit, maar nog niet tot de realisatie van alle ecologische doelen. Uit een voorstudie blijkt - onder meer gebaseerd op literatuurstudie, enquêtes en interviews - dat dit mede te maken heeft met de manier waarop er nu wordt samengewerkt.

Om de KRW-doelen te kunnen halen, zijn waterbeheerders afhankelijk van de medewerking vanuit andere sectoren, zoals landbouw, ruimtelijke ordening, energievoorziening en industrie. Bijvoorbeeld als het gaat om aangepast mest- en bestrijdingsmiddelengebruik door boeren of het meenemen van waterkwaliteitsdoelen in ruimtelijke plannen. De coördinatie en afstemming van verschillende beleidsdoelen en huidige samenwerkingsvormen zijn nu nog te veel gebaseerd op vrijwilligheid. Daarmee laten ze veel keuzeruimte voor deelname en uitvoering. De situatie kan mogelijk worden doorbroken door praktisch toepasbare handvatten te ontwikkelen om tot een meer geïntegreerde aanpak te komen, waardoor de verschillende functies en beheeropgaven beter met elkaar in balans komen.

De voorstudie laat zien dat er, om de KRW-doelen daadwerkelijk te kunnen realiseren, nieuwe strategieën moeten worden ingezet. De zorg voor de waterkwaliteit, nu en in de toekomst, zou volgens de voorstudie onderdeel moeten zijn van het perspectief dat water sturend moet zijn bij de inrichting van ons land, naast waterveiligheid en de beschikbaarheid van voldoende water tijdens droogte. Met de 'Water en Bodem Sturend'-brief van de minister van I&W aan de Tweede Kamer van 25 november 2022 is dit inmiddels ook in beleid omgezet.